15
binnen de opgegeven spanningsbereiken. Bij ander
gebruik ontstaat er explosie- en brandgevaar.
Hou de batterijlader proper. Vuil kan tot een
gevaarlijke elektrische schok leiden.
Controleer vóór elk gebruik de batterijlader, het
snoer en de stekker. Gebruik de batterijlader niet
wanneer er defecten opgemerkt worden. Maak zelf
de batterijlader niet open maar laat hem enkel met
originele onderdelen door vakbekwame mensen
herstellen. Beschadigde batterijladers, kabels en
stekkers verhogen het gevaar voor een elektrische
schok.
Gebruik de batterijlader niet op makkelijk
ontbrandbare oppervlakken (bv. papier, textiel, enz.)
of in brandgevaarlijke omgevingen. Er is gevaar
voor brand door het opwarmen van de batterijlader
tijdens het laden.
Bij verkeerd gebruik van de batterij kan er
vloeistof uit vrijkomen. Vermijd contact hiermee.
Indien dit per ongeluk toch gebeurt, spoel dan met
water. Indien de vloeistof met de ogen in contact
komt, zoek dan bijkomend medische hulp. Vloeistof
die uit de batterij vrijkomt kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
Maak zelf de batterij niet open. Er is gevaar voor
kortsluiting.
Bescherm de batterij tegen hitte, bv. tegen
continue zonnestraling of vuur. Er is
ontploffingsgevaar.
Sluit de batterij niet kort. Er is ontploffingsgevaar.
Indien de batterij beschadigd is of verkeerd
gebruikt werd, kunnen er dampen vrijkomen. Indien
u hier last van ondervindt, zorg dan voor voldoende
verse lucht en contacteer een dokter. De dampen
kunnen het ademhalingssysteem irriteren.
Verbrand de lader en de batterij
niet.
Stel de lader en de batterij niet
bloot aan temperaturen boven
50 °C.
Stel de lader en de batterij niet
bloot aan vocht.
BIJZONDERE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
§ Neem de batterij uit de machine tijdens onderhoud
en als de machine langere tijd niet
wordt gebruikt.
§ Gebruik uitsluitend het voorgeschreven type
batterij.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR LADER
EN BATTERIJ
Bestudeer de instructies en
veiligheidsvoorschriften alvorens de batterij te
laden.
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven lader
Om de batterij te laden. Laad geen batterijen
van een ander type met deze lader.
Voedingsadapters mogen uitsluitend worden
gebruikt samen met de sokkel van de lader en
de bijbehorende batterij.
Gebruik de lader uitsluitend in een droge
omgeving bij een temperatuur tussen10 °C en
40°C.
Gebruik de lader niet als deze is beschadigd.
Laat de lader en batterij uitsluitend repareren
door een erkend reparateur.
Vermijd kortsluiting van de batterij. Zorg
ervoor dat de aansluitingen van de batterij niet
in aanraking kunnen komen met metalen
voorwerpen.
Bewaar de batterij niet op plaatsen waar de
temperatuur boven de 50 °C kan stijgen,b.v. in
een in de zon geparkeerde auto.
Verbrand de batterij niet.
Probeer nooit om de batterij te openen.
Mocht de batterijvloeistof (een oplossing
Pictogrammen op de oplader
De volgende pictogrammen zijn van toepassing op
de oplader:
Klasse II - De machine is dubbel
geïsoleerd een aardedraad is
daarom niet nodig.
Gebruik de lader enkel
binnenshuis.
Storingbestendige
scheidingstransformator.
Thermische
beveiligingsschakelaar.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Controleer of de op het
typeplaatje van de lader vermelde
spanning overeenkomt met de ter
plaatse beschikbare netspanning.
- LI-ION BATTERIJ
Voordelen van Li-ion batterijen:
- Li-ion batterijen hebben een hogere
capaciteit/gewichtsverhouding (meer vermogen uit
een lichtere en meer compacte batterij)
- Geen geheugeneffect meer (capaciteitsverlies na
een aantal laad/ontlaadcycli) zoals bij andere types
batterijen (NiCD, NiMH).
- Beperkte zelfontlading
Laad de batterij nooit gedurende
meer dan 5 uur op.
Laad het batterijpack enkel op
met de meegeleverde lader.
Verzeker u er van dat de
netspanning 230 V AC 50 Hz is.