06/10
29
Mise en service du modèle
Ingebruikname van het model
Een balancer gebruiken
Een balancer bewaakt de laadspanning van elke afzonderli-
jke cel (bij LiPo accupacks met meerdere cellen). Als bij een
bepaalde cel de spanning hoger is dan 4,2 V, zal al naar het
type van de balancer de cel ofwel ontladen worden ofwel het
opladen van deze cel stopgezet worden. Dit beveiligt de cel
tegen overlading.
Een equalizer gebruiken
Een equalizer compenseert reeds bij het begin van het opladen
de verschillende spanningen van de afzonderlijke cellen in de
accupack. Zo zijn de verschillende spanningen van de cellen
volledig identiek tijdens de volledige oplaadprocedure.
Diepontlading
Als de cel minder dan 2,5 V ontladen wordt, zal de accu perma-
nent beschadigd worden. Deze diepontlading moet daarom in
ieder geval vermeden worden Om veiligheidsredenen moeten
programmeerbare rij- en vliegregelaars zo ingesteld worden dat
reeds bij een spanning van 3,0 V per cel deze te lage spanning
gedetecteerd wordt. Alternatief kunnen ook optische aanduidin-
gen voor een te lage spanning een nuttige hulp zijn.
Hantering van de LiPo accupacks met meerdere cellen
Lithium is een zeer reactief chemisch element met een hoge
energiedichtheid. Als LiPo accu´s overladen worden, kunnen ze
ontploffen en zelfs vlam vatten.
Daarom moeten LiPo accu´s voor het opladen steeds op een
vuurbestendige ondergrond gelegd worden en steeds bewaakt
worden tijdens het opladen.
Als een accu door een val of een crash gedeformeerd of bescha-
digd wordt, mag hij niet meer gebruikt worden. De accu moet
volgens de geldende voorschriften ingeleverd worden.
Voor LiPo accu´s gelden daarenboven ook alle algemene
gevarenvoorschriften voor het gebruik van accu´s en bat-
terijen.
De vliegaccu aanbrengen
Schuif de opgeladen vliegaccu zoals in de afbeelding (14)
in het accuvak.
De vliegaccu arreteren (15).
Het model balanceren
LET OP! De helikopter moet correct gebalan-
ceerd zijn. Bij foutief zwaartepunt verliest u de
controle over het model!
Het zwaartepunt van het helikoptermodel moet exact op de
draaias van de hoofdrotor (hoge as) liggen (16).
In het zwaartepunt kruisen zich alle draaiassen (hoog-/langs-
dwarsas) van het model (a).
Tijdens de vlucht moeten de rotorbladen door de centrifugaal-
kracht zich automatisch kunnen uitlijnen. Daarom mogen voor
het vliegbedrijf de arreteerschroeven slechts zodanig aange-
trokken worden dat de rotorbladen nog naar beneden kunnen
afklappen van zodra u het model naar de kant kipt (17).
Om het model te balanceren moeten de rotor-
bladen echter tijdelijk 180° ten opzichte van el-
kaar uitgelijnd bevestigd worden.
Verder moet de trainerkap opgezet resp. de
romp gemonteerd zijn!
De balansstatus van de rotorbladen controleren.
De rotorbladen 180° onderling uitlijnen en de rotorbladen
voorlopig bevestigen door de arreteerschroeven aan te trek-
ken.
-
-
-
-
-
-
Utilisation d’un compensateur
Un compensateur surveille la tension de charge de chaque
cellule (pour les packs d’accus LiPo à plusieurs cellules). Si la
tension de 4,2 V d’une cellule est dépassée, la cellule est, en
fonction du modèle du compensateur, déchargée ou la recharge
de la cellule correspondante est arrêtée. Cela protège chaque
cellule contre surcharge.
Utilisation d’un égalisateur
Un égalisateur égalise déjà au début de la recharge les diffé-
rents niveaux de tension de chaque cellule dans le pack d’accus.
Ainsi, les tensions de chaque cellule sont absolument identiques
pendant toute la recharge.
Décharge complète
Vu qu’une décharge en dessous de 2,5 V par cellule cause
des dommages permanents à l’accu, il faut en tout cas éviter
cette décharge complète. Pour des raisons de sécurité, il est
recommandé de régler les régulateurs de vitesse et de vol
programmables de manière à ce que la détection de sous-
tension déclenche déjà à une tension de 3,0 V par cellule.
Alternativement, des affichages de sous-tension sont également
très recommandés.
Maniement des packs d’accus LiPo à plusieurs cellules
Lithium est un élément chimique très réactif et d’une densité
énergétique élevée. Les accus LiPo peuvent éclater ou même
s’enflammer en cas de surcharge.
Pour cette raison, vous devez toujours placer les accus LiPo sur
un support réfractaire et surveiller la recharge.
Si l’accu est déformé ou endommagé par une chute ou une colli-
sion, il est interdit de continuer à l’utiliser. L’accu doit être éliminé
selon les lois en vigueur.
Les consignes de sécurité générales pour le maniement des
accus et piles sont également valables pour les accus LiPo.
Mise en place de l’accu de propulsion
Faites glisser l’accu d’entraînement chargé conformément à
la figure (14), dans le compartiment à piles.
Fixez l’accu (15).
Equilibrage du modèle
ATTENTION! L’hélicoptère doit être correcte-
ment équilibré. En cas de mauvais centrage
vous perdez le contrôle du modèle!
Le centre de gravité du modèle d’hélicoptère doit se trouver
exactement sur l’axe de rotation du rotor principal (axe de
giration) (16).
Les trois axes de rotation (vertical, longitudinal, transversal) du
modèle (a) se croisent au centre de gravité. Pendant le vol, les
pales du rotor doivent pouvoir se positionner d’elles-mêmes
sous l’action de la force centrifuge. Pour le vol donc, les vis
de fixation doivent être serrées de telle façon qu’elles puissent
encore se rabattre vers le bas lorsque vous renversez votre
modèle sur le côté (17).
Pour équilibrer le modèle, les pales du rotor
doivent être fixées momentanément à 180° les
unes par rapport aux autres.
Par ailleurs, la cabine ou le fuselage doit être
remonté !
Vérifiez l’état de l’équilibrage des pales du rotor.
Placez les pales du rotor à 180° l’une par rapport à l’autre,
puis fixez les pales du rotor provisoirement en serrant les vis
de fixation.
-
-
-
-
-
-
