115
14. Verhelpen van storingen
Ook al is het model volgens de huidige stand der techniek geconstrueerd, er kunnen nog altijd problemen of storingen
optreden. Daarom willen we u uitleggen hoe u eventuele storingen kunt verhelpen. Neem bovendien ook de meege-
leverde gebruiksaanwijzing van de zender in acht.
Het model reageert niet of niet juist
•
Bij 2,4 GHz-afstandsbedieningen moet de ontvanger met de zender worden gekoppeld. Deze procedure wordt
met de Engelse term "Binding” of "Pairing” aangeduid. Het koppelen wordt normaal gesproken door de fabrikant
uitgevoerd, maar kan uiteraard ook door uzelf worden uitgevoerd. Neem hiervoor de apart meegeleverde gebruiks-
aanwijzing van de zender in acht.
•
Is de rij-accu van het voertuig leeg of zijn de batterijen in de zender leeg? Vervang de rij-accu of batterijen in de
zender dan door nieuwe.
•
Hebt u eerst de zender en daarna de rijregelaar ingeschakeld? Bij omgekeerde volgorde werkt de rijregelaar om
veiligheidsredenen niet.
•
Is de rij-accu correct aangesloten op de rijregelaar? Controleer de stekkerverbinding of deze eventueel verontrei-
nigd of geoxideerd is.
•
Is het voertuig te ver weg? Met een volle rij-accu en volle batterijen in de zender moet een bereik van 50 m of meer
mogelijk zijn. Dit kan echter worden verminderd door omgevingsinvloeden; bijv. storingen op de zendfrequentie of
de nabijheid van andere zenders (niet alleen zenders, maar ook WLAN-/Bluetooth
®
-apparaten die eveneens een
zendfrequentie van 2,4 GHz gebruiken), van metalen onderdelen, gebouwen, enz.
De positie van de antenne van de zender en ontvanger ten opzichte van elkaar heeft zeer sterke invloed op het
bereik. Het is het beste als zowel de antenne van de zender als van de ontvanger verticaal staan (met beide anten-
nes parallel ten opzichte van elkaar). Als u echter de antenne van de zender op het voertuig richt, resulteert dit in
een zeer kort bereik!
•
Controleer de juiste positie van de stekker van de rijregelaar en van de stuurservo in de ontvanger. Als de stekkers
180° gedraaid zijn aangesloten. Op deze manier werken de rijregelaar en de stuurservo niet.
Wanneer daarentegen de stekker van de rijregelaar en stuurservo met elkaar worden verwisseld stuurt de gas-/
remhendel op de zender de stuurservo en het draaiwiel de rijfunctie!
•
Controleer de juiste positie van de stekker van de rijregelaar en van de stuurservo in de ontvanger. Als de stekkers
180° gedraaid zijn aangesloten. Op deze manier werken de rijregelaar en de stuurservo niet.
•
Reset de rijregelaar naar de standaardinstellingen (raadpleeg hoofdstuk 10. c). Programmeer vervolgens de neu-
trale stand en de volgasstand opnieuw voor het vooruit- en achteruitrijden; zie hoofdstuk 10. a).
De auto blijft niet staan als de gas-/remhendel wordt losgelaten
•
Corrigeer op de zender de trimregelaar voor de rijfunctie (neutrale stand instellen).
•
Programmeer de neutrale stand en de volgasstand opnieuw voor het vooruit- en achteruitrijden; zie hoofdstuk
10. a).
Summary of Contents for Reely 1970153
Page 118: ...118 ...
Page 119: ...119 ...