NEDERLANDS
97
•
Zorg ervoor dat alle te bewerken
materialen stevig bevestigd zijn. Verwijder
spijkers, schroeven en andere voorwerpen die
het zaagblad kunnen beschadigen.
•
Controleer of er aan de onderkant van
het werkstuk voldoende ruimte voor het
zaagblad is. Zaag geen materialen die de
maximum zaagdiepte van het zaagblad
overschrijden.
•
Gebruik uitsluitend scherpe zaagbladen.
Vervang beschadigde of verbogen
zaagbladen onmiddellijk.
•
Gebruik de machine niet voor het zagen
van pijpen en buizen.
•
Laat de machine uitsluitend draaien met
gemonteerd zaagblad.
•
Beweeg de machine tijdens het zagen
altijd rustig en gelijkmatig voort en oefen
geen zijdelingse druk op het zaagblad
uit. Zorg ervoor dat de bodemplaat
geheel op het werkstuk rust. Bij het
zagen van bogen, cirkels of andere
ronde vormen zeer langzaam duwen.
•
Verwijder het zaagblad uit het werkstuk
wanneer de machine helemaal stilstaat.
Raak het zaagblad niet aan onmiddellijk
na het zagen. Het zaagblad kan erg
heet zijn.
Juiste positie van de handen
(fi g. A, H)
WAARSCHUWING:
Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u
ALTIJD
de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING:
Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het
ALTIJD
stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen betekent één hand
aan de bovenhandgreep (24), terwijl u met de andere
hand de hoofdgreep (11) vasthoudt.
In- en uitschakelen (fi g. I)
Om veiligheidsredenen is uw machine voorzien van
een ontgrendelknop.
•
Om de machine te ontgrendelen, laat u de
vergrendeling (2) los.
•
Druk op de schakelaar (1) om de machine te
starten. Het toerental van de machine wordt
bepaald door de druk die op de schakelaar
wordt uitgeoefend.
•
Stop de machine door de schakelaar los
te laten.
•
Om de machine in de uit-stand the blokkeren,
activeert u de vergrendeling.
WAARSCHUWING:
Laat de machine
ca. 3 minuten op de maximum
onbelaste snelheid draaien, nadat
u haar gedurende lange tijd in lage
snelheidsinstellingen heeft gebruikt.
Zagen in hout
• Teken eventueel een zaaglijn.
• Schakel de machine in.
•
Houd de machine tegen het werkstuk en volg
de zaaglijn.
•
Monteer voor zaagsneden die parallel met de
rand van het werkstuk lopen de parallelgeleider
en ga te werk als afgebeeld in figuur J.
Zagen in hout met voorboren
• Teken eventueel een zaaglijn.
•
Boor een gat (ø minimaal 12 mm) en voer het
zaagblad in.
•
Schakel de machine in.
•
Volg de zaaglijn.
•
Gebruik voor het zagen van ronde vormen de
zaagspil en stel de juiste straal in (fig. K).
Zagen tot aan opstaande randen
(fi g. L)
•
Zaag tot aan de opstaande rand met behulp
van een standaard zaagblad.
•
Voltooi de zaagsnede met behulp van een
afwerkzaagblad.
Stofafzuiging (fi g. G)
•
Wanneer de zaagmachine gedurende lange
tijd binnenshuis wordt gebruikt, moet een
stofafzuiginstallatie worden gebruikt. Gebruik
een stofafzuiger die voldoet aan de geldende
richtlijnen voor stofemissie.
Zagen in metaal
•
Monteer het gewenste zaagblad met de juiste
vertanding.
•
Ga te werk zoals hierboven beschreven.
Summary of Contents for DC330
Page 1: ...DC330 www eu ...
Page 3: ...1 A 15 11 2 1 3 12 14 13 4 5 10 9 8 6 7 12 24 ...
Page 4: ...2 12 16 12 16 B 7 6 4 C D 10 8 ...
Page 5: ...3 E 17 F2 17 18 21 19 F1 8 18 20 19 G 23 5 22 ...
Page 6: ...4 I 2 1 1 2 J H ...
Page 7: ...5 K L ...
Page 183: ...181 ...