35
NL
De DJI
TM
MAVIC
TM
Air 2 is GEEN speelgoed en is NIET geschikt voor kinderen onder de
16 jaar.
Veiligheid in één oogopslag
1. Overwegingen m.b.t. de omgeving
•
Vlieg
alleen in omgevingen die vrij van magnetische of radiostoringen, gebouwen en andere obstakels, zijn
. Vlieg NIET
boven of nabij grote drukte.
•
Vlieg alleen onder
5.000 m)
boven zeeniveau.
•
Vlieg
alleen bij matige weersomstandigheden met temperaturen tussen 0°C tot 40°C
.
•
Vlieg alleen in geautoriseerde gebieden. Raadpleeg het gedeelte Regelgeving & vluchtbeperking voor meer informatie.
•
Wees extra voorzichtig bij binnen vliegen omdat de stabilisatiefuncties van de drone storing kunnen ervaren.
2. Checklist ter voorbereiding van de vlucht
•
Zorg ervoor dat de drone-accu’s, afstandsbediening en het mobiele apparaat
volledig zijn opgeladen
.
•
Zorg ervoor dat alle armen van de drone zijn uitgeklapt voordat u gaat vliegen. Zorg dat de
Intelligent Flight Battery veilig
is gemonteerd
.
•
Verwijder de gimbalbescherming
voordat u de drone inschakelt.
•
Zorg ervoor dat de
propellers in goede staat zijn
. De gemarkeerde en niet-gemarkeerde propellers moeten worden gekoppeld
aan de overeenkomstige gemarkeerde en niet-gemarkeerde motoren en stevig worden vastgezet voor elke vlucht.
•
Zorg dat
niets de motoren blokkeert
.
•
Controleer of de lens van de camera en de sensoren schoon zijn en vrij van vlekken.
•
Zorg ervoor dat de checklist ter voorbereiding van de vlucht is ingevuld in de DJI Fly-app.
•
Zorg ervoor dat de DJI Fly-app en de firmware van de drone zijn bijgewerkt naar de nieuwste versie.
•
Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met de geselecteerde vliegmodus en dat u alle veiligheidsfuncties en waarschuwingen
begrijpt.
3. Bediening
•
Start de motoren NIET voordat de armen zijn uitgeklapt. Anders kan de drone beschadigd raken.
•
Blijf uit de buurt
van de roterende propellers en motoren.
•
Houd de drone te allen tijde in de gaten (visual line of sight/VLOS).
•
Beantwoord GEEN inkomende oproepen, sms-berichten en doe niets dat uw aandacht afleidt van het gebruik van uw
mobiele apparaat om de drone tijdens de vlucht te besturen
.
•
Zorg ervoor dat u niet onder invloed van alcohol, drugs of verdoving bent, of lijdt aan duizeligheid, vermoeidheid,
misselijkheid of andere aandoeningen, hetzij lichamelijk of geestelijk, die nadelige gevolgen kunnen hebben voor uw
geschiktheid om de drone veilig te besturen
.
•
Vlieg NIET dicht boven reflecterende oppervlakken
zoals water of sneeuw, omdat deze oppervlakken de werking van
de
vision systems
kunnen beïnvloeden. Gebruik de drone alleen in omgevingen met goede verlichting en zichtbaarheid
wanneer het GPS-signaal zwak is.
•
Land de drone onmiddellijk
op een veilige plek wanneer de waarschuwing
Low Battery (accu leeg) of zware wind wordt
weergegeven
.
•
De drone kan obstakels niet vermijden tijdens RTH, wanneer de visuele systemen zijn uitgeschakeld. Regel de
snelheid en
hoogte van de drone
met de afstandsbediening als het signaal normaal is om botsingen tijdens het RTH-proces te voorkomen.
•
Let altijd goed op en behoud te allen tijde de controle over de drone tijdens de vlucht. Vertrouw NIET alleen op de vision
systems en DJI Fly. Functies voor veiligheid en vluchtassistentie zijn bedoeld om de piloot te helpen, niet om hun controle
over de drone te vervangen. Omgevingsfactoren zoals verlichting en het oppervlak van obstakels kunnen van invloed zijn
op de prestaties van de vision systems. Houd de drone binnen de VLOS en let goed op het vluchtpatroon. Gebruik uw
gezonde verstand bij de besturing van de drone en probeer obstakels op tijd handmatig te vermijden. Het is belangrijk om
de juiste hoogte voor uitvalbeveiliging en RTH vóór elke vlucht in te stellen.
•
Alleen wanneer een kritieke fout wordt ontdekt tijdens de vlucht, kunnen de motoren worden gestopt met behulp van een
Combination Stick Command (CSC).