65
NL
ten de handvaten goed omslui-
ten.
4. Start de akku-kettingzaag.
5. bedien bij lopende motor de ket-
tingremhendel (3) met de linker
hand. Schuif hiertoe de ketting-
remhendel/voorste handbescher-
ming (3) weg van de voorste
greep (8).
Ketting moeten abrupt stoppt.
6. Als de kettingrem goed functio-
neert, laat u de aan-/uitschake-
laar (10) los en haalt u de rem
van de ketting.
Indien de kettingrem niet goed
funtioneert, mag u de kettingzaag
niet gebruiken. Laat de akku-ket-
tingzaag door onze klantenser-
vice repareren.
Automatische oliebevloeiing
kontroleren
Kontroleer voor het starten het oliepeil en
de automatische olie-bevloeiing.
• Start de kettingzaag en houdt ze boven
een lichte ondergrond. De zaag mag de
bodem niet aanraken.
Als u oliesporen ziet, funktioneert de
kettingzaag naar behoren.
Als er geen oliespoor zichtbaar is,
reinig dan eventueel de oliedoorlaat
of laat de akku kettingzaag door
onze klantenservice repareren.
Reinig de olietoevoer van het
zwaard (28) om een optimale, au-
tomatische oliebevloeiing van de
ketting tijdens het zagen te garan-
deren. Maak hiervoor gebruik van
een kwast of een doek, om resten
uit de oliedoorlaat te verwijderen.
Zwaard/Kettingrem
vervangen
1. Plaats de zaag op een vlakke onder-
grond.
2. Draai de bevestigingsschroef (13) en de
schroef voor het ketting-snelspansys-
teem (14)
tegen uurijzerzin
, om de
kettingspanning te verminderen en de
kettingwielkap (15) te verwijderen.
3. Verwijder het zwaard en de ketting.
Houd het zwaard (4) voor de demon-
tage in een hoek van ca. 45 graden
naar boven gezwenkt om de zaagket-
ting gemakkelijker van het kettingrond-
sel (22) te kunnen afnemen.
4. Om het zwaard te monteren zie “Zwaard
en zaagketting monteren”.
Het opspannen van de nieuwe
ketting wordt in het hoofdstuk ‚In-
bedrijfstelling‘ beschreven.
Zaagtechnieken
Allgemeen
Neem de bescherming tegen la-
waai en lokale voorschriften bij het
houthakken in acht. Plaatselijke
bepalingen kunnen een onderzoek
naar geschiktheid noodzakelijk
maken. Vraag bij het bosbeheer na.
• Vuil, stenen, losse schors, spijkers,
haakjes en draad dienen van de boom
verwijderd te worden.
• De motor van de kettingzaag altijd
uitschakelen voordat men van de ene
naar de andere boom overgaat.
• Zet bij iedere snede de klauwaanslag
er vast tegen en begin dan pas met het
zagen.
• U heeft een betere kontrole over de
zaag als u met de onderkant van het