02/2009 - Art. Nr. 4200 1015 7800A
12
Service
Storingen verhelpen
Oorzaken en verhelpen van storingen
Bij storingen moeten de principiële eerst
voorwaarden voor een goede werking
worden gecontroleerd:
1.
Is er stroom aanwezig?
2.
Is er stookolie in de tank ?
3.
Staan alle afsluiters open ?
4.
Zijn alle regel- en
veiligheidstoestellen, zoals
ketelthermostaat,
droogloopbeveiliging,
eindschakelaar etc., ingesteld?
Als de storing na controle van de
hiervoor genoemde punten niet kan
worden verholpen, test dan de met de
afzonderlijke branderonderdelen
samenhangende functies.
De veiligheidsonderdelen mogen niet
worden gerepareerd, maar dienen te
worden vervangen door onderdelen met
hetzelfde nummer.
Gebruik alleen originele
onderdelen van de fabrikant.
Voor onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden, de
stroom uitschakelen.
Na elke ingreep de
verbrandingswaarden onder
bedrijfsomstandigheden controleren
(deur van de stookruimte dicht, kap
gemonteerd, enz.). Meetwaarden
noteren in de documenten van de
stookruimte.
A4
Scherm
BP1
Drukknop 1
Opvraging: Storingscode
BP2
Drukknop 2
Opvraging: Waarden
Symbool
Storing
Oorzaak
Verhelpen
Geen warmteverzoek
Thermostaten defect of
ontregeld.
De thermostaten instellen of vervangen.
De brander start niet.
Er is geen storingsmelding
op de branderautomaat.
Geen of te lage
netspanning.
Storing van de automaat
Oorzaak van te lage spanning of van
stroomonderbreking opsporen.
De automaat vervangen.
Brander start bij
inschakeling heel kort, en
schakelt uit
Automaat werd manueel
vergrendeld.
Automaat weer ontgrendelen.
Brander start en schakelt
na voorventilatie uit
Parasietlicht bij
voorventilatie-/
voorontstekingsfase
Ontstekingsvonken controleren/elektrode
instellen/vervangen
Oliemagneetventiel controleren/vervangen
Brander start en schakelt
na openen van de
magneetventielen uit
Geen vlam na afloop van
de veiligheidstijd
Oliepeil in de tank controleren.
Tank eventueel bijvullen.
Ventielen openen.
Oliedruk en werking van de pomp, koppeling,
filter, magneetventiel controleren.
Ontstekingscircuit, elektrode-instelling
controleren. Elektroden reinigen/vervangen.
Vlamdoofveiligheid reinigen/vervangen.
Indien nodig, volgende onderdelen
vervangen:
Ontstekingselektroden / ontstekingskabel /
ontstekingstrafo / sproeier / pomp /
magneetventiel / branderautomaat.
Vlamuitval tijdens de
werking
Vlam dooft tijdens de
werkingsfase