137
nEDERLanDs
D
Reiniging
WAARSCHUWING:
Blaas vuil en stof uit de
hoofdbehuizing met droge lucht, zo vaak u ziet dat
vuil zich in en rond de luchtopeningen ophoopt. Draag
goedgekeurde oogbescherming en een goedgekeurd
stofmasker als u deze procedure uitvoert.
WAARSCHUWING:
Gebruik nooit oplosmiddelen of
andere bijtende chemicaliën voor het reinigen van
niet-metalen onderdelen van het gereedschap. Deze
chemicaliën kunnen het materiaal dat in deze onderdelen
is gebruikt verzwakken. Gebruik een doek die uitsluitend
met water en milde zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit
enige vloeistof in het gereedschap komt; dompel nooit
enig onderdeel van het gereedschap in een vloeistof.
C
Smering
Uw elektrische gereedschap heeft geen aanvullende
smering nodig.
ONDERHOUD
Uw gereedschap op stroom is ontworpen om gedurende een lange
tijdsperiode te functioneren met een minimum aan onderhoud. Het
continu naar bevrediging functioneren hangt af van de juiste zorg
voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert.
Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Aan de lader en de accu kan geen onderhoud worden verricht.
Metaal zagen
Gebruik voor het snijden met gebonden schuurmiddelen
altijd de type a beschermkap.
Werk bij het zagen op een gematigde snelheid, aangepast
aan het materiaal dat wordt gezaagd. Zet geen druk op de
zaagschijf, kantel de machine niet of laat de machine niet trillen.
Verminder de snelheid van lopende zaagschijven niet door
zijwaartse druk uit te oefenen.
De machine moet altijd in een omhooggaande beweging
werken. Anders bestaat er het gevaar dat de machine uit de
zaagsnede wordt geduwd en u de controle verliest.
Bij het zagen van profielen en vierkante balken kunt u het beste
beginnen bij de kleinste doorsnede.
schijf worden gebogen en dat kan leiden tot breuk van de
schijf. Schijven voor het slijpen van randen zijn niet bestand
tegen zijdelingse druk die wordt veroorzaakt door buigen.
5. Til het gereedschap van het werkoppervlak voordat u het
gereedschap uitschakelt. Laat het gereedschap tot stilstand
komen en leg het daarna pas neer.
Randen slijpen en zagen (Afb. M)
WAARSCHUWING:
Gebruik schijven voor het zagen/
slijpen van randen niet voor het slijpen van oppervlakken
omdat deze schijven niet bestand zijn tegen de zijdelingse
druk die ontstaat bij het slijpen van een oppervlak. Breuk
van de schijf en letsel kan het gevolg zijn.
VOORZICHTIG:
Schijven die worden gebruikt voor zagen
en het schuren van randen kunnen breken of terugslaan als
zij worden gebogen tijdens de werkzaamheden. Tijdens alle
schuur/zaag werkzaamheden moet de open zijde van de
beschermkap van de gebruiker vandaan zijn gericht.
OPMERKING:
Randen slijpen/zagen met een Type 27 schijf
moet worden beperkt tot ondiepe zaagsneden en
inkepingen—minder dan 13 mm diep met een nieuwe
schijf. Verminder de diepte van de zaagsnede/inkeping
gelijk aan de vermindering van de schijfdiameter als deze
afslijt. Raadpleeg de
Tabel Toepassingen accessoires
en Beschermkap
voor meer informatie. Gebruik een
Type A beschermkap tijdens randen slijpen/zagen met een
Type 41 schijf.
1. Geef het gereedschap de tijd om volledig op
snelheid te komen voor u met het gereedschap het
werkoppervlak aanraakt.
2. Oefen minimale druk uit op het werkoppervlak, laat het
gereedschap op hoge snelheid zijn werk doen. Het schuur-
en zaagrendement van het gereedschap is het grootst
wanneer het gereedschap op hoge snelheid werkt.
3. Ga zo staan dat de open onderzijde van de schijf van u af
is gericht.
4. Verander niet meer de hoek van de zaagsnede wanneer
het zagen is begonnen en er in het werkstuk een inkeping
is ontstaan. Wanneer u de hoek verandert zal daardoor de
Milieuveiligheid
1. Verf moet worden verwijderd op een manier dat er zo min
mogelijk stof wordt gegenereerd.
2. Ruimten waar verf wordt verwijderd moeten worden
afgedicht met plastic doek met een dikte van 0,4 mm.
3. Schuren moet zo worden uitgevoerd dat er weinig sporen
van verfstofdeeltjes buiten de werkplek komen.
Reinigen en verwijderen
1. Alle vlakken op de werkplek moeten dagelijks worden
gestofzuigd en grondig worden gereinigd zolang er
wordt geschuurd. Stofzuigerzakken moeten regelmatig
worden vervangen.
2. Plastic dekkleden moeten worden verzameld en worden
verwijderd met eventuele stofsnippers en ander verwijderd
vuil. Zij moeten in afgedichte vuilnisbakken worden
geplaatst en worden opgehaald volgens regelmatig
uitgevoerde opruimprocedures.
Tijdens het schoonmaken moeten kinderen en zwangere
vrouwen uit de buurt worden gehouden van de
directe werkplek.
3. Alle speelgoed, afwasbare meubels en gebruiksvoorwerpen
die worden gebruikt door kinderen, moeten grondig
worden gewassen voor ze weer worden gebruikt.