NEDERLANDS
19
7. ELECTRISCHE AANSLUITING
De aan de binnenkant van de klemmendoos weergegeven electrische schema’s en die weergegeven op pag. 74 van
deze handleiding zorgvuldig in acht nemen.
De electrische aansluitingen moeten door een ervaren electriciën uitgevoerd worden, die de door de geldende normen
verlangde vereisten bezit. Men moet zich zorgvuldig houden aan de door het Bedrijf voor de electrische
stroomvoorziening gegeven voorschriften.
In geval van driefasemotoren met ster-driehoek opstart moet men zich ervan
overtuigen, dat de overgangstijd tussen ster en driehoek zo kort mogelijk is en binnen de tabel B op bladz 73 valt.
−
Alvorens het klemmenbord ter hand te nemen en op de pomp te werken zich ervan overtuigen,
dat de stroom weggenomen
is.
−
De netspanning controleren alvorens enige aansluiting uit te voeren.
Als deze overeenstemt met degene op het plaatje
overgaan tot de aansluiting van de draden op het klemmenbord en daarbij allereerst aan de aarder denken. (afb.D
)
−
De pompen moeten altijd op een externe schakelaar aangesloten worden
.
−
De éénfasemotoren hebben een thermo-amperometrische beveiliging en kunnen rechtstreeks op het net worden aangesloten.
−
Driefasemotoren moeten door geschikte motorbeveiligingen beschermd worden, die op de juiste manier geijkt zijn met betrekking
tot de stroom van het plaatje.
−
In die installaties waarin een dubbele pomp is gemonteerd dient iedere pomp een aparte bekabeling en schakelaars te hebben.
8. OPSTARTEN
Behalve dat de in de installatie aanwezige vloeistof zeer heet is en onder druk staat, kan deze ook onder vorm van stoom
voorkomen! GEVAAR OP VERBRANDING!
Het kan gevaarlijk zijn zelfs maar de pomp of delen van de installatie aan te raken.
Voordat u de pomp in bedrijf stelt, dient u de installatie met water te laten vollopen en deze te ontluchten. Ontlucht het pomphuis met behulp van
de speciale ontluchtingskraan tot er alleen maar water uitkomt. (
afb. E
). Dit om er voor te zorgen dat de mechanische dichting goed gesmeerd
is en dat de pomp meteen op juiste wijze werkt.
Droogdraaien, ook al is het maar voor korte tijd, geeft onherstelbare schade aan de
mechanische dichting.
−
Zet de pomp onder stroom en controleer of de driefasenmotor in de juiste richting draait, d.w.z. als u naar de motor van de kant van de
waaier kijkt, van rechts naar links (
afb. F
). Is dat niet het geval dan dient u nadat u de stroom uitgeschakeld hebt, twee willekeurige
faseconductors met elkaar te wisselen.
−
Terwijl de elektropomp draait, controleert u de spanning op de klemmen van de motor die niet meer dan +/- 5% van de nominale waarde
mag afwijken. (
afb. G
)
−
Terwijl de groep draait, controleert u of de door de motor opgenomen stroom niet meer is dan die op het plaatje is aangegeven.
9. VOORZORGSMAATREGELEN
−
De elektropomp mag niet meer dan een bepaald aantal keren per uur in werking komen. Het maximum toelaatbare aantal is:
Maximum aantal
Starts/uur
éenfasemotor
30
driefasenmotor tot 5.5 pk
20 ÷ 30
driefasenmotor van 7.5 tot 60 pk
5 ÷ 10
9.1 Bevriezingsgevaar: Afb. H
Let er op dat het afgetapte water geen schade aan zaken of personen kan toebrengen, speciaal bij installaties die warm water
gebruiken. Het aftappen van de installatie dient alleen te gebeuren wanneer de temperatuur van het water gelijk is aan die van
de omgeving.
Doe de aftapdop niet dicht voordat de pomp opnieuw gebruikt wordt.
Als u de pomp na lange tijd weer opnieuw in werking stelt, dient u zoals hiervoor in de paragrafen
Let op
en
In bedrijf stellen
beschreven is, te
werk te gaan.
10. ONDERHOUD EN REINIGING
Behalve dat de in de installatie aanwezige vloeistof zeer heet is en onder druk staat, kan deze ook onder vorm van stoom
voorkomen! GEVAAR OP VERBRANDING!
Het kan gevaarlijk zijn zelfs maar de pomp of delen van de installatie aan te raken
.
De electropomp mag niet gedemonteerd worden behalve door gespecialiseerd, bevoegd personeel, dat over de door de
specifieke, betreffende normen verlangde vereisten beschikt.
In ieder geval mag men alle reparatie- en onderhoudsingrepen pas uitvoeren, nadat men de pomp van het voedingsnet afgekoppeld
heeft. Zich ervan overtuigen, dat deze laatste niet per ongeluk ingeschakeld kan worden.
Liefst gepland onderhoud onderhoud uitvoeren: met een minimum aan kosten kan men kostbare reparaties en eventueel machinestilstand
vermijden.
Gedurende het geprogrammeerde onderhoud de eventueel in de motor aanwezige condens aftappen door middel van pin (voor electropompen
met motorbeveiligigingsgraad IP55).
In gevallen, waarin het nodig is de vloeistof af te tappen om het onderhoud uit te voeren, controleren dat het weglopen van de
vloeistof geen zaak- of persoonlijke schade oplevert in de installaties voor degenen, die warm water gebruiken.
Summary of Contents for CP-G Series
Page 3: ......
Page 35: ...30 4 2 3 DIN 4181 1 2 3 4 5 5 5 1 5 2 A 73 LpA 85 A 5 3 6 40 C B IP55 C 8 7 74 5 1 2 4 3...
Page 36: ...31 B 73 D 8 E F 5 G 9 30 5 5 20 30 7 5 60 5 10 9 1 H 10 IP55...
Page 37: ...32 10 1 4 Fig 4 11...
Page 38: ...33...
Page 62: ...57 BIZ y A Be A 74 73 B D pcK A E F G LBiB KRG...
Page 63: ...58 30 20 30 5 5 HP 5 10 60HP 7 5 H Z e X OK A ZiU 1 9 IP55 OR 1 10 4 4...
Page 64: ...59...
Page 66: ...61 4 2 DIN 4181 1 2 3 4 5 5 5 1 5 2 73 85 Db A 5 3 6 400 B IP55 C 8 7 3 D 3 5 1 2 4 3...
Page 67: ...62 8 E 3 F 5 G 9 1 30 3 5 5 HP 20 30 3 7 5 60 HP 5 10 9 1 H 10 10 1 4 4 11 3...
Page 68: ...63...
Page 70: ...65 4 2 1 2 3 4 5 5 5 1 5 2 A 73 85 5 3 6 40 IP 55 7 74 B 5 1 2 4 3...
Page 71: ...66 8 5 9 30 5 5Hp 20 30 7 5 60 5 10 9 1 H 10 10 1 4...
Page 72: ...67 11...
Page 74: ...69 4 2 3 DIN 4181 1 2 3 4 5 5 5 1 5 2 A 73 LpA 85 A 5 3 6 40 C B IP55 C 7 74 B 73 5 1 2 4 3...
Page 75: ...70 D 8 E F 5 G 9 30 5 5 20 30 7 5 60 5 10 9 1 H 10 IP55...
Page 76: ...71 10 1 4 4 11...
Page 77: ...72...