58
NL
kelingen per uur;
e) in geval van het wegvallen van de spanning is het een goede gewoonte om
het elektrische voedingscircuit te onderbreken;
f) Selecteer de pomp zodat deze dichtbij het beste efficiëntiepunt werkt, ten
minste tussen het minimale en maximale nominale debiet.
11.2 OPSTARTEN
Nadat de hydraulische en de elektrische aansluitingen zijn voltooid en de pomp is
gevuld, moet de draairichting van de pomp wordengecontroleerd voordat hij in
werking wordt gesteld.
a) Start de elektropomp met de afsluiter op de toevoer gesloten.
b) Controleer of de draairichting met de klok mee is, gezien vanaf ventilatorzijde
motor (aangegeven door de betreffende pijl op de bovenste steun) door de
sleuven van de ventilatorafdekking van de motor, dit kan gemakkelijk worden
vastgesteld bij het starten of stoppen ervan.
c) Als de draairichting onjuist is, moet de elektrische voeding worden
afgekoppeld en de positie van twee voedingsdraden worden verwisseld op
het paneel of in het klemmenbord van de motor.
d) De pomp twee of drie keer opstarten om de conditie van de installatie te
testen.
e) zorg een paar keer voor plotselinge drukvermeerdering aan de perszijde;
f) controleer of het niveau van geluid, vibraties, druk en elektrische spanning
zijn niet buitensporig.
g) tijdens het draaien de ontluchtingsplug openen totdat er water uitkomt en
draai dan de plug dicht.
11.3 BEDRIJF
De pomp opstarten met gesloten afsluiter aan de perszijde; deze vervolgens
geleidelijk openen. De elektrische pomp moet op regelmatige en geruisloze wijze
functioneren. De afsluiter weer sluiten en controleren of de af te lezen druk op de
manometer aan de perszijde een waarde aangeeft die in de buurt ligt van Hmax
op het typeplaatje. (De benadering is vooral te wijten aan de toleranties en de
zuigsituatie van de inlaat). Als de af te lezen druk op de manometer veel lager is
dan Hmax, het vullen herhalen (lucht in de pomp).
Als de twee waarden niet veel verschillen, betekent dit dat de pomp correct
functioneert; eventuele storingen bij geopende afsluiter zijn bijna altijd te wijten aan
problemen van elektrische aard met de installatie of van mechanische aard met de
motor of of nog vaker aan cavitatie van de pomp veroorzaakt door:
- te groot hoogteverschil of buitensporige weerstandsverliezen bij de inlaat,
- te lage tegendruk aan de perszijde,
- problemen gekoppeld aan de temperatuur van de vloeistof.
Zie voor de factoren die het zuigvermogen verminderen en/of in gevaar brengen
en daarmee ook de prestaties van de elektrische pomp, hfdst.10 “Storingen
zoeken”. Lees ook de aanwijzingen van de handleiding, DEEL 1, hfdst. 14.
Opmerking: het door de motor geleverde vermogen minder wordt bij temperaturen
en hoogtes die de gespecificeerde waarden overschrijden; in dat geval is het
nodig een motor met een groter vermogen te voorzien of vermindering van de
vereiste prestaties. Raadpleeg hiervoor hfdst. 15.2.
Controleren of de installatie vrij is van waterslag of drukpieken - veroorzaakt door
snelsluitkleppen – die 1,5 keer zo hoog zijn als de nominale druk van de pomp. Op
den duur kan dit schade aan de pomp zelf veroorzaken.
De werking van de pomp waarbij de afsluiter aan de perszijde meer dan een paar
seconden gesloten is, vermijden.
Bovendien is het continubedrijf van de pomp te vermijden bij een debiet dat lager
is dan het minimum aangegeven op het plaatje, om mogelijke oververhitting van
de gepompte vloeistof te voorkomen en om de lagers van de pomp of van de
motor niet onnodig over te belasten.
11.4 AFZETTEN / STOPPEN
a) De watercirculatie aan de perszijde geleidelijk onderbreken, om overdruk door
waterslag te vermijden in de leidingen en in de pomp;
b) Onderbreek de elektrische voeding.
12. ONDERHOUD EN REPARATIE
Vóór alle onderhoudswerkzaamheden op de elektrische
pomp, de stroomvoorziening loskoppelen
De elektropomp vereist geen periodiek onderhoud, het is echter raadzaam om
regelmatig te controleren of de werking normaal is, aan de hand van periodieke
controles met een regelmaat die wordt ingegeven door het type vloeistof dat
gepompt wordt en de bedrijfsomstandigheden, terwijl aandacht moet worden
geschonken aan abnormaal lawaai en trillingen.
Genoemde controles kunnen een ruwe schatting geven van de noodzaak tot
preventieve, buitengewone onderhoudswerkzaamheden, om zo te voorkomen deze
te moeten uitvoeren na het optreden van onverwachte problemen.
De voornaamste en meest voorkomende speciale onderhoudswerkzaamheden
zijn over het algemeen de volgende:
− vervanging mechanical seal
− vervanging o-ringen / pakkingen
− vervanging lagers
− vervanging condensator (indien aanwezig)
Deze onderdelen die typisch slijtagegevoelig zijn, kunnen niettemin heel lang
meegaan als de elektrische pomp op de juiste wijze gebruikt wordt.
Wanneer de pomp lange tijd niet wordt gebruikt, is het aan te raden deze geheel
te ledigen door de afvoer- en de vulstoppen te verwijderen, goed met schoon
water te reinigen, en vervolgens opnieuw te ledigen, om te voorkomen dat er
binnenin waterresten achterblijven.
Deze handelingen moeten altijd worden uitgevoerd waneer er vorstgevaar
bestaat, om breuken in de componenten van de pomp zelf te vermijden.
Voor eventuele reparaties originele reserveonderdelen
aanvragen bij ons verkoop- en servicenetwerk.
Niet-originele vervangingsonderdelen kunnen het product
beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor mensen en
voorwerpen.
12.1 VERVANGING VAN MECHANISCHE AFDICHTING
[-E-]
Neem in geval van vragen contact op met onze klantenservice.
13. AFVALVERWERKING
Dit product valt onder het toepassingsgebied van richtlijn 2012/19/EU inzake het
beheer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
Het apparaat mag niet worden weggegooid als huishoudelijk afval omdat het is
samengesteld uit verschillende materialen die bij de betreffende inzamelpunten
gerecycled kunnen worden. Informeer bij de plaatselijke instanties naar de
inzamelpunten die geschikt zijn voor de verwerking of de correcte recycling van
het product. Verder wordt erop gewezen dat de distributeur, in geval van aankoop
van een soortgelijk apparaat, verplicht is om het te verwerken product gratis af te
voeren. Het product vormt geen potentiële gevaren voor de gezondheid van mens
en milieu, aangezien het geen schadelijke stoffen volgens richtlijn 2011/65/EU
(RoHS) bevat, maar zal schadelijke gevolgen hebben voor het ecosysteem in
geval van storten in het milieu. Lees de instructies aandachtig door voordat u het
apparaat voor de eerste keer gebruikt. Wij bevelen aan om het product onder geen
beding te gebruiken voor toepassingen die afwijken van het beoogde gebruik
omdat een oneigenlijk gebruik kan leiden tot risico’s op elektrische
schokken.
Het symbool van de doorkruiste afvalcontainer op het etiket van het
apparaat geeft aan dat het product voldoet aan de regelgeving
inzake afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.
Het storten van het apparaat in het milieu of een illegale verwerking
ervan worden bestraft door de wet.
14. STORINGEN ZOEKEN
14.1 DE POMP FUNCTIONEERT NIET
de motor draait niet
Gebrek aan stroom
Meterkast controleren
Stekker niet ingestoken
Elektrische aansluiting op de lijn controleren
Verkeerde elektrische
aansluiting
Aansluitkast en elektrisch schakelbord
controleren
Automatische schakelaar terug
gesprongen of zekeringen
verbrand (*)
De schakelaar in normale stand terugzetten
of de zekeringen vervangen en de oorzaak
controleren
Drijver (vlotter) geblokkeerd
Controleren of de drijver het niveau ON
bereikt
Summary of Contents for EVMS 1
Page 85: ...85 12 13 14 9 8 10 11 A EVMS 1 3 5 10 15 20 3 Nm...
Page 87: ...87 A EVMS 32 45 64 90 without ball bearing 9 10 11 12 13 14 15 5 Nm 2 min...
Page 88: ...88 A EVMS 32 45 64 90 with ball bearing 2 min 1 2 3 4 5 7 6 M8 20 Nm M12 40 Nm M16 70 Nm...
Page 91: ...91 E EVMS 1 3 5 10 15 20 4 kW 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 3 Nm M6 10 Nm 11 12...
Page 92: ...92 E EVMS 1 3 5 10 15 20 5 5 kW 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 3 Nm M8 18 Nm M10 50 Nm...
Page 97: ...97...
Page 98: ...98...
Page 99: ...99...