NEDERLANDS
77
typen accu’s zouden uit elkaar kunnen
springen en persoonlijk letsel en schade
kunnen veroorzaken.
VOORZICHTIG:
Houd toezicht op
kinderen zodat zij niet met het apparaat
kunnen spelen.
OPMERKING:
Onder bepaalde
omstandigheden kan er kortsluiting
in de lader ontstaan door vreemde
materialen, wanneer de stekker van
de lader in het stopcontact zit. Houd
vreemde materialen die geleidende
eigenschappen hebben, zoals, maar
niet uitsluitend, slijpstof, metaalsnippers,
staalwol, aluminiumfolie of een
ophoping van metaaldeeltjes, weg uit
de uitsparingen in de lader. Trek altijd
de stekker uit het stopcontact wanneer
er geen accu in de lader zit. Trek de
stekker van de lader uit het stopcontact
voordat u de lader gaat reinigen.
• Probeer NIET de accu op te laden met
andere laders dan die in deze handleiding
worden beschreven.
De lader en de accu zijn
speciaal voor elkaar ontworpen.
• Deze laders zijn niet bedoeld voor een
andere toepassing dan het opladen van
oplaadbare accu’s van D
E
WALT.
Andere
toepassingen kunnen leiden tot het gevaar van
brand, elektrische schok of elektrocutie.
• Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
• U kunt beter niet aan het snoer trekken
wanneer u de stekker van de lader uit het
stopcontact trekt.
Er is dan minder risico
op beschadiging van het snoer en van de
stekker.
• Het is belangrijk dat u het snoer zo plaatst
dat niemand erop kan stappen of erover kan
struikelen, en het snoer niet op een andere
manier kan beschadigen of onder spanning
kan komen te staan
.
• Gebruik alleen een verlengsnoer als het er
werkelijk niet anders kan.
Gebruik van een
ongeschikt verlengsnoer kan het risico van
brand, elektrische schok of elektrocutie tot
gevolg hebben.
• Plaats niet iets boven op een lader en plaats
de lader niet op een zacht oppervlak omdat
hierdoor de ventilatiesleuven kunnen worden
geblokkeerd en de lader binnenin veel te
heet wordt.
Plaats de lader niet in de buurt van
een warmtebron. De lader wordt geventileerd
door sleuven boven en onder in de behuizing.
• Gebruik de lader niet met een beschadigd
snoer of een beschadigde stekker
— laat
deze onmiddellijk vervangen.
•
Gebruik de lader niet als er hard op is
geslagen, als de lader is gevallen of op een
andere manier beschadigd is.
Breng de lader
naar een erkend servicecentrum.
• Haal de lader niet uit elkaar; breng de lader
naar een erkend servicecentrum wanneer
service of reparatie nodig is.
Onjuiste
montage kan leiden tot het risico van een
elektrische schok, elektrocutie of brand.
• Als het netsnoer is beschadigd, moet het
onmiddellijk worden vervangen door de
fabrikant, een servicemonteur van de fabrikant
of een dergelijk vakbekwaam persoon, zodat
risico is uitgesloten.
• Trek de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u de lader gaat
schoonmaken. Er is dan minder risico van
een elektrische schok.
Het risico is niet minder
wanneer u de accu verwijderd.
• Probeer NOOIT
2 laders op elkaar aan te
sluiten.
• De lader is ontworpen voor de 230V
stroomvoorziening van een woning. Probeer
de lader niet te gebruiken op een andere
spanning.
Dit geldt niet voor de 12V-lader.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
De laders DCB100 en DCB105 werken met accu’s
van het type 10,8 V Li-Ion.
Deze laders hebben geen aanpassingen nodig en
zijn ontworpen voor een gemakkelijke bediening.
Oplaadprocedure (afb. [fi g.] 2)
1. Steek de acculader (k) in een geschikt
stopcontact voordat u de accu erin plaatst.
2. Plaats de accu (f) in de acculader. Het rode
(oplaad-) lampje knippert continu om aan te
geven dat het oplaadproces is begonnen.
3. Het voltooien van het opladen wordt
aangegeven doordat het rode lampje continu
AAN blijft. De accu is volledig opgeladen en kan
nu worden gebruikt of in de acculader worden
gelaten.
OPMERKING:
U kunt maximale prestaties en
levensduur van Li-Ion-accu’s garanderen door de
accu’s volledig op te laden voordat u deze voor het
eerst in gebruik neemt.