NL
FR
DE
A34
DHOLLANDIA
§5.2 - Instructions générales de sécurité
§5.2 - Algemene veiligheidsinstructies
Der Bediener sollte immer zugelassene Arbeitskleidung tragen.
Er sollte niemals weit geschnittene Kleidungsstücke tragen, die
eventuell in die beweglichen Teile des Liftes gelangen können.
Für die Bedienung des Liftes sind ausdrücklich Sicherheitsar-
beitsschuhe mit Stahlschutzkappen, einer rutschhemmenden
Gummisohle und die Verwendung von Sicherheitshandschuhen
vorgeschrieben. [Fig. 5.2.1]
Kontrollieren Sie, ob der Lift auf sichere Weise benutzt werden
kann. Vor dem Öffnen der Fahrzeugtür und dem Entriegeln der
mechanische Verriegelung des Liftsystems muss geprüft wer-
den, ob der Lift sicher und gem. den Vorschriften verwendet
werden kann. Ergreifen Sie Vorsichtsmaßnahmen, um die Si-
cherheit der Personen auf der Plattform und Dritter im Verkehr
zu gewährleisten.
Entfernen sie aus dem Arbeitsbereich des Liftes alle Gegen-
ständen, die die Bewegungsabläufe des Liftsystems behindern
könnten.
Sorgen Sie dafür, dass die Plattform von allen Seiten deutlich
sichtbar ist (Warnblinkleuchten an der Plattform, blinkende
Rückleuchten des Fahrzeuges, Verkehrskegel, …) und dass
der Arbeitssicherheitsbereich des Lifts ausreichend beleuchtet
sind.
Das Fahrzeug muss sicher mit angezogener Handbremse und
ausgeschaltetem Motor geparkt werden. Verwenden Sie den
Lift nur, wenn das Fahrzeug auf einer geraden Fläche steht. Die
Benutzung des Lifts ist gefährlich, wenn das Fahrzeug an ei-
nem Gefälle steht. [Abb. 5.2.2] Schließen sie die Fahrzeugtür
und befestigen sie alle beweglichen Teile im und am Fahrzeug.
Sorgen Sie dafür, dass das Fahrzeug nicht umkippen kann,
wenn Sie schwere Ladungen auf die Plattform stellen.
Om de veiligheid van de bediener, de rolstoel-passagiers
en toevallige omstanders te garanderen, moet de bediener
tijdens het gebruik alle veiligheidsvoorschriften van
hoofdstuk 5 nauwgezet respecteren.
De bediener moet aangepaste werkkledij dragen. Draag nooit
loszittende kledij die verstrikt kan raken in de bewegende delen
van de lift. Draag altijd veiligheidsschoenen met stalen tip en
een goede antislipzool, alsook beschermende handschoenen.
[fig. 5.2.1]
Controleer voordat u de voertuigdeuren opent en het mechanische
platformslot van de lift loszet, of de lift veilig kan worden gebruikt.
Neem de nodige voorzorgen om uw eigen veiligheid en die van de
gebruikers op het platform, van toevallige omstanders en derden in
het verkeer te waarborgen.
Verwijder alle voorwerpen ui de werkzone, die het vrij bewegen
van de lift kunnen belemmeren.
Zorg ervoor dat het platform duidelijk zichtbaar is in alle
naderingsrichtingen (knipperende lichten, platformwimpels,
signalisatiekegels, enz...) en dat de werkzone voldoende verlicht is.
Het voertuig moet veilig geparkeerd staan met de handrem op
en de motor uitgeschakeld. Gebruik de lift alleen wanneer het
voertuig vlak geparkeerd staat. Het is gevaarlijk om de lift te
gebruiken wanneer het voertuig op een helling geparkeerd
staat. [fig. 5.2.2]. Zet de voertuigdeuren vast en maak alle
andere bewegende delen van de voertuigcarrosserie vast.
Zorg ervoor dat het voertuig niet kan omkantelen wanneer er
zware ladingen op het platform worden gezet.
Afin d'assurer la sécurité de l'opérateur, des passagers en
fauteuil roulant et des éventuelles personnes à proximité,
l’opérateur doit minutieusement respecter toutes les
consignes de sécurité du chapitre 5.
L’opérateur doit porter une tenue de travail adaptée. Il ne doit
en aucun cas porter des vêtements amples pouvant être
attrapés dans les parties mobiles de l'élévateur. Portez toujours
des chaussures de sécurité avec des pointes de protection en
acier et de bonnes semelles antidérapantes ainsi que des gants
de protection. [fig. 5.2.1]
Avant l'ouverture des portes du véhicule et le relâchement du
verrouillage mécanique de la plateforme, vérifiez si l'élévateur
peut être utilisé en toute sécurité. Prenez vos précautions pour
assurer votre propre sécurité, la sécurité des occupants de la
plateforme et la sécurité des éventuelles personnes à proximité.
Débarrassez la zone de travail de tout objet pouvant entraver
les mouvements de l'élévateur.
Veillez à ce que la plateforme soit bien visible depuis toutes les
directions (feux de plateforme clignotants, fanions de
plateforme, cônes de signalisation, etc.) et à ce que la zone de
travail soit suffisamment éclairée.
Le véhicule doit être garé en toute sécurité, le frein à main
branché et le moteur éteint. N'utilisez l'élévateur que si le
véhicule est garé sur une surface plane. Il est dangereux
d'utiliser l'élévateur si le véhicule est garé dans une pente [fig.
5..2.2]. Verrouillez les portes du véhicule et attachez toutes les
autres parties mobiles de la carrosserie du véhicule.
Veillez à ce que le véhicule ne puisse pas basculer lorsque des
charges lourdes seront placées sur la plateforme.
§5.2 - Allgemeine Sicherheitshinweise
Um die Sicherheit des Bedieners, der Rollstuhlpassagiere
und zufällig Anwesender zu garantieren, muss der
Bediener während der Benutzung alle in Kapitel 5
genannten Sicherheitsvorschriften sorgfältig respektieren.
Summary of Contents for CH100 Series
Page 10: ...DHOLLANDIA A10...