84
i) Kalibratiefunctie
De sensoren van het weerstation en van de buitensensor werden reeds door de fabrikant gekalibreerd. Als er echter
nauwkeuriger gegevens van andere meetapparaten beschikbaar zijn, kan voor de volgende sensormeetwaarden een
correctiefactor worden ingesteld:
• Windsnelheid
• Regenhoeveelheid
• Som van de hoeveelheid regenwater
• Buitenluchtvochtigheid
• Buitentemperatuur
• Binnenluchtvochtigheid
• Binnentemperatuur
In de regel is er geen manuele kalibratie nodig omdat vb. de windsnelheid of de hoeveelheid regenwater
op de opstelplaats van de buitensensor niet vergelijkbaar is met gegevens, die u vb. voor een bepaalde
regio op het internet vindt. Een kalibratie is enkel zinvol wanneer de buitensensor vb. direct naast een
meteorologisch meetstation staat en u de gegevens van het weerstation met deze van het meetstation wilt
synchroniseren.
Ga als volt te werk:
• Houd de toets “HISTORY” gedurende ca. 8 seconden ingedrukt om de kalibratiefunctie te starten.
• In het displaybereik van de windsensor knippert nu de actuele correctiefactor (basisinstelling “1.00”).
Stel de waarde met de toets “+” of “MIN/MAX” in. Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een
snelle afstelling.
De door de windsensor gemeten windsnelheid wordt met deze correctiefactor vermenigvuldigd en op het
display weergegeven.
• Druk kort op de toets “SET”, de correctiefactor voor de hoeveelheid regenwater knippert (basisinstelling 1.00").
Stel de waarde met de toets “+” of “MIN/MAX” in. Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een
snelle afstelling.
De door de regensensor gemeten hoeveelheid regenwater wordt met deze correctiefactor vermenigvuldigd
en op het display weergegeven.
• Druk kort op de toets “SET”, de som van de hoeveelheid regenwater knippert.
Stel de waarde met de toets “+” of “MIN/MAX” in. Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een
snelle afstelling.
De ingestelde som wordt bij de gemeten hoeveelheid regenwater opgeteld.
• Druk kort op de toets “SET”, de actuele meetwaarde van de buitenluchtvochtigheid knippert.
Stel de waarde met de toets “+” of “MIN/MAX” in. Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een
snelle afstelling.
• Druk kort op de toets “SET”, de actuele meetwaarde van de buitentemperatuur knippert.
Stel de waarde met de toets “+” of “MIN/MAX” in. Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een
snelle afstelling.