Voorbereidingen
Kennismaken met apparaat
Afb.
1
:
1
Stofbakdekselontgrendeling;
2
Stof-
bak;
3
Zuigslangontgrendeling;
4
Stofbakdeksel;
5
Stofbakhandgreep;
6
Stofbak-ontgrendeling;
7
Kabeloproltoets;
8
Parkeerhouder;
9
Uitblaas-
filter-afdekking;
10
Aansluitkabel;
11
AAN/UIT-knop;
12
Zuigslang met bevestigingsclip voor toebeho-
ren;
13,
Handgreep;
14
Nevenlucht-regelaar;
15
Te-
lescoopbuis;
16
Zuigslangaansluiting;
17
Telescoop-
buisvergrendeling;
18
Omschakelbaar vloermond-
stuk;
19
Tapijtmondstuk;
20
3in1-combimondstuk
Toebehoren (optioneel):
A
Parketmondstuk;
B
Mini-turbomondstuk
Uitpakken en in elkaar zetten
1
Controleer de uitgepakte inhoud op volledigheid.
Als u transportschade constateert of mocht er iets
ontbreken, neem dan onmiddellijk contact op met uw
handelaar.
2
Verbind zuigslang en apparaat (afb.
2
).
3
Verbind de zuigslang met de telescoopbuis en
stel de lengte van de telescoopbuis in (afb.
3
).
4
Verbind telescoopbuis en omschakelbaar vloer-
mondstuk (afb.
4
).
5
Zorg ervoor, dat de neven-
lucht-regelaar (afb.
1
/
15
) volledig gesloten is.
Toebehoren gebruiken
ATTENTIE!
Gebruik bij harde vloeren het omschakelbare
vloermondstuk (afb.
1
/
19
) alleen met uitgescho-
ven borstel (afb.
10
), omdat de harde vloer anders
beschadigd kan worden.
ATTENTIE!
Wees er bij het gebruik van een turbomondstuk
(afb.
1
/B) zeker van dat de ondergrond zonder
schade bestand is tegen de roterende borstel.
AANWIJZING:
Het tapijtmondstuk (afb.
1
/
19
) is een speciaal
voor tapijt ontwikkeld mondstuk dat bijzonder
diep in het tapijt werkzaam is. Vanwege de
constructie kan het mondstuk zich sterk aan het
tapijt hechten. Deze hechting kan met de neven-
luchtregelaar (afb.
1
/
14
) worden verminderd.
Gebruik het tapijtmondstuk niet voor harde vloe-
ren, omdat deze anders beschadigd raken.
AANWIJZING:
U kunt de zuigmondstukken indien nodig ook
zonder telescoopbuis gebruiken. Steek hiervoor
het gewenste toebehoren direct op de hand-
greep (afb.
9
).
1
Steek het gewenste toebehoren op de handgreep
of op de telescoopbuis (afb.
9
).
2
Controleer of het
toebehoren goed bevestigd is.
➔
Het apparaat kan
aangesloten worden.
Apparaat aansluiten
ATTENTIE!
Als de rode markering zichtbaar is
(afb.
6
/
1
), trek dan de aansluitkabel m.b.v. de
kabeloproltoets weer in tot de gele markering
(afb.
6
/
2
) (afb.
7
). Anders kan de aansluitkabel
beschadigd raken.
1
Trek de kabel uit het apparaat (afb.
5
).
2
Steek
de stekker in een stopcontact.
Stofzuigen
Flexibel zuigen
1
Sluit het gewenste toebehoren aan >”Toebeho-
ren gebruiken” op pagina 47.
2
Sluit het apparaat
aan >”Apparaat aansluiten” op pagina 47.
3
Om het
apparaat in te schakelen, druk op de AAN/UIT-knop
(afb.
8
).
➔
Het apparaat zuigt met vol zuigvermo-
gen.
4
Stel met de vermogensregelaar het gewens-
te zuigvermogen in (afb.
11
) en begin met stofzui-
gen.
5
Om het apparaat uit te schakelen, druk op-
nieuw op de AAN/UIT-knop (afb.
8
).
➔
Het apparaat
wordt uitgeschakeld.
6
Sluit de nevenlucht-regelaar
(afb.
1
/
15
), zodat het apparaat bij de volgende zuig-
beurt met vol zuigvermogen werkt.
Zuigvermogen regelen
1
Om het zuigvermogen te verlagen, draait u de
vermogensregelaar naar beneden (afb.
11
).
2
Om
het zuigvermogen te verhogen, draait u de vermo-
gensregelaar omhoog (afb.
11
).
Apparaat opbergen
AANWIJZING:
Gebruik indien nodig de bevestigingsclip aan
de zuigslang (afb.
1
/
12
) om toebehoren in te
hangen.
NL
47