NL
- 104 -
Laden van de accu (afb. 13)
1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor
de grendeltoets indrukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
lader (16) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Steek de accu (15) op de lader.
4. Onder punt „Indicatie lader“ vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie
aan de lader.
Tijdens het laden kan de accu iets warm worden.
Dit is echter normaal.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan:
•
of aan het stopcontact de netspanning voor-
handen is,
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Indien het laden van de accupack nog altijd niet
mogelijk is, dan verzoeken wij u
•
de lader
•
en de accupack
op te sturen aan onze klantendienst.
Voor een deskundige verzending verzoeken
wij u contact op te nemen met onze klan-
tendienst of het verkooppunt waar u het ap-
paraat heeft aangekocht.
Zorg er bij de verzending of verwerking van
accu’s resp. het accu apparaat voor dat deze
afzonderlijk worden verpakt in plastic zakken,
om kortsluitingen en brand te vermijden!
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
Montage van de accu (afb. 14)
Open het accudeksel (pos. 4). Dan de accu´s zo-
als getoond in afb. 14 in de houders steken.
De beste resultaten voor levensduur en maai-
vermogen bereikt u altijd, wanneer accu‘s met
dezelfde capaciteit vanaf 2,5 Ah worden ingezet.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid om de tege-
nover elkaar gelegen accuhouders A en B (afb. 2)
uit te rusten met verschillende accucapaciteiten.
Houd er echter rekening mee dat een accubank
altijd moet worden gevoed door accu‘s met de-
zelfde capaciteit (afb 15).
Zo kunt u bijvoorbeeld een accubank uitrusten
met 2x 4,0Ah accu’s, terwijl de accubank aan de
tegenover gelegen zijde is uitgerust met 2x 3,0Ah
accu‘s.
Aanwijzing!
Gebruik alleen accu´s met dezelfde vulstand,
combineer nooit volle en halfvolle accu´s met el-
kaar. Laad beide/alle accu´s altijd gelijktijdig op.
De accu met de zwakkere laadtoestand bepaalt
de looptijd van het apparaat. Vóór bedrijf moeten
altijd beide/alle accu´s vol worden geladen. Sluit
het accudeksel door het dicht te klappen en let
erop dat het goed inklikt.
Accu-capaciteitsindicatie (afb. 12)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
catie (afb. 12/pos. A). De accu-capaciteitsindicatie
(afb. 12/pos. B) signaleert de laadtoestand van de
accu aan de hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De temperatuur van de accu is te laag. Verwijder
de accu van het apparaat en laat de accu één
dag liggen bij ruimtetemperatuur. Als de fout
opnieuw optreedt, dan werd hij diep ontladen en
is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
Voorzichtig!
Parkeer de grasmaaier niet in de zon. Erin ge-
plaatste accu‘s kunnen ontoelaatbaar warm
worden.
Anl_GE_CM_36_48_Li_M-Solo_SPK13.indb 104
26.10.2021 14:04:50