DE
Montage
Klik de 2 onderdelen van het voetstuk samen
en leid de kabel en stekker door het gat in
het voetstuk.
Plaats de torenventilator op het voetstuk en
draai hem, zodat de schroefgaten worden
uitgelijnd.
Bevestig de torenventilator op zijn plaats met
behulp van 4 schroeven.
Schroef de 2 onderdelen van de basis tegen
elkaar met behulp van 2 schroeven.
Leid de kabel onder de clip door en zet de
clip vast met 2 schroeven.
Gebruik
Steek de stekker van de torenventilator in
een stopcontact.
Schakel de torenventilator met zwenkfunctie
in door de functieknop naar een van de
standen aan de zijkant te draaien waarop
pijlen staan aangegeven (6).
Schakel de torenventilator zonder
zwenkfunctie in door de functieknop naar
een van de standen aan de zijkant te draaien
aan de andere zijde (5).
Schakel de torenventilator uit door de
functieknop naar de UIT-stand te draaien.
Reiniging en onderhoud
Veeg de torenventilator regelmatig af met
een goed uitgewrongen doek en houd het
rooster altijd vrij van vuil.
Gebruik nooit corrosieve of schurende
reinigingsmiddelen, omdat deze de plastic
onderdelen van de torenventilator kunnen
beschadigen.