79
nEDERLanDs
Kiesschijf variabele snelheid (Afb. A)
WAARSCHUWING:
Als de snelheidsregeling niet
meer werkt, of met horten en stoten, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van het gereedschap.
Breng het ter reparatie naar een
D
e
WALT
-fabriek of een
geautoriseerd servicebedrijf.
OPMERKING:
De bovenfrees is voorzien van elektronica
om de snelheid van het gereedschap tijdens het frezen te
bewaken en te handhaven. Bij een lage en gemiddelde
snelheid zorgt de snelheidsregeling ervoor dat de snelheid
van de motor niet afneemt. Als u een verandering in de
snelheid hoort en doorgaat met de motor belasten, zou
de motor beschadigd kunnen raken door oververhitting.
Verminder de freesdiepte en/of verlaag de aanvoersnelheid
en voorkom zo dat het gereedschap beschadigd raakt.
Zie de Selectietabel voor de snelheid voor het kiezen van
de snelheid van de bovenfrees. U kunt de snelheid van de
bovenfrees regelen door de kiesschijf voor de snelheid
1
te
draaien. Bij gebruik van de kiesschijf
1
voor de snelheid kan de
snelheid variëren van 9000 tot 22000 tpm.
1. Draai de kiesschijf voor de snelheid naar de gewenste
positie. De kiesschijf is voorzien van de cijfers 1 ‑ 7 of en die
komen overeen met de snelheden van de bovenfrees van
9000 tot 22000 tpm.
2. Gebruik de langzamere instellingen voor frezen met een
grote diameter en de snellere instellingen voor frezen met
een kleine diameter.
3. Wat de juiste instelling is, zal ook afhangen van de dichtheid
van het materiaal, de freesdiepte en de aanvoersnelheid van
de bovenfrees.
OPMERkIng:
Wanneer de motor merkbaar snelheid
verliest, betekent dat dat de motor wordt overbelast.
SNELHEIDSELECTIETABEL
STAND VAN DE
KIESSCHIJF
TPM bij benadering
1
9000
2
11000
3
13000
4
15000
5
18000
6
20000
7
22000
De snelheden in deze tabel zijn een benadering van de juiste
snelheden en dienen slechts ter referentie. Misschien zal de
bovenfrees niet exact de snelheid leveren die voor de instelling
van de kiesschijf wordt vermeld.
WAARSCHUWING:
Volg altijd de aanbevelingen
van de fabrikant voor de snelheden omdat bepaalde
freesbit-ontwerpen een bepaalde snelheid vragen ten
behoeve van veiligheid of prestatie.
Aan/uit‑schakelaar (Afb. A)
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig
persoonlijk letsel, schakel het apparaat uit en
verbreek de aansluiting op de stroomvoorziening
voordat u aanpassingen uitvoert of hulpstukken of
accessoires verwijdert/plaatst.
Per ongeluk starten kan
letsel tot gevolg hebben.
1. Schakel het apparaat in door de aan/uit‑schakelaar in te
knijpen
3
. Blijf de schakelaar inknijpen of laat het apparaat
voortdurend werken door de knop
20
vergrendeling in de
aan‑stand in te drukken.
2. Het apparaat uitschakelen:
a. Als de vergrendeling in de aan‑stand is ingeschakeld,
kunt u de knop voor vergrendeling in de aan‑stand
vrijgeven door erop te drukken en de aan/uit‑schakelaar
los te laten.
b. Laat de aan/uit‑schakelaar los, als de schakelaar voor
vergrendeling in de aan‑stand niet is ingedrukt.
Houd u aan de aanbevolen instellingen hieronder, zodat
overbelasting van het gereedschap doordat u de verkeerde
snelheid kiest, wordt voorkomen:
MATERIAAL
FREESDIAMETER
10 - 30 mm
30 - 50 mm
SELECTIE VAN DE SNELHEID
Hardhout
7 - 5
6 - 2
Zachthout
7 - 6
7 - 5
Spaanplaat met toplaag
7 - 6
7 - 4
Kunststof
7 - 5
7 - 4
OPMERkIng:
Op panelen met een kunststof laag mogen
alleen frezen met een carbide tip worden gebruikt. Door de
harde kunststof laag zullen stalen frezen snel bot worden.
OPMERkIng:
De verplaatsing van de invalfrees zal beter
verlopen als u vaak opeengehoopte stof‑ en vuilresten van de
kolommen verwijdert. Als de verplaatsing van de invalfrees
niet zo gelijkmatig verloopt als gewenst, kunt u de kolommen
smeren met droog teflon‑smeermiddel.
1. Plaats, nadat u de freesdiepte hebt ingesteld, zoals wordt
beschreven, de bovenfrees zo dat de freesbit vlak boven de
plaats staat waar u wilt gaan frezen.
2. Breng, terwijl de bovenfrees loopt, de machine gelijkmatig
omlaag in het werkstuk.
BREng DE BOVEnFREEs nIEt
MEt EEn kLaP OMLaag
.
3. Wanneer het gereedschap de vooraf ingestelde diepte
bereikt, vergrendel de machine dan met een druk op de
snelvrijgaveknop
7
.
4. Duw, wanneer u het freeswerk hebt voltooid, op de hendel
vergrendeling invalfrezen
6
, ontgrendel de machine en laat
de veer de freesmachine direct uit het werkstuk lichten.
5. Voer de frees altijd in de tegenovergestelde richting in als de
richting waarin de beitel draait. Zie Afb. L.