2.
Betrokken Fn-toetsen
3.
Fn-toets
OPMERKING: De Fn-vergrendeling is alleen van toepassing op de bovenstaande toetsen (F1 t/m
F12). Wanneer de toetsvergrendeling is ingeschakeld, hoeft u de Fn-toets niet in te drukken om de
secundaire functies te gebruiken.
De functie (Fn)-vergrendeling inschakelen
1.
Druk op de toetsencombinatie Fn+Esc.
OPMERKING: Andere secundaire functietoetsen op de bovenste rij worden niet beïnvloed en
vereisen het gebruik van de toets Fn.
2.
Druk nogmaals op de toetsencombinatie Fn+Esc om de functievergrendeling te deactiveren.
De functietoetsen keren terug naar de standaardfuncties.
De Stealth-modus activeren/deactiveren
1.
Druk op de toetsencombinatie Fn+F7 (Fn-toets niet nodig als Fn Lock is ingeschakeld) om de stealth-
modus te activeren.
OPMERKING: Stealth-modus is een secundaire functie van de toets F7. U kunt de toets ook
gebruiken om andere functies uit te voeren. In dat geval dient u de toets Fn niet in te drukken.
2.
Wanneer u de Stealth-modus activeert, wordt het licht en geluid helemaal uitgeschakeld.
3.
Druk nogmaals op de toetsencombinatie Fn + F7 om de Stealth-modus te deactiveren.
De Stealth-modus uitschakelen in de systeemconfiguratie
(BIOS)
1.
Schakel de computer uit.
2.
Start de computer opnieuw op. Druk na het verschijnen van het Dell-logo herhaaldelijk op
F2
om het
menu System Setup (Systeemconfiguratie) te openen.
3.
Vouw het menu uit en open het menu
System Configuration (Systeemconfiguratie)
.
4.
Selecteer
Stealth Mode Control (Stealth-modus regelen)
.
OPMERKING: Stealth-modus is standaard ingeschakeld.
5.
Om de stealth-modus uit te schakelen, deselecteert u de optie
Enable Stealth-mode (Stealth-
modus inschakelen)
.
6.
Klik op
Wijzigingen toepassen
en klik op
Afsluiten
.
12