Storing
Storing
Als er een probleemconditie wordt gedetecteerd, gaat het indicatielampje Probleem (
) of Systeem aan en
piept het bedienpaneel iedere 10 seconden. Druk de toets (
) om het piepen te stoppen. Druk (
) om
de probleemconditie te zien. Het indicatielampje Probleem (
) of Systeem knippert. Het overeenkomstige
indicatielampje licht op.
Storing
Opmerkingen
Handeling
Onderhoud ver-
eist (druk voor
meer details)
Batterij bijna Leeg
Algemene systeemsupervisie
Belcircuit
RF-storing gedetecteerd
Algemene systeemstoring
Paneel accu laag
Systeem Sabotage
Paneel netspanningsverlies
Service vereist
Verlies wis-
selspanning
Als er een stroomstoring in het gebouw en/of de wijk niet is,
blijft het systeem enkele uren op batterijen werken.
Service vereist
Telefoon storing
Het systeem heeft gedetecteerd dat de telefoonlijn is verbroken.
Service vereist
Communicatiefout
Het systeem probeerde te communiceren met de meldkamer, maar is
mislukt. Dit kan te wijten zijn aan een storing in de telefoonlijn.
Service vereist
Zone Fout
Het systeem ervaart moeilijkheden met een of meer sensors in het
systeem. Druk om de zone weer te geven.
Service vereist
Zone Sabotage
Het systeem heeft een sabotageconditie met een of meer sensors in
het systeem gedetecteerd. Druk om de zone weer te geven.
Service vereist
Draadloos batterij
bijna leeg
Het systeem heeft een lage batterij conditie met een of meer modu-
les/sensors in het systeem gedetecteerd. Druk om de lage batterij
condities van zone, bedienpaneel, draadloze sleutel(s) en RF-over-
treding weer te geven. Druk nogmaals om de problemen van zones
te bekijken.
Service vereist
Verlies van klok
Als de gehele stroom is uitgevallen (AC en Accu), moeten datum
en tijd opnieuw geprogrammeerd worden.
Tijd en datum
herprogrammeren
Alarmgeheugen
Het indicatielampje op het toetsenbord gaat aan als er zich een alarm voordoet.
Om te bekijken welke sensor(s) het alarm genereerde(n), drukt u op Alarmen
Het sensornummer waar het alarm is opgetreden wordt weergegeven (bijv. Zone 3). Gebruik de [<][>] scroll-
toetsen om sensoren in het alarmgeheugen te bekijken. Druk op Terug of Start om te verlaten. Om het geheu-
gen te wissen en het systeem in- en uit te schakelen. Als een alarm afgaat in de ingeschakelde stand, gaat het
bediendeel automatisch naar het alarmgeheugen wanneer u het systeem uitschakelt. In dit geval voor-
zichtigheid benaderen, omdat de indringer zich nog in het gebouw/pand kan bevinden.
- 90 -