NEDERLANDS
359
6.4.3
C1: weergave van de fasestroom
Fasestroom van de elektropomp in [A].
Onder het symbool van de fasestroom C1 kan een rond knipperend symbool verschijnen. Dit symbool betekent
dat er een vooralarm is wegens overschrijding van de toegestane maximumstroom. Als het symbool met
regelmatige tussenpozen knippert, betekent dit dat de beveiliging tegen te hoge stroom actief aan het worden is
en hoogstwaarschijnlijk in werking zal treden. In dit geval is het goed om te controleren of de instelling voor de
maximumstroom van de pomp RC correct is, zie par 6.5.1 en ook de aansluitingen op de elektropomp te
controleren.
6.4.4
PO: Weergave van het afgegeven vermogen
Aan de elektropomp afgegeven vermogen in [kW].
Onder het symbool van het gemeten vermogen PO kan een rond knipperend symbool verschijnen. Dit symbool
betekent dat er een vooralarm is wegens overschrijding van het toegestane maximumvermogen.
6.4.5
RT: instelling van de draairichting
Als de draairichting van de elektropomp niet correct is, is het mogelijk deze om te keren door deze parameter te
veranderen. Als u binnen dit menupunt op de en – drukt worden de twee mogelijke toestanden “0” of
“1” weergegeven en geactiveerd. De opeenvolging van de fasen wordt in het display in de commentaarregel
getoond. De functie is ook actief bij werkende motor.
Als het niet mogelijk is de draairichting van de motor te observeren kunt u in de handbediende modus als volgt
te werk gaan:
o
Laat de pomp starten op frequentie FP (door op MODE en + of MODE + - te drukken)
o
Open een gebruiker en observeer de druk
o
Zonder de afgenomen vloeistofhoeveelheid te veranderen, de parameter RT veranderen en de druk
nogmaals observeren.
o
De correcte waarde voor parameter RT is die waarbij de hoogste druk wordt bewerkstelligd.
6.4.6
VF: weergave van de stroming
Als de debietsensor wordt geselecteerd is het mogelijk de stroming in de gekozen meeteenheid weer te geven.
De meeteenheid kan [l/min] of [gal/min] zijn, zie par. 6.5.8. Bij functionering zonder debietsensor wordt --
weergegeven.
6.5 Menu
Installateur
Vanuit het hoofdmenu houdt u de toetsen “MODE” & “SET” & “-“ tegelijk ingedrukt tot “RC” in het display
verschijnt (of gebruikt u het selectiemenu door op +of - te drukken). Met dit menu kunt u verschillende
configuratieparameters weergeven en wijzigen: met de toets MODE bladert u door de menupagina's, met de
t en - kunt u de waarde van de parameter in kwestie respectievelijk verhogen en verlagen. Om het
actuele menu af te sluiten en terug te gaan naar het hoofdmenu, drukt u op SET.
6.5.1
RC: instelling van de nominale stroom van de elektropomp
Nominale door een pompfase opgenomen stroom in Ampère (A) voor functionering op driefase circuit bij 230V.
Als de ingestelde parameter lager is dan de correcte waarde, zal gedurende de werking de fout “OC”
verschijnen zo gauw de ingestelde stroom voor een bepaalde tijd wordt overschreden.
Als de ingestelde parameter hoger is dan de correcte waarde, zal de amperometrische beveiliging op
oneigenlijke wijze actief worden wanneer de veiligheidsdrempel van de motor wordt overschreden.
OPMERKING: bij de eerste start en bij herstel van de fabriekswaarden RC is de parameter ingesteld op 0,0[A]
en is het noodzakelijk de parameter op de juiste waarde in te stellen, anders zal de machine niet starten en
wordt de foutmelding EC aangegeven.
Summary of Contents for MCE-22/P
Page 278: ...274 1 276 2 279 3 280 4 282 5 283 6 4 20 284 7 285 8 286 9 287 10 290 11 290 12 292...
Page 279: ...275 IEC 60634...
Page 280: ...276 1 6 MCE 22 P MCE 15 P MCE 11 P 1 1 1...
Page 282: ...278 2 5 2 1 2 1 2 2 1 1 2 1 2 L L L 2 2 4 15...
Page 283: ...279 2 2 2 1 2 2 1 1 3 1 LN 2 2 3 1 3 4 4...
Page 284: ...280 A 3 3 2 2 1 2 4 3 1 UVW 2 2 4 3 50 60 200 1...
Page 286: ...282 4 2 2 3 Press e Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 291: ...287 3 9 64 X 128 4 MODE SET 9 7 MODE 1 SET 8 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 292: ...288 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET MODE 8 2 2 5 5 5 2 2 9...
Page 294: ...290 3 2 2 10 SET 10 15 12 11...
Page 296: ...292 12 12 12 GO SB...
Page 297: ...293 4 4 1 Link 8 4 2 4 2 1 Link 2 Link 5...
Page 300: ...296 4 3 1 2 1 4 3 1 3 SET MODE LA RC FN MS FS FL AC AE O1 1 O2 2 4 4 ET 6 6 9 FL...
Page 326: ...322 BL 10 6 24 24 30 LP 180 200 HP OT TE 100 C 85 C OB BT 120 C 100 C OC 10 6 OF 10 6 30...
Page 327: ...323 8 8 1 PMW 4 2 8 2 8 3 8 3 SET EE EEprom FLASH...
Page 494: ...490 1 492 2 495 3 496 4 498 5 499 6 4 20 mA 500 7 501 8 502 9 503 10 506 11 506 12 508 13 523...
Page 495: ...491 IEC 364 inverter...
Page 496: ...492 1 Inverter inverter inverter 6 inverter MCE 22 P MCE 15 P MCE 11 P 1 1 1...
Page 499: ...495 2 2 2 1 inverter inverter 2 2 1 1 inverter 3 1 LN 2 inverter 2 PVC 3 inverter 1 3 inverter...
Page 502: ...498 4 2 2 3 Press Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 507: ...503 3 9 oled 64 X 128 4 MODE SET 9 inverter 7 MODE 1 SET 8 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 508: ...504 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET Setpoint MODE 9 ONOMA TOY MENOY 2 Setpoint 2 5 5 5 2 2 9...
Page 512: ...508 12 12 12 GO SB FAULT...
Page 543: ...539 8 8 1 PMW 4 2 8 2 inverter 8 3 8 3 inverter SET EEPROM FLASH setpoint...
Page 599: ...595...