66
N E D E R L A N D S
• Verhoog de klemdruk, indien nodig, door de
schroef iets aan te draaien (10).
• Zet de vergrendeling vast.
• Maak de vergrendeling los om de beschermkap
te verwijderen.
D28117/D28137
• Verwijder de bevestigingsmiddelen (10).
• Ga verder zoals onder beschreven om de
beschermkap over de as te schuiven.
• Plaats de bevestigingsmiddelen terug.
• Plaats de beschermkap zoals hierboven
beschreven.
Gebruik het apparaat nooit als de
beschermkap niet is geplaatst.
Aanbrengen en verwijderen van een afbraam- en
doorslijpschijf (fig. C1 & C2)
• Leg de machine met de beschermkap naar
boven op een tafel.
• Plaats de binnenflens (11) correct op de spindel
(12) (fig. C1).
• Plaats de schijf (13) op de flens (11). Zorg ervoor
dat bij het plaatsen van een schijf met verhoging
in het midden, de verhoging (14) tegen de flens
(11) is geplaatst.
• Schroef de buitenste flens (15) op de spindel (12)
(fig. C2):
– bij het plaatsen van een afbraamschijf (A) moet
de ring op de flens (15) tegen de schijf worden
geplaatst;
– bij het plaatsen van een doorslijpschijf (B) moet
de ring op de flens (15) niet aan de kant van de
schijf worden geplaatst;
• Druk de spindelvergrendeling (2) in en verdraai de
spindel (12) totdat deze in de juiste positie vastklikt.
• Draai de flens (15) aan met behulp van de
meegeleverde spansleutel.
• Laat de spindelvergrendeling los.
• Draai de flens (15) met de spansleutel los om de
schijf te verwijderen.
Gebruik geen beschadigde schijf.
Monteren van de zijhandgreep (fig. D)
• Draai de zijhandgreep (4) vast in een van de
gaten (16) aan de zijkant van het motorhuis.
D28116/D28117/D28136/D28137 –
Instellen van de elektronische snelheidsregeling
(fig. A)
• Zet het stelwiel (5) in de gewenste stand.
Draai het stelwiel omhoog voor hogere snelheid
en omlaag voor lagere snelheid. De juiste
instelling wordt proefondervindelijk vastgesteld.
Bijvoorbeeld:
– voor het zagen in lichte, brosse materialen kiest
u een lage stand;
– voor het zagen in hardere materialen kiest u
een hoge instelling.
Aanwijzingen voor gebruik
• Neem altijd de veiligheidsinstructies in
acht en houdt u aan de geldende
voorschriften.
• Controleer of alle werkstukken die
afgebraamd of doorgeslepen moeten
worden goed vastgeklemd zijn.
• Oefen slechts een lichte druk op de
machine uit. Voer geen zijdelingse druk
op de schijf uit.
• Voorkom overbelasting. Laat de machine
in geval van oververhitting een paar
minuten onbelast draaien.
Voor gebruik:
• Monteer de juiste beschermkap en afbraam- of
doorslijpschijf. Gebruik geen overmatig versleten
of beschadigde schijven.
• Controleer of de binnen- en buitenflens juist zijn
gemonteerd.
• Controleer de draairichting van de schijf aan de
hand van de pijlen op de machine en de schijf.
In- en uitschakelen (fig. A)
• Druk de aan/uit-schakelaar (1) in om de machine
in te schakelen.
• Voor continu bedrijf duwt u de aan/uit-schakelaar
naar voren.
• Stop de machine door de schakelaar los te laten.
Schakel de machine in continu bedrijf uit door op
de achterkant van de schakel uit te drukken.
Schakel de machine nooit in of uit bij
volle belasting.