DUTCH 5
6. Weersvoorspelling functie
6.1 Bediening
• Na plaatsen van batterijen, of wanneer de knop “WEATHER” (B5) 3 seconden wordt
ingedrukt, licht het weericoontje (A2) op op het LCD-scherm. Geef het huidige weer
in door op de knop “-” (B4) of “+ “(B7) te drukken. Druk op de knop “WEATHER” (B5)
om de instelling te bevestigen. De weersvoorspelling is mogelijk niet correct wanneer
het huidige weer niet juist wordt ingegeven.
• De huidige weersomstandigheden moeten opnieuw worden ingegeven, wanneer
de hoogte van de hoofdunit is veranderd. (Barometerdruk is lager op grotere
hoogtes. Een verandering in hoogte zal daarom van invloed zijn op de
weersvoorspelling). Het weerstation zal de eerste voorspelling 6 uur na het ingeven
van de huidige weersomstandigheden weergeven.
6.2 Weersomstandigheden
Er zijn in totaal 5 verschillende icoontjes voor weersomstandigheden in het menu
weersvoorspellingen.
Let op:
Wanneer de weersvoorspelling Regenachtig is en de
buitentemperatuur (welk kanaal ook) is onder 0°C, is te zien.
• Wanneer de weersvoorspellingen van het lokale weerstation en die van dit apparaat
niet overeenkomen, geldt de voorspelling van het lokale weerstation. Wij stellen ons
niet verantwoordelijk voor enige problemen die voort kunnen komen uit een verkeerde
weersvoorspelling door dit apparaat.
DUTCH 4
3. Thermosensor buiten
D1: Zend-indicatie LED
D2: Gat voor muurbevestiging
D3: Schakelaar voor wisselen van kanaal
D4: “RESET” knop
D5: Batterijvakje
D6: Standaard
4. Aan de slag
4.1 Hoofdunit
• Schuif het batterijklepje van de hoofdunit (C2) open
• Plaats 3 x AAA-batterijen, let op polen (“+” en “–“ tekens)
• Schuif het batterijklepje terug op de hoofdunit (C2)
• Gebruik een speldje om op de RESET-knop (B9) aan de achterkant van de hoofdunit
te drukken, deze is nu klaar voor gebruik
4.2 Thermosensor buiten
• Batterijvakje (D5) van de thermosensor zit achter het achterklepje, verwijder het
batterijklepje om te openen.
• Plaats 2 x AAA-batterijen, let op polen (“+” en “–“ tekens)
5. Installatie
5.1 Hoofdunit
De hoofdunit kan op elke vlakke ondergrond (C3) worden geplaatst, of aan het gaatje (C1)
aan de muur worden bevestigd aan de achterkant van de unit.
5.2 Thermosensor buiten
De sensor op afstand dient stevig te worden gemonteerd op een horizontale ondergrond.
Let op:
Signalen tussen de ontvanger en de zender hebben een bereik tot 30 m in een
open ruimte. Open ruimte: er zijn geen blokkerende obstakels zoals gebouwen, bomen,
voertuigen, hoogspanningslijnen, etc.
Zonnig
Regen
Vorst of Sneeuw
Licht bewolkt
Bewolkt
Vorst of Sneeuw