22
www.degardo.de LUNOCS
BEDIENING EN FUNCTIES
VAN DE AFSTANDSBEDIENINGEN
RGB afstandsbediening (afb. F)
Toets
Functie
F1
POWER-ON/OFF
(aan/uit)
Hoofdschakelaar
In- en uitschakelen van alle zones In uitgeschakelde stand blijft de laatst gekozen kleur
resp. het kleurverloopprogramma opgeslagen.
F2
Touch wheel
Instellen en selecteren van de kleuren. Door het touch wheel aan te raken wordt het
huidige programma onderbroken en wordt de betreffende kleur weergegeven.
F3
Helderheid
Instelling van de helderheid van zowel de permanente kleur als het
kleurverloopprogramma.
F4
Snelheid
Instellen van de snelheid van het kleurverloopprogramma:
Toets S-/S+
Programmakeuze Keuze van een van de programma's voor kleurverloop (1-9): Toets M
F5
POWER-ON/OFF
(aan/uit)
Zonebesturing
Met de zonebesturing kunnen afzonderlijke zones/lichtobjecten worden gekozen.
Wanneer de POWER-ON-toets (F5) langdurig wordt ingedrukt, begint de lamp met de
kleur wit.
Kleurverloopprogramma
Om een kleurverloopprogramma te kiezen drukt u op "toets M"; door meerdere keren te drukken kunt
u dan het betreffende programma (tabel 1-9) kiezen. Voor permanent wit de POWER-ON-toets (F1 of
F5) ingedrukt houden.
Nr. Kleurverloopprogramma
1. Vloeiend kleurverloop: geel-groen-blauw-violet-rood
2. Wit pulserend
3. Rood-groen-blauw-wit: pulserende wisselende kleuren
4. Kleurwissel: rood-groen-blauw-geel-violet-turquoise-wit
5. Knipperende kleurwissel: groen-blauw-wit
6. Rode puls - vervolgens 3 keer knipperend rood
7. Groene puls - vervolgens 3 keer knipperend groen
8. Blauwe puls - vervolgens 3 keer knipperend blauw
9. Combinatie van pulserende en knipperende kleurwissel (programma 1-8)
Afstandsbediening led warm-wit (afb. G)
Toets
Functie
G1
POWER-ON
(aan/uit)
Hoofdschakelaar
In- en uitschakelen van alle zones In uitgeschakelde stand blijft de laatst gekozen
instelling behouden.
G2
Draaiwieltje
Helderheid
Met het draaiwieltje kunt u in 11 stappen de helderheid van de verlichting regelen. Voor
centrale instelling (evt. meerdere lichtbronnen) de POWER-ON-toets (G1) indrukken. Om
de helderheid van afzonderlijke zones in te stellen, drukt u eerst op de gewenste POWER-
ON-toets van de zonebesturing (G3) en stelt u vervolgens de helderheid van de betreffende
zone in.
G3
POWER-ON
(aan/uit)
Zonebesturing
Keuze en toewijzing van de zones aan de lampen. Om alle zones te kiezen drukt u op de
POWER-ON-toets (G1).