NL
- 108 -
Aanwijzing!
Mulchen is alleen mogelijk bij re-
latief kort gras. Maai regelmatig om een dunne
mulchlaag te verkrijgen.
Waarschuwing!
De mulchadapter mag alleen bij stilgezette motor
en uitgetrokken netstekker erin worden gezet.
Om de mulchfunctie te gebruiken hangt u de
opvangzak uit en schuift u de mulchadapter (afb.
10/pos. 15) in de uitwerpopening en sluit u de
uitwerpklep.
Verstelling van de maaihoogte
Let op!
Het verstellen van de maaihoogte mag alleen
worden uitgevoerd bij uitgeschakelde motor en uit
het stopcontact getrokken veiligheidsstekker.
e verstelling van de maaihoogte moet als volgt
worden uitgevoerd (zie
fi
g. 11):
1. De hefboom (7) naar buiten drukken.
2. De hefboom (7) op de gewenste maaihoogte
zetten.
3. De hefboom (7) loslaten en controleren of hij
goed vastzit in het arrêt.
A
fl
ezen van de maaihoogte
De maaihoogte kan in 6 trappen van 25-75 mm
ingesteld en aan de schaal afgelezen worden.
Voordat u begint te maaien controleert u of het
maaigereedschap niet bot is, en of de beves-
tigingsmiddelen niet zijn beschadigd. Vervang
botte en/of beschadigde maaigereedschappen
om onbalans te vermijden. Bij deze controle de
motor afzetten en de veiligheidsstekker uit het
stopcontact trekken.
Laden van de accu (afbeelding 12)
Met de lader kunnen 1 of 2 accu’s worden ge-
laden. Door onafhankelijke lading kunt u ook
verschillende accu’s (bijv.: 2,0 Ah en 4,0 Ah)
gelijktijdig gedurende de op de lader aangegeven
laadduur laden.
1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor
de grendelknop (afbeelding 13, pos. C) in-
drukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
lader (19) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Steek de accu of de accu’s (18) op de lader
(19).
4. Onder punt ‘Indicatie lader’ vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie
aan de lader.
Tijdens het laden kan de accu wat warm worden.
Dit is echter normaal.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan
•
of aan het stopcontact de netspanning voor-
handen is
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Indien het laden van het accupack nog altijd niet
mogelijk is, breng dan
•
de lader
•
en de accupack
naar onze klantenservice.
Voor een deskundige verzending verzoeken
wij u contact op te nemen met onze klan-
tendienst of het verkooppunt waar u het ap-
paraat heeft aangekocht.
Zorg er bij de verzending of verwerking van
accu’s resp. het accu apparaat voor dat deze
afzonderlijk worden verpakt in plastic zakken,
om kortsluitingen en brand te vermijden!
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
Accu-capaciteitsindicator (
fi
g. 13)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
cator (pos. A). De accu-capaciteitsindicator (pos.
B) signaleert de laadtoestand van de accu aan de
hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Anl_Rasarro_36_42_SPK13.indb 108
25.08.2021 13:03:02