NL
- 99 -
slijpschijf eraf.
•
Reinig vóór montage de nieuwe slijpschijf en
alle zich tijdens het bedrijf draaiende delen
zorgvuldig.
•
Zet de nieuwe slijpschijf (6), de flens (F) en
de moer (E) in omgekeerde volgorde weer
erin en draai deze vast.
•
Aanwijzing! Draai de moer (E) matig vast, de
schroefverbinding werkt tijdens het bedrijf op
grond van de constructie het vastgeklemd
raken van de slijpschijf in de hand.
•
Monteer daarna het waterreservoir (10) weer
met de 3 schroeven (D).
•
Waarschuwing! Voordat u weer werkt met het
apparaat, moet de goede werking van de be-
scherminrichtingen worden gecontroleerd.
•
Waarschuwing! Gebruik de slijpmachine altijd
met aan beide zijden gemonteerde slijpschijf.
Dit verlaagt het risico om een roterende spil
te aan te raken.
6. Bediening
6.1 Aan-/Uit-schakelaar (1)
Breng de AAN/UIT-schakelaar (1) naar de stand I
om de slijpmachine aan te zetten.
Om de machine af te leggen brengt u de AAN/
UIT-schakelaar (1) naar stand 0.
Wacht na het aanzetten tot het gereedschap zijn
maximumtoerental heeft bereikt. Begin dan pas
met het slijpen.
6.2 Droogslijpen
•
Om grof te slijpen valt het aan te bevelen om
de grofkorrelige slijpschijf (5) te gebruiken.
•
Schakel de slijpmachine in met de Aan/Uit-
schakelaar (1).
•
Leg het werkstuk op de werkstuksteun (7)
en breng het langzaam in de gewenste hoek
naar de slijpschijf (5) tot het in contact komt
met de schijf.
•
Beweeg het werkstuk lichtjes heen en weer
om een optimaal slijpresultaat te verkrijgen.
De slijpschijf (5) raakt zo bovendien gelijkma-
tig versleten. Laat het werkstuk tussendoor
afkoelen.
Voorzichtig!
Mocht de slijpschijf tijdens het werken blokkeren,
neem dan uw werkstuk weg en wacht, tot het ap-
paraat zijn maximale toerental opnieuw heeft be-
reikt. U moet het werkstuk eventueel met minder
uitgeoefende kracht naar de slijpschijf toe leiden.
6.3 Natslijpen
•
Om fijn te slijpen valt het aan te bevelen om
de fijnkorrelige slijpschijf (6) te gebruiken.
•
Controleer vóór het begin van het natslijpen
of de afsluitstop (21) is gemonteerd.
•
Controleer bovendien of er genoeg water in
het waterreservoir (10) zit (natslijpschijf (6)
voor 1/3 in water!).
•
Schakel de slijpmachine in met de Aan/Uit-
schakelaar (1).
•
Pak het werkstuk vast met beide handen en
laat het langzaam neer op de slijpschijf (6).
•
U kunt het werkstuk ook laten steunen op de
tanden aan het waterreservoir en neerlaten
op de slijpschijf (6).
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwali
fi
ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
Anl_TC_WD_200_150_SPK9.indb 99
Anl_TC_WD_200_150_SPK9.indb 99
23.06.2020 15:30:33
23.06.2020 15:30:33