3. Gebruiksvoorwaarden
3.1.
Erkenningen
Voor de veiligheidshelm voor straalwerkzaamheden C4-PLUS werd een EG-typeonderzoek op basis van EN 14594:2005
Ademhalingsbeschermingsmiddelen – Slangentoestellen geschikt voor continu stromende samengeperste ademlucht – Eisen, beproevingsmethoden,
markering" uitgevoerd.
3.2.
Materialen
De materialen, die voor deze veiligheidshelm voor straalwerkzaamheden gebruikt worden, zijn zorgvuldig geselecteerd om een product met een minimaal
gewicht en maximale veiligheid ter beschikking te kunnen stellen.
De helm beschermt de gebruiker conform DIN EN 397 ook tegen vallende voorwerpen.
Geen van de gebruikte materialen veroorzaakt schadelijke gevolgen voor de gezondheid of huidirritaties.
3.3.
Waarschuwingen:
Gebruikers van ademhalingsbeschermingsmiddelen moeten medisch geschikt zijn. Ze moeten geïnstrueerd worden in het gebruik van
ademhalingsbeschermingsmiddelen en met het apparaat vertrouwd worden gemaakt. De bedrijfsgeneeskundige, preventieve onderzoeken conform G 26
“Ademhalingsbeschermingshelmen" moeten ook worden nagekomen.
Bij het gebruiken van de veiligheidshelm voor straalwerkzaamheden C4-PLUS dient een geschikte, gecontroleerde en gecertificeerde gehoorbescherming te
worden gedragen.
Bij zware werkzaamheden met zeer veel nood aan lucht kan de druk binnenin het apparaat tot onderdruk worden.
De helm moet gedeeltelijk de energie van een schok opnemen door vernietiging of beschadiging van de helmschaal en de binneninrichting en iedere helm
die aan een sterke schok blootgesteld werd, moet vervangen worden, ook wanneer een beschadiging niet meteen herkenbaar is. De gebruikers worden ook op
het gevaar gewezen dat ontstaat wanneer tegen de aanbevelingen van de fabrikant in originele bestanddelen van de helm gewijzigd of verwijderd worden.
Helmen mogen op geen enkele manier die niet door de fabrikant van de helm aanbevolen wordt, aangepast worden voor het aanbrengen van extra
onderdelen. Verf, oplosmiddelen, lijmen of zelfklevende etiketten mogen enkel volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de helm aangebracht of
opgekleefd worden.“
3.3.1.
Bijzondere gebruiksomstandigheden
Wanneer gevaren, buiten de bescherming van de ademhalingsorganen, bijkomende persoonlijke beschermingsmiddelen noodzakelijk maken, moet de
compatibiliteit van deze beschermingsmiddelen met de veiligheidshelm voor straalwerkzaamheden nauwkeurig gecontroleerd worden. De bijkomende
veiligheidsmaatregelen mogen geen invloed hebben op de doeltreffendheid van de veiligheidshelm voor straalwerkzaamheden. Het temperatuurbereik
waarin het apparaat kan worden ingezet, ligt tussen 0°C en + 45°C. Bij atmosferen die verrijkt zijn met zuurstof of waar ontploffingsgevaar heerst, moeten
overeenkomstige voorzorgsmaatregelen getroffen worden.
Bij twijfel staat de EKASTU Safety-klantendienst u graag met advies bij.
4.
Beschrijving van het apparaat
4.1.
Werking
De veiligheidshelm voor straalwerkzaamheden C4-PLUS werd zo gemaakt dat hij ook bij zeer ruwe straalwerkzaamheden ingezet kan worden. Hij beschermt
de drager tegen het terugkaatsen van het straalgoed. De helm mag niet gebruikt worden bij las-, verfspuitwerkzaamheden of in een brandbare atmosfeer.
De gebruiker moet op ieder moment in staat zijn om te vluchten, ook zonder helm. De eisen voor de bescherming tegen vallende voorwerpen worden
beschreven in EN 397:2000 "Industriële veiligheidshelmen".
4.2.
Markering
Aan de binnenkant van de helm is de veiligheidshelm voor straalwerkzaamheden C4-PLUS conform EN 14594:2005 gemarkeerd.
5.
Voorbereiding voor het gebruik
Controleer voor gebruik of de volledige ademhalingsbeschermingshelm in goede staat is. Controleer het goed functioneren van de
waarschuwingsinstallatie (zoals hieronder beschreven) en controleer alle verbindingen op dichtheid.
Voor het gebruik van de helm de persluchtslang voor ademhalingsbeschermingsmiddelen correct aansluiten.
De lichaamsbescherming is verbonden met de rand van de helm via een geïntegreerd gespannen riem. Het is erg belangrijk om het binnendringen van
straalgoed te vermijden. De halskraag is door middel van een ritssluiting verbonden met de lichaamsbescherming en is gemakkelijk te verwijderen of te
vervangen om schoon te maken en te ontsmetten (zie 7.3. en 7.4.). De halskraag moet vervangen worden wanneer ze beschadigd werd of wanneer ze niet
meer vast rond de hals zit. Het traploos verstelbare koppel moet om het lichaam heen ter hoogte van de taille en rond de taille bevestigd en vastgemaakt
worden.
De compressor moet de voorgeschreven ademluchtkwaliteit conform EN 12021 leveren. Indien nodig kunt u drukfilters van de serie D-FL 10 of 20-PLUS
(bestelnr. 122 000, 122 001 en 122 002). De ademlucht mag niet minder dan 19,5% zuurstof bevatten. De gebruiker heeft de plicht de luchttoevoer en de
kwaliteit ervan te controleren. Er moet ook op gelet worden dat het watergehalte van de ademlucht binnen de grenzen van EN 12021 wordt gehouden om
het bevriezen van het apparaat te vermijden. De helm mag niet aan andere toevoersystemen als acetyleen, zuurstof, stikstof of met zuurstof verrijkte lucht
etc. aangesloten worden.
Er moet gecontroleerd worden of de compressor alleen maar schone lucht aanzuigt, d.w.z. de compressor moet uit de buurt van uitlaatgassen en andere
giftige substanties van welke aard dan ook geplaatst worden. Er moet voor gezorgd worden dat de compressor genoeg inadembare lucht levert, ook wanneer
meerdere gebruikers tegelijkertijd aan de compressor aangesloten zijn.
De compressor instellen op 6,0 bar (87 psi) en correct verbinden met de persluchtslang voor ademhalingsbeschermingsmiddelen. De maximale lengte van
de slang bedraagt 40 m.
Gebruik maar één enkele slang.
Vergewis u ervan dat 6,0 bar (87 psi), minstens 160 l/min tot maximaal 300 l/min voor de helm geleverd worden.
Leg de slang zo dat er geen gevaar voor beschadiging is. Let op scherpe kante, warmtebronnen, verkeerswegen etc. Let er op dat er geen gevaar voor
ongelukken ontstaat door het verleggen van de slang (struikelgevaar).
22
Summary of Contents for 144 151
Page 31: ......