2
NL
VOCHTIGHEIDSREGELAAR
•DH 26
Bevindt zich voorop het toestel. Geeft een gradatie aan
met een schaal die van 1 tot 5 gaat. De instelling van de
vochtigheidsregelaar op de minimumwaarde (1) betekent het
toestel te laten werken totdat 80% van de relatieve vochtigheid in
de omgeving bereikt is. De instelling van de vochtigheidsregelaar
op de maximale waarde (5) betekent het toestel te laten werken
totdat 20% van de relatieve vochtigheid in de omgeving bereikt
is. In de stand “CONT” werkt het toestel altijd onafhankelijk van
de waarde van de relatieve vochtigheid. In stand “OFF” start het
toestel nooit (éénpolige schakelaar) (Afb. 4).
•DH 44-62-92
Bevindt zich voorop het toestel. Heeft een gradatie met een
schaal die van de minimumwaarde 80% tot de maximumwaarde
20% gaat, van de relatieve vochtigheid die men in de omgeving
wil bereiken (Afb. 5).
URENTELLER
•DH 26
De urenteller bevindt zich achterop het toestel. Deze geeft het
aantal werkuren aan (Afb. 6).
•DH 44-62-92
De urenteller bevindt zich voorop het toestel. Deze geeft het
aantal werkuren aan (Afb. 6).
EERSTE KEER STARTEN
Voor het inwerkingstellen moet het toestel in verticale positie
staan (positie voor normaal gebruik) gedurende tenminste acht
uren. Het niet naleven van deze norm kan een onherstelbare
beschadiging van de compressor tot gevolg hebben.
Als de hierboven vermelde tijdsperiode voorbij is, kan de stekker
van de luchtontvochtiger in een geaard monofase stopcontact
van 220-240 volt worden gestoken. Er moet tenminste één rood
controlelampje “POWER” gaan branden, hetgeen aanduidt dat
het apparaat correct van stroom wordt voorzien. Mocht het
controlelampje “WORKING” niet branden, draai dan de knop
van de vochtigheidsregelaar rechtsom, totdat het genoemde
controlelampje wel gaat branden. Ook het controlelampje
“DEFROST” gaat branden en na circa vijf minuten begint het
apparaat te ontvochtigen. Mocht het groene lampje “FULL”
branden, dan start het toestel niet. Leeg de watertank waarin de
condens verzameld wordt.
ALS DE LUCHTONT-
VOCHTIGER NIET START OF
NIET ONTVOCHTIGT
Ten eerste moet gecontroleerd worden of het rode controlelampje
“POWER” wel brandt. Dit geeft aan dat het toestel van stroom
voorzien is. Is dit niet het geval, controleer dan of de stekker
correct in het stopcontact zit en of deze daadwerkelijk is
aangesloten op de stoomvoorziening. Als bovengenoemde is
gecontroleerd en het bovengenoemde lampje uit is, breng dan
het toestel naar de dealer waar u hem hebt aangeschaft.
Controleer of het groene lampje “FULL” gedoofd is en controleer
of de watertank leeg is.
Controleer of het rode lampje “WORKING” brandt, hetgeen
aangeeft dat de vochtigheidsregelaar de werking vraagt. Wanneer
het toestel start na een pauze door het bereikt hebben van de
vooraf bepaalde vochtigheidsgraad, of nadat de tank is geleegd,
gaat, naast de lampjes “POWER” en “WORKING” ook het lampje
“DEFROST” branden. Deze situatie duurt circa 3 minuten, waarin
alleen de ventilator werkt, terwijl de compressor uit blijft.
Deze cyclus wordt circa elke vijfenveertig minuten herhaald, om
eventuele ontdooiing van de serpentijn toe te laten (verdamper).
Wanneer het lampje “DEFROST” langer dan tien minuten blijft
branden, moet de luchtontvochtiger naar de dealer worden
teruggebracht.
Wanneer het toestel correct blijkt te werken en “WORKING”
en “POWER” branden, maar het geen of heel weinig water
produceert, controleer dan of de relatieve vochtigheid in de
omgeving niet onder de 40-45% ligt. Is dit niet het geval, breng
dan de luchtontvochtiger naar de dealer.
AANSLUITING OP EEN
AFVOERLEIDING
•DH 26
Deze luchtontvochtiger heeft de mogelijkheid het toestel direct
op een vaste afvoerleiding aan te sluiten.
In dat geval moet de watertank verwijderd worden, om de
aansluiting van de leiding op de koppeling mogelijk te maken.
Voor de aansluiting moet de speciale koppeling (meegeleverd),
in de rechterzijde van de opening voor de watertank worden
gebracht. (Afb. 7). De rubberen pakking (ook meegeleverd)
moet worden gebruikt om de hendel van de microschakelaar,
in het linkerdeel van de opening voor de watertank (Afb. 8) te
blokkeren.
•DH 44-62-92
Deze luchtontvochtiger heeft de mogelijkheid het toestel direct
op een vaste afvoerleiding aan te sluiten.
In dat geval moet de watertank verwijderd worden, om de
aansluiting van de leiding op de van schroefdraad voorziene
holle koppeling (DH92) (Afb. 9). mogelijk te maken.
Voor de aansluiting moet een leiding gebruikt worden met een
aansluiting van ¾” vrouwelijk (DH 44 - DH 62) of mannelijk (DH
92).
PERIODIEK ONDERHOUD
Het enige onderhoud dat periodiek moet worden verricht is de
reiniging van het
fi
lter, met een variabele frequentie afhankelijk
van de stof
fi
gheid van de omgeving en de hoeveelheid uren per
dag effectieve werking van het toestel.
Voor een normaal gebruik is het voldoende het toestel één keer
per maand te reinigen. Voor gebruik in stof
fi
ge ruimten moet het
toestel vaker worden schoongemaakt.
Het onderhoud moet worden verricht door het
fi
lter onder de
waterstraal van een normale kraan te houden in tegengestelde
richting ten opzichte van hoe de luchtstroom door het
fi
lter
gaat. Het geperforeerde paneel moet naar beneden gehouden
worden opdat het water het
fi
lter naar het paneel zelf duwt.
Na enkele jaren van werking kan een reiniging van de
warmtewisselaar nodig zijn (condensator) met perslucht. Dit
moet worden gedaan door gekwali
fi
ceerd personeel. Deze
schoonmaak verbetert de prestaties van het apparaat en zorgt
voor een langere levensduur ervan.
Summary of Contents for MASTER DH 26
Page 2: ...FIG 4 FIG 4f FIG 3 FIG 3f FIG 1 FIG 1f FIG 2 FIG 2f ...
Page 3: ...FIG 9 FIG 9f FIG 7 FIG 7f FIG 7 FIG 7f FIG 8 FIG 8f FIG 8 FIG 8f FIG 8 FIG 8f ...
Page 38: ...1 LT ...
Page 39: ...2 LT ...
Page 40: ...1 LV ...
Page 41: ...2 LV ...