NEDERLANDS
64
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is ontworpen voor slechts
één spanning. Controleer altijd of de accuspanning
overeenstemt met de spanning op de kenplaat. Zorg
ook dat de spanning van uw lader overeenkomt met
die van uw stroomnet.
Uw D
E
WALT lader is dubbel geïsoleerd,
conform EN 60335.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik geen verlengsnoer, tenzij absoluut
noodzakelijk. Gebruik een goedgekeurde kabel die
geschikt is voor de stroomtoevoer van uw lader (zie
technische gegevens). De minimumafmeting van de
geleider is 1 mm
2
; de maximumlengte is 30 m.
Montage en aanpassing
LET OP:
Vóór montage en aanpassing
moet u altijd de accu verwijderen.
Schakel het werktuig altijd uit voordat u
de accu inbrengt of verwijdert.
LET OP:
Gebruik alleen D
E
WALT accu’s
en laders.
Accu (fi g. 1)
ACCUTYPE
De DW052 en DW053 werken op 12-volt accu’s. De
DW054 en DW055 werken op 14,4-volt accu’s. De
DW056 en DW057 werken op 18-volt accu’s.
De accu opladen (fi g. 2)
Als de accu (e) voor de eerste keer opgeladen
wordt, of na langdurige opslag, zal deze slechts
voor 80 % opladen. Na een aantal ladings- en
ontladingscycli zal de accu de volle capaciteit
bereiken. Controleer altijd het stroomnet voordat
u de accu oplaadt. Als het stroomnet werkt maar
de accu niet oplaadt, breng uw lader dan naar een
erkende D
E
WALT reparateur. Tijdens het opladen
kunnen de lader en de accu warm aanvoelen. Dit is
volkomen normaal en wijst niet op een probleem.
LET OP:
Laad de accu niet op in
een omgevingstemperatuur van
< 4 °C of > 40 °C. Aanbevolen
laadtemperatuur: ongeveer 24 °C.
Om de accu (e) op te laden, zet u deze in de lader
(g) zoals getoond en sluit u de lader aan. Zorg
ervoor dat de accu volledig vastzit in de lader. De
rode laadindicator (h) zal knipperen.
Na ongeveer 1 uur zal het stoppen met knipperen
en blijven branden. De accu is nu volledig
opgeladen. De accu kan op elk moment verwijderd
worden of kan in de aangesloten lader blijven voor
een langere periode (met een maximum van 14
dagen).
Inbrengen en verwijderen van
de accu
1. Zet de accu (e) in de klem tot het op de juiste
plaats klikt.
2. Om de accu te verwijderen, drukt u tegelijkertijd
op de twee ontkoppelingsknoppen (f) en trekt u
de accu uit de klem.
Accudop (fi g. 2)
Een beschermende accudop (i) wordt meegeleverd
om de aansluitpunten van een losgekoppelde accu
te bedekken. Zonder de beschermdop zouden
losse metalen voorwerpen de aansluitpunten kunnen
kortsluiten, wat tot een brandrisico leidt en schade
aan de accu veroorzaakt.
1. Verwijder de beschermende accudop (i) voordat
u de accu (e) in de lader of het werktuig plaatst.
2. Plaats de beschermdop onmiddellijk op de
aansluitpunten nadat u de accu uit de lader of
het werktuig hebt verwijderd.
LET OP:
Zorg ervoor dat de
beschermende accudop op zijn plaats
zit voordat u een losgekoppelde accu
opbergt of draagt
Automatische verversing
De automatische verversingsmodus zal de
individuele cellen in de accu gelijkschakelen of
balanceren op het piekvermogen van de accu.
Accu’s moeten een hele nacht ververst worden na
elke 10e cyclus van laden/ontladen, of wanneer de
accu niet langer dezelfde hoeveelheid werk levert.
Om uw accu te verversen, plaatst u deze zoals
gebruikelijk in de lader. Het rode lampje zal
doorlopend knipperen om aan te geven dat de
laadcyclus begonnen is.
Als de oplaadcyclus van 1 uur voltooid is, zal
het lampje voortdurend branden en niet langer
knipperen. De accu is volledig opgeladen en kan nu
gebruikt worden.
Als de accu in de lader gelaten wordt na de eerste
oplaadtijd van 1 uur, zal de lader automatisch de
verversingsmodus activeren. Deze modus zal 8 uur
lang doorgaan, maar de accu kan op elk moment
tijdens deze verversingsmodus verwijderd worden.