26
PLAATSING
Er moet een minimale afstand van 60 cm worden vrijgehouden aan de bovenzijde
en van 2 m aan de voorzijde van de luchtontvochtiger.
Let op: De ruimte moet minimaal een vloeroppervlak van 15 m
2
hebben om de
luchtontvochtiger te installeren.
Uw ontvochtiger kan in elke gesloten ruimte waar een te hoge luchtvochtigheid
heerst, zoals kelders, speelruimte, werkplaats, archief of zwembad worden gebruikt.
De ontvochtiger beschermt vanaf het moment dat u het apparaat aanzet tegen de
schadelijke effecten van een te hoge luchtvochtigheid.
Let er op dat uw luchtontvochtiger waterpas staat. De beste resultaten worden
verkregen als ramen en deuren gesloten zijn, want dan wordt eventuele toevoer van
nieuwe vochtige lucht voorkomen.
Bij gebruik in een zwembad moet het apparaat via een transformator ofwel via
een stroomonderbrekingsschakelaar worden aangesloten, conform de elektrische
installatievoorschriften.
MUURBEVESTIGING
Zie blz. 25, fig. 5
Uw ontvochtiger kan worden neergezet of aan een muur worden gehangen.
Let erop dat het apparaat goed stabiel staat en op alle vier de pootjes rust.
Ophangen aan een muur
Bevestig de meegeleverde steun (1) horizontaal met minstens vijf schroeven en
pluggen (2 en 3) aan de muur. Let op: Gebruik uitsluitend deugdelijk materiaal,
want het apparaat is zwaar, 40 kg.
Hang het apparaat aan de steun, de lippen passen in de openingen in het
achterpaneel.
Om trillingen, rammelen en geluidsoverdracht te voorkomen zijn rubberen strips
meegeleverd. Deze zelfklevende strips moeten worden geplaatst op de lippen van
de steun (4) en aan de onderzijde in het metalen achterpaneel (5).
NL