108
07/10
• Als stroombron voor de stekkerlader mag alleen een 230 V/50 Hz contactdoos van het openbare lichtnet worden
gebruikt. Probeer het apparaat nooit op een andere spanningsbron te laten werken.
• Als batterijen worden gebruikt als stroomvoorziening voor de zender, moeten deze voldoende restcapaciteit hebben
(eventueel met een batterijtester controleren). Als de batterijen leeg zijn, moet u steeds de hele set batterijen
vervangen.
• Vóór elk gebruik moeten de instellingen van de trimmers van de zender voor de verschillende stuurrichtingen wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden versteld.
c) Tijdens het gebruik
• Neem geen risico bij het gebruik van het model. Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is afhankelijk van uw
verantwoord gebruik van het model.
• Een verkeerd gebruik kan ernstig persoonlijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben! Let daarom bij het
vliegen op voldoende veiligheidsafstand t.o.v. personen, dieren en voorwerpen.
• U mag het model alleen besturen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door
alcohol of medicijnen kunnen verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Zowel de motor, de ontvanger/regeleenheid en de vliegaccu kunnen warm worden tijdens het gebruik. Pauzeer
daarom 5-10 minuten vooraleer u de vliegaccu opnieuw oplaadt of met een reserve vliegaccu verder vliegt. De
aandrijfmotoren van het model moeten voor iedere vlucht afgekoeld zijn op kamertemperatuur.
• Laat de afstandsbediening (zender) steeds ingeschakeld zolang het model in gebruik is. Koppel na de landing
steeds eerst de vliegaccu van de ontvanger/regeleenheid-bouwsteen los. Pas daarna mag de afstandsbediening
worden uitgeschakeld.
• Schakel tijdens het gebruik de zender nooit uit zonder vooraf de vliegaccu van de ontvanger-/regelbouwsteen te
ontkoppelen.
• Stel het model en de afstandsbediening niet gedurende langere tijd bloot aan direct zonlicht of grote hitte.