NEDERLANDS
95
Tabel 8 Menu en default-waarden
Menu en default-waarden
Beschrijving
Fabrieksparameters
Indicaties op het display bij normale werking
A.D.
M/T 1.0
A.D.
M/T 2.2
A.D.
T/T 3.0
A.D.
T/T 5.5
Go Elektropomp
in
bedrijf
Sb Elektropomp
wacht
Weergave gegevens en instellingen gebruiker
(toetsen “MODE” en “SET” 2 seconden)
SP
Instelling van de set point druk (in bar). Standaard: 3 bar
3.0 bar
3.0 bar
3.0 bar 3.0 bar
Weergave gegevens en instellingen installateur
(toetsen “MODE” en “SET” en “–” 5 seconden)
rC
Instelling van de nominale stroom van de elektropomp (in A)
0
0
0
0
rt
Instelling van de draairichting
00
00
00
00
Fn
Instelling van de nominale rotatiefrequentie van de elektropomp
(in Hz)
50 50 50 50
od Instelling
bedrijfsmodus
01 01 01 01
rP
Instelling van de drukval bij herstart (in bar)
0.5 bar
0.5 bar
0.5 bar 0.5 bar
Ad
Instelling adres voor onderlinge verbinding
(noodzakelijk op groepen met meer elektropompen met uitwisseling)
“- -”
“- -”
“- -”
“- -”
Eb Activering
booster
02 02 02 02
Weergave gegevens en instellingen technische service
(toetsen “MODE” en “SET” en “+” gedurende 5 seconden)
tb
Instelling van de latente tijd voor blokkering wegens ontbreken water (in s)
10 s
10 s
10 s
10 s
T1
Running tijd na het lagedruksignaal
2 s
2 s
2 s
2 s
T2
Vertragingstijd op de uitschakelcondities
10 s
10 s
10 s
10 s
GP
Instelling van de stijging van de proportionele coëfficiënt PI
1.0
1.0
0.6
0.6
GI
Instelling van de stijging van de integrale coëfficiënt PI
1.0
1.0
1.2
1.2
FS
Instelling van de maximale rotatiefrequentie van de elektropomp
(in Hz)
130 130 130 130
FL
Instelling van de minimale rotatiefrequentie van de elektropomp
(in Hz)
0 0 0 0
Ft
Instelling van de drempel voor lage stromingwaarde
15
15
15
15
CM
Uitwisselingsmethode op groepen met 2 elektropompen
01
01
01
01
AE
Instelling activering antiblokkeer/antivriesfunctie
01
01
01
01
i 1
Instelling functie ingang 1 (vlotter)
01
01
01
01
i 2
Instelling functie ingang 2 (selectie van het set point)
01
01
01
01
i 3
Instelling functie ingang 3 (enable)
01
01
01
01
P1
Instelling van de setpoint hulpdruk (in bar)
- op grond van ingang 2 -
2.5 bar
2.5 bar
2.5 bar 2.5 bar
o1
Instelling functie uitgang 1 (standaardwaarde: 2; functie: ON bij alarm)
02 02 02 02
o2
Instelling functie uitgang 2 (standaardwaarde: 2; functie: ON bij bedrijf)
02 02 02 02
Weergave van de belangrijkste grootheden
(toets “MODE”)
Fr
Weergave van de actuele rotatiefrequentie (in Hz)
UP
Weergave van de druk (in bar)
C1
Weergave van de fasestroom van de elektropomp (in A)
As
Weergave configuratiestatus van de door de besturingseenheid beheerde inverter
UE
Weergave van de softwareversie van het apparaat
MONITOR (toetsen “SET” en “–” gedurende 2 seconden)
UF
Weergave van de stroming
ZF
Weergave van de nul stroming
FM
Weergave van de maximale rotatiefrequentie (in Hz)
tE
Weergave van de temperatuur van de eindvermogenstrappen (in °C)
bt
Weergave van de temperatuur van de elektronische kaart (in °C)
GS
Weergave van de bedrijfsstatus
FF
Weergave van fouthistorie en blokkeringen
Handbediende modus (toetsen “SET” en “+” en “–” 5 seconden)
FP
Instelling van de testfrequentie in handbediende modus (in Hz)
≤
de ingestelde FS waarde
40 40 40 40
UP
Weergave van de druk (in bar)
C1
Weergave van de fasestroom van de elektropomp (in A)
rt
Instelling van de draairichting
UF
Weergave van de stroming
ZF
Weergave van de nul stroming
Reset van het systeem (toetsen “MODE” en “SET” en “+” en “–” )
ZF
Algemene reset (ZF verschijnt wanneer reset wordt verlaten en het
systeem opnieuw wordt gestart)
Summary of Contents for ACTIVE DRIVER M/T 1.0
Page 275: ...270...