43
• Wanneer de bovenste twee en de onderste twee lamp-
jes beurtelings branden, kan een storing in de accu
opgetreden zijn. Neem contact op met uw dichtstbij-
zijnde erkende Dolmar-servicecentrum.
OPMERKING:
• De aangegeven accuspanning kan tijdens of vlak na
gebruik van het apparaat wat lager uitvallen dan de
feitelijke accuspanning.
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur, kan de aanduiding iets
verschillen van de werkelijke acculading.
Werking van de stroomschakelaar (Fig. 5 en 6)
WAARSCHUWING:
•
Alvorens u de accu in het gereedschap plaatst,
controleert u eerst of de schakelhendel goed werkt
en bij loslaten automatisch naar de oorspronkelijke
uit-stand terugkeert.
Bediening van het apparaat met
een schakelhendel die niet goed werkt kan leiden tot
ongecontroleerde bewegingen, met kans op ernstig
lichamelijk letsel.
OPMERKING:
• Wanneer u te veel gras tegelijk probeert te maaien, kan
de motor soms niet starten, vanwege overbelasting. In
dat geval stelt u de maaihoogte hoger in, om het
vervolgens opnieuw te proberen.
• De grasmaaier start niet zonder dat u de schakelknop
indrukt, ook al trekt u de schakelhendel in.
Deze grasmaaier is voorzien van een
contactslotschakelaar en een handgreepschakelaar. Als
er iets niet in orde is met een van deze twee schakelaars,
staakt u dan onmiddellijk het gebruik en laat u ze
controleren bij uw dichtstbijzijnde erkende Dolmar
servicecentrum.
1.
Plaats een accu in het apparaat. Steek de
contactsleutel in het contactslot en sluit dan het
accudeksel.
2.
Druk op de schakelknop.
3.
Trek de schakelhendel naar u toe terwijl u de
schakelknop ingedrukt houdt.
4.
Laat de schakelknop los zodra de motor op toeren
komt. De grasmaaier blijft dan lopen totdat u de
schakelhendel loslaat.
5.
Laat de schakelhendel los om de motor te stoppen.
6.
Verwijder altijd de contactsleutel wanneer u het
apparaat niet gebruikt. Bewaar de contactsleutel op
een veilige plaats, buiten bereik van kinderen.
Afstellen van de maaihoogte (Fig. 7)
WAARSCHUWING:
• Steek bij het afstellen van de maaihoogte nooit uw
hand of voet onder de grasmaaier.
• Controleer vóór het gebruik zorgvuldig of de hendel
juist in de gleuf valt.
De maaihoogte is instelbaar binnen een bereik van
25 mm – 75 mm.
1.
Verwijder de contactsleutel.
2.
Trek de maaihoogte-instelhendel naar kant A. Stel
de hendel in op uw gewenste maaihoogte. Zorg dat
de nokken op de maaihoogte-instelhendel precies in
de gaten passen en dat de hendel terugkeert naar
kant B.
OPMERKING:
• De aanduidingen voor de maaihoogte moeten slechts
als richtlijn beschouwd worden, aangezien de toestand
van het gazon of de grond de uiteindelijke hoogte van
het gras kan doen afwijken van de gekozen
hoogtewaarde.
• Met een maaiproef in een minder opvallende plaats
kunt u door uitproberen de gewenste hoogte vinden.
• U kunt de maaihoogte-instelhendel gemakkelijker
bewegen als u het gereedschap stevig vasthoudt.
(Fig. 8)
Graszamelwijzer (Fig. 9)
De graszamelwijzer geeft de hoeveelheid gemaaid gras
aan.
– Zolang de grasmand nog niet vol is, zal de
graszamelwijzer tijdens het maaien blijven
zweven.
– Wanneer de grasmand vol is, zal de
graszamelwijzer tijdens het maaien niet meer
zweven. In dat geval stopt u onmiddellijk met
maaien en leegt u de grasmand. Na het legen
van de grasmand reinigt u die zo dat er weer
lucht door de mazen van het net stroomt.
OPMERKING:
• Deze graszamelwijzer geeft slechts een ruwe
vingerwijzing. Afhankelijk van de inhoud van de
grasmand kan de graszamelwijzer niet altijd een juist
beeld van de toestand geven.
INEENZETTEN
WAARSCHUWING:
•
Zorg er altijd voor dat de contactsleutel en de accu
zijn verwijderd, alvorens u enig werk aan de
grasmaaier gaat uitvoeren.
Als u vergeet de
contactsleutel en de accu te verwijderen, kan dat leiden
tot ernstige verwondingen als de maaier plotseling zou
starten.
•
Start nooit het apparaat voordat het geheel naar
behoren is gemonteerd.
Gebruik van het apparaat in
een deels gemonteerde staat kan leiden tot ernstige
verwondingen als het apparaat plotseling zou starten.
Aanbrengen van het accudeksel
WAARSCHUWING:
• Steek de contactsleutel en de accu niet in voordat u het
accudeksel hebt aangebracht. Veronachtzaming
hiervan kan leiden tot ernstig letsel.
Breng het accudeksel steeds volledig aan voordat u het
apparaat gaat gebruiken, om het apparaat en de accu te
beschermen tegen modder, vuil of water.
1.
Plaats het accudeksel zodanig op het apparaat dat
de openingen in het accudeksel precies over de
uitstekende nokken van het apparaat vallen.
(Fig. 10)
2.
Plaats uw handen op het midden van het
accudeksel en druk het vast.
(Fig. 11)
3.
Controleer vóór het eerste gebruik of het
scharnierpunt van het accudeksel naar behoren is
vastgemaakt. Om dit te controleren trekt u de
accudeksel-borghendel naar u toe en opent u het
accudeksel.
(Fig. 12)