9
Remmen
Als u tijdens het lopen met de rollator wilt remmen,
trekt u beide remgrepen met de handen omhoog (zie
afbeelding). Rem altijd langzaam en gelijkmatig met
beide handen.
Als u de rollator wilt vastzetten/parkeren, drukt u beide
remgrepen omlaag totdat deze hoorbaar vastklikken
(zie afbeelding)!
U ontgrendelt de remmen door de beide remgrepen
weer omhoog te trekken totdat deze zijn ontgrendeld
(de remgrepen staan in de middelste stand).
De remmen kunnen minder goed gaan werken wanneer
de banden afslijten. Controleer daarom regelmatig of
de rollator goed remt.
Rem instellen
Als de rem slecht of juist te krachtig werkt, kan de rem
ofwel boven op de remhouder (afbeelding 1) of met
geschikt gereedschap (niet meegeleverd) via de stel-
schroef onder aan de bowdenkabel (afbeelding 2) op
de gewenste remwerking worden ingesteld.
Zitten
Plaats de rollator op een vlakke, stevige ondergrond.
Vergrendel vervolgens de remmen. De rollator moet
stabiel staan en mag niet wegglijden. Blijf rechtop zitten,
leun niet naar achteren (zie afbeelding)! Alleen zitten
zoals in de afbeelding, met uw rug naar de looprichting,
is toegestaan.
Als u de rollator wilt samenvouwen, trekt u de zitting
en de rollator omhoog. Kantel de rollator tegen de
looprichting in omlaag naar achteren, zodat het frame
wordt ingevouwen (afbeelding A+B+C). De rollator
kan vervolgens worden voortgetrokken (afbeelding D)
of opgeborgen.
NL
1
2
3
C
D
A
B
Summary of Contents for Road
Page 2: ...2 ...