Toegangscodes
Toegangscodes
Als vanuit het menu Opties Toegangscodes wordt geselecteerd, vraagt het bedienpaneel om een Mastercode.
Wanneer een geldige mastercode is ingevoerd, wordt een numeriek bedienpaneel weergegeven met pijlen om
door de lijst met gebruikers te bladeren. Druk de selectietoets om naar de gebruikersopties te gaan.
Kies Ttoegangscode:
4 -cijferige code toevoegen/bewerken
Instellen partities:
wijst een gebruiker toe aan partities
Gebruikersopties:
verschillende opties voor de gebruiker inschakelen/uitschakelen
Gebruiker verwijderen:
verwijderd de gebruiker van het systeem
De toegangscodes hebben programmeerbare kenmerken welke zone-onderdrukking, of activering voor een-
malig gebruik mogelijk maken.
Mastercode (Toegangscode 01):
De mastercode, indien geprogrammeerd, kan alleen worden gewijzigd
door de installateur.
Supervisorcodes:
Deze codes kunnen worden gebruikt om aanvullende codes te programmeren met minder
of dezelfde kenmerken. Nadat het programmeren is voltooid, ontvangen de supervisorcodes de kenmerken
van de mastercode. Deze kenmerken zijn veranderbaar. Elke gebruikerscode kan een supervisorcode zijn door
gebruikerscode kenmerk 1 in te schakelen (zie hieronder voor details).
Dwangcodes:
Dwangcodes zijn standaard gebruikerscodes die de Dwang rapportagecode uitzenden wan-
neer ze worden ingevoerd om enige functie op het systeem uit te voeren. Elke gebruikerscode kan een dwang-
code zijn door gebruikerscode kenmerk 2 in te schakelen (zie hieronder voor details).
Opmerking:
Dwangcodes zijn niet geldig wanneer toegang wordt verkregen tot Gebruiker programmering,
Masterfuncties of Installateursecties.
Opmerking:
Toegangscodes kunnen niet worden geprogrammeerd als duplicaat of als “Code +/- 1”.
Proximity Tags toewijzen
Afhankelijk van de programmering van uw toetsenpaneel kunnen nabijheidslabels worden gebruikt om het
systeem in/uit te schakelen of om een geprogrammeerde functie uit te voeren(bijv. het ontsluiten van een
kast of deur van een opslagruimte). Presenter de tag aan de taglezer.
1.
Druk op [*][5][Master/bewakerscode].
2.
Toets een 4-cijferige gebruikerscode.
3.
Druk op 2.
4.
Beweeg de geregistreerde tag voorbij de taglezer.
Proximity Tags verwijderen
Het verwijderen van een nabijheidslabel
1.
Selecteer Opties > Toegangscodes [mastercode].
2.
Selecteer een gebruiker om te verwijderen.
3.
selecteer een nabijheidslabel vervolgens verwijderen
Gebruikerscode kenmerken
1.
De standaard kenmerken van een nieuwe code worden de kenmerken van de code die gebruikt
wordt om gebruikersprogrammering te betreden of een bestaande code wordt geprogrammeerd.
2.
De Systeem mastercode 01 heeft standaard zowel toegang tot alle partities als attributen 3-4 AAN.
Opmerking:
Deze kenmerken zijn niet veranderbaar.
- 93 -