DUTCH 7
DUTCH 6
7. Weergave barometerdruk
7.1 Pijltje barometertrend (A6)
Het pijltje, weergegeven op het LCD-scherm (A6), laat de trend van de barometerdruk
zien.
7.2 Absolute /Relatieve luchtdruk
•
Druk op de knop “Absolute/Relative” (B8) om te wisselen tussen Absolute of Relatieve
drukweergave.
Bij Absolute druk is “ABS” te zien; bij Relatieven druk “REL”.
•
De Absolute druk is de huidige druk die wordt gemeten door de hoofdunit.
•
Wanneer u de Relative druk bekijkt, houd dan de knop “Absolute/Relative” (B8) 3
seconden ingedrukt, druk dan op de knop “
▲
” (B7) of “
▲
“(B9) om te wijzigen, en druk
vervolgens op de knop “Absolute/Relative” (B8) om te bevestigen.
Let op:
Raadpleeg uw lokale weerstation voor informatie over luchtdruk herleid tot
zeeniveau.
7.3 Weergave luchtdruk afgelopen uur (Geschiedenis)
•
Druk op de knop “HISTORY” (B6) om de geschiedenis in barometerdruk van de
afgelopen 12 uur te bekijken. Het uur wordt aangegeven op het LCD-scherm (A9).
•
Houd de knop “hPa/inHg/mmHG” (B7) 3 seconden ingedrukt om de eenheid voor
barometerdruk in hPa, inHg of mmHG te selecteren.
7.4 Barometerdruk Bargraiek
De weergave van barometerdruk om 0hr, –2hr,-4hr,-8hr,-12hr worden vastgesteld en
weergegeven in de Barometerdruk Bargraiek (A8). De graiek wordt zowel in hPa als in
inHg weergegeven.
Geeft aan dat de barometerdruk
aan het stijgen is
Druk op de knop “HISTORY”
DRUK op knop “CHANNEL” > DRUK op knop “CHANNEL” > DRUK op knop “CHANNEL”
•
0 HR = Huidige weergave barometerdruk
•
-1HR = Weergave barometerdruk van 1 uur geleden
•
-2HR = Weergave barometerdruk van 2 uur geleden....enz.
Geeft aan dat de
barometerdruk stabiel is
Geeft aan dat de barometerdruk
aan het dalen is
8. Thermometer
8.1 RF Zendprocedure:
•
De hoofdunit start automatisch met het ontvangen van signalen van de thermosensor
buiten voor de buitentemperatuur wanneer de batterijen zijn geplaatst.
•
De thermosensor-unit zal automatisch een temperatuursignaal uitzenden naar de
hoofdunit wanneer de batterijen zijn geplaatst. Om meer dan één externe zender te
hebben (maximaal 3), kiest u het kanaal, CH1, CH2 of CH3 om ervoor te zorgen
dat iedere sensor op een ander kanaal zendt voor de batterijen worden geplaatst.
De schakelaar (D3) voor het wisselen van kanaal zit aan de achterkant
van de thermosensor.
•
Wanneer de hoofdunit geen ontvangst heeft van de thermosensor buiten, in de eerste
3 minuten nadat de batterijen zijn geplaatst (“- -. –”weergegeven op het LCD-scherm),
houd dan de knop “Channel” (B10) 3 seconden ingedrukt om handmatig een signaal te
ontvangen. Het RF icoontje “
” licht op op het LCD-scherm
Let op:
De knoppen “WEATHER/HISTORY” (B6), “HPA/INHG/MMHG/
▲
(C/F)” (B7),
“RELATIVE/ABSOLUTE"(B8), "MAX/MIN/
▲
” (B9) werken niet tijdens scannen naar een
signaal van de thermosensor, tenzij deze goed is ontvangen of handmatig wordt gestopt.
8.2 Temperatuur & Luchtvochtigheid
(1) Buitentemperatuur--- Kanaalselectie
•
Druk op “CHANNEL” knop (B8) om de temperatuur van de 3 kanalen te zien. De reeks
ziet er als volgt uit:
•
Voor een weergave op KANAAL 1, 2 of 3, houdt u de knop “CHANNEL” (B8) 3
seconden in om het vaststellen op dit kanaal handmatig te beëindigen, het signaal van
de kanalen wordt dan automatisch weer ontvangen.
(2) Maximum-/minimumtemperatuur/Luchtvochtigheid
•
Druk op de knop “MAX/MIN” (B9) om de vastgestelde max/min temperatuur binnen/
buiten en luchtvochtigheid te laten zien.
Wanneer maximumtemperatuur/luchtvochtigheid te zien is, staat er “
” op
het LCD- scherm.
Wanneer minimumtemperatuur/luchtvochtigheid te zien is, staat er “
” op
het LCD- scherm.
•
Houdt de knop “MAX/MIN” (B9) 3 seconden in om de vastgestelde maximale en
minimale waarde te wissen.
Weergave van alle drie
de kanalen om beurten