37
76
77
78
79
Deutsch
Español
Nederlands
WARTUNG
MANTENIMIENTO
ONDERHOUD
LUFTFILTER - Den Griff drehen (A, Abb. 72) den Luftfilter (B) täglich
kontrollieren. Reinigen Sie mit fettlösendem Konzentrat Emak Nr.
001101009, waschen Sie mit Wasser und blasen Sie in einer gewissen
Entfernung von innen nach außen mit Druckluft aus. Tauschen Sie
einen stark verschmutzten oder beschädigten Filter aus.
ACHTUNG! – Wenn der Filter (B) wieder montiert wird, muss
er an der dafür vorgesehenen Stelle im Deckel sicher befestigt
werden.
KRAFTSTOFF-FILTER - Der Kraftstoff-Filter muß regelmäßig
überprüft und bei zu starker Verschmutzung ersetzt werden
(Abb. 73).
ÖLPUMPE (automatisch einstellbar) - Die Förderleistung der
Pumpe ist bereits werksseitig eingestellt. Sie kann vom Benutzer
nach Bedarf mit der Einstellschraube reguliert werden (Abb. 74). Der
Ölumlauf erfolgt nur bei laufender Kette.
ACHTUNG - Kein Altöl verwenden.
STARTERGRUPPE - Luftschlitze des Anlasserdeckels freihalten und
regelmäßig mit einem Pinsel oder Druckluft reinigen (Abb. 75).
MOTOR / DRUCKREDUZIERVENTIL - Die Kühlrippen des Zylinders
müßen regelmäßig mit einem Pinsel oder mit Pressluft gereinigt
werden (Abb. 76). Schmutzablagerungen können zu Überhitzung
und Beschädigung des Motors führen. Prüfen, ob sich unter dem
Druckreduzierventil evtl. Schmutz angesammelt hat, der das Ventil in
Offenstellung blockiert.
ZÜNDKERZE - Die Zündkerze regelmäßig reinigen sowie den
Elektrodenabstand einstellen (Abb. 77).
Eine Zündkerze NGK BPMR7A bzw. einer anderen Marke mit
gleichwertigem Wärmewert verwenden.
KETTENBREMSE - Falls die Kettenbremse nicht einwandfrei
funktionieren sollte, müssen der Kettenraddeckel abmontiert und
die einzelnen Teile der Kettenbremse gründlich gereinigt werden.
Wenn das Kettenbremsband verschlissen und/oder verformt ist, so
ist dieses zu ersetzen (A, Abb. 78). Die Sicherheitsarretierung der
Kette kontrollieren und falls nötig ersetzen (B, Abb. 78).
SCHWERT - Das Schwert drehen und überprüfen, ob die
Schmieröffnungen frei von Verunreinigungen sind (Abb. 79).
FILTRO DEL AIRE - Girar la perilla (A, Fig. 72) y controlar diariamente
el filtro del aire (B). Limpie con desengrasante Emak cód. 001101009,
lave con agua y sople a distancia con aire comprimido desde el interior
hacia el exterior. Sustituya el filtro si está muy atascado o dañado.
¡ATENCIÓN! - Cuando se vuelva a montar el filtro (B), encajarlo
bien en su alojamiento de la tapa (C).
FILTRO COMBUSTIBLE - Controlar periódicamente las condiciones del
filtro, en caso de excesiva suciedad, cambiarlo (Fig. 73).
BOMBA ACEITE (automática regulable) - El caudal se regula
previamente en la fábrica. El flujo del aceite puede ser variado por el
operador, según las necesidades, mediante el tornillo de regulación
correspondiente (Fig. 74). El caudal de aceite se activa sólo cuando la
cadena está en movimiento.
ATENCION - No emplee nunca aceite recuperado.
GRUPO DE ARRANQUE - Mantener libres y limpios los orificios de
refrigeración del carter del conjunto de arranque (Fig. 75) con pincel o
aire comprimido.
MOTOR / VÁLVULA DE DESCOMPRESSIÓN - Limpiar periódicamente
las aletas del cilindro con un pincel o con aire comprimido (Fig. 76).
La acumulación de impurezas sobre el cilindro puede provocar
recalentamientos dañinos para el buen funcionamiento del motor.
Controlar y eliminar eventuales impurezas presentes en la base de la
válvula de descompressión ya que pueden provocar que la misma
permanezca abierta.
BUJIA - Se recomienda la limpieza periódica de la bujía y el control de
la distancia de los electrodos (Fig. 77).
Utilizar bujía NGK BPMR7A o de otra marca con grado térmico
equivalente.
FRENO DE LA CADENA - Si se diera el caso de que el freno de la
cadena no funcionara correctamente, desmontar el cárter cubrecadena
y limpiar a fondo los componentes del freno.
Cuando la cinta esté gastada y/o deformada, cambiarla (A, Fig. 78).
Verificar y sustituir, si es necesario, el bloqueo de seguridad de la
cadena (B, Fig. 78).
BARRA - Girar la barra y verificar que los orificios de lubricación estén
libres de impurezas (Fig. 79).
LUCHTFILTER - Draai aan de knop (A, Fig. 72) losschroeven en
het luchtfilter (B) controleren. Reinigen met ontvetter van Emak
codenr. 001101009, wassen met water, en met perslucht van een
afstand van binnen naar buiten blazen. Vervang het filter als dit
ernstig verstopt of beschadigd is.
ATTENTIE! – Als de filter weer omhoog komt (B), dient u hem
goed vast te zetten in de daarvoor bestemde behuizing in de
deksel (C).
BRANDSTOFFILTER - Periodiek de staat van het brandstoffilter
controleren. Dit in geval van teveel vuil vervangen (Fig. 73).
OLIEPOMP (automatisch en regelbaar) - De toevoer is vooraf in
de fabriek afgesteld. De olietoevoer kan door de gebruiker, al naar
gelang nodig is, veranderd worden door middel van de betreffende
stelschroef (Fig. 74). De olietoevoer gebeurt alleen als de ketting
loopt.
LET OP - Nooit oude olie hergebruiken.
STARTGROEP - De koelgaten van de startgroepcarter met een
penseel of hogedruklucht vrij en schoon houden (Fig. 75).
MOTOR / DECOMPRESSIEKLEP - Periodiek de cylindervleugels
met een penseel of hogedruklucht schoonmaken (Fig. 76). Het
opeenhopen van vuil op de cylinder kan voor de werking van de
motor schadelijke oververhitting veroorzaken. Wanneer na controle
blijkt dat er zich oneffenheden bevinden op het onderstuk van de
decompressieklep dient u deze te reinigen; in tegenovergesteld
geval zou hij open kunnen blijven staan.
BOUGIE - Men raadt aan de bougie periodiek schoon te maken en
de electrodenafstand te controleren (Fig. 77).
Gebruik een NGK BPMR7A bougie of een bougie van een ander
merk met een equivalent thermisch bereik.
KETTINGREM - In geval de kettingrem niet goed functioneert, de
kettingkast demonteren en de onderdelen van de rem grondig
schoonmaken. Als de remband versleten en/of vervormd is,
deze vervangen (A - Fig. 78). De veiligheidsstop van de ketting
controleren en indien nodig vervangen (B - Fig. 78).
ZAAGBLAD - Het zaagblad omkeren en controleren, dat de
smeergaten vuilvrij zijn (Fig. 79).