NEDERLANDS
61
9.2
Referenties schakelschema. Kenmerken en interpretaties.
Het paneel is zelfbeschermend en beschermt de elektropomp tegen
overbelasting, kortsluiting, ontbrekende fase en
te hoge temperatuur, met handmatige reset.
De startvolgorde van de twee elektropompen kan bij elke start worden
omgedraaid, de pompen kunnen simultaan werken of één van de twee kan worden ingesteld om te starten ingeval de
ander niet meer werkt (met de schakelaars SA1 en SA2 in de automatische stand).
Standaard geleverd met
aansluitklemmen voor de motoren P1 en P2 en besturingsvlotters GP1 en GP2. Compleet met klemmen voor het
gebruik van een alarmvlotter en met klemmen (zonder potentiaal) voor het op afstand voeden van een geluids- of
lichtalarm. Voorzien van schakelaar voor handmatige of automatische bediening voor iedere elektropomp.
De interne transformator wordt geleverd met een bescherming tegen overbelasting of kortsluiting
die automatisch gereset wordt en de voedingsspanning handmatig voor 3 minuten uitschakelt.
N.B. bij sommige modellen is de transformator beveiligd met een zekering.
Ref.
Functie (zie referenties in schakelschema's)
HL4
Rood indicatielampje dat aangeeft dat de stroombescherming van elektropomp P1 in werking is getreden
⇒
HL5
Rood indicatielampje dat aangeeft dat de stroombescherming van elektropomp P2 in werking is getreden
⇒
HL3
Groen indicatielampje dat aangeeft dat de elektropomp P1 voeding krijgt
⇒
HL6
Groen indicatielampje dat aangeeft dat de elektropomp P2 voeding krijgt
⇒
HL2
Rood indicatielampje dat gaat branden bij het in werking treden van de beveiliging
van de drukschakelaar voor minimumdruk / vlotter tegen bedrijf zonder vloeistof
en drukschakelaar voor maximumdruk P.MAX.
⇒
ALARM
HL1
Wit indicatielampje dat aangeeft dat de werking van de hulpcircuits correct is
⇒
SA1-SA2
Schakelaar voor de HANDMATIGE – 0 – AUTOMATISCHE functionering van elke elektropomp, bij:
−
HANDMATIG
= elektropomp P1 of P2 wordt handmatig bestuurd door de bediener zolang er een
impuls aanwezig is,
−
AUTOMATISH
= elektropomp P1 en/of P2 wordt rechtstreeks bestuurd door de vlotters of de
thermostaten en de zonekleppen.
QM1
Stroomonderbreker (magnetothermisch) voor bescherming tegen overbelasting en kortsluiting van de
voedingslijn van motor P1, met handmatige reset.
QM2
Stroomonderbreker (magnetothermisch) voor bescherming tegen overbelasting en kortsluiting van de
voedingslijn van motor P2, met handmatige reset.
Stel op QM1 en QM2 de stroom in die is aangegeven op het motorplaatje.
QS1
Scheidingsschakelaar van de voedingslijn met vergrendelbare handgreep voor deurblokkering.
A
1
-
2
Aansluitklemmen voor de vlotter voor controle van het minimumniveau (alleen te gebruiken voor systemen met 3 vlotters
voor controle van het waterniveau plus eventueel één alarmvlotter).
Ingangskenmerken: 5V d.c. 2.5mA met de module SZ2 ingeschakeld.
Ref.
Functie (zie referenties in schakelschema's)
B
3 - 4
Systeem met twee vlotters (B+C):
aansluitklemmen voor vlotter (controle minimum/maximumniveau
elektropomp P1 en minimumniveau elektropomp P2) en voor thermostaat of zoneklep voor circulatiepompen.
Systeem met drie vlotters (A+B+C):
aansluitklemmen voor vlotter voor controle van het maximumniveau
elektropomp P1; Ingangskenmerken: 5V d.c. 2.5mA met de module SZ2 ingeschakeld; 24V a.c. 0.5A met de
module SZ2 uitgeschakeld.
C
5 - 6
Aansluitklemmen vlotter voor controle van het maximumniveau elektropomp P2 en thermostaat of zoneklep voor
circulatiepompen Ingangskenmerken: 5V d.c. 2.5mA met de module SZ2 ingeschakeld; 24V a.c. 0.5A met de
module SZ2 uitgeschakeld.
N
21 - 22
Aansluitklemmen voor de vlotter tegen droog functioneren. Verwijder bij gebruik hiervan de standaard
aangebrachte bypass brug tussen de klemmen 21 en 22. Ingangskenmerken: 24V a.c. 40mA.
De bedieningen A, B, C, N, R hoeven niet geaard
te worden; deze bedieningen zijn
aangesloten op het veiligheidscircuit PELV (CEI EN 60204-1).
O
23 -
24
Aansluiting (standaard voorzien) voor de selectie van de functionering van de module SZ2 voor elektropompen
voor drainering; met uitgesloten brug regelt de module SZ2 de functionering van voor circulatiepompen en
drukgroepen.
P
25 -
26
Aansluitklemmen voor de alarmvlotter. Contactkarakteristieken:
≤
8 Amp;
≤
250V.
Summary of Contents for E2D 2,6 M
Page 120: ...118 1 E2D E2D A B C B C A 2 3 4 5 5 1 5 2 IEC 364 5 3 EN 60204 1 6 7 IP55...
Page 122: ...120 8 2 HL1 HL2 P MAX ALARM HL3 P1 HL4 P1 KK P1 P1 HL5 P2 KK P2 P2...
Page 128: ...126 Q 7 KA1 SZ2 8 11...
Page 134: ...132 E2D 6 M HS...
Page 137: ...135 E2D 15 T SD E2D 30 T SD E2D 40 T SD E2D 50 T SD E2D 60 T SD...
Page 140: ......