09/2018 - Art. Nr. 4200 1092 1400A
8
Montage
Brandermontage
Branderinbouwstand
Gasaansluiting, Inbouwwijze
Montage van de brander
De branderflens
3
is voorzien van
langwerpige gaten en kan worden
gebruikt voor een diameter van de
gatencirkel gaande van 150 tot 170 mm.
De afmetingen voldoen aan EN 226. De
flensdichting voor de brander en de
bevestigingsschroeven worden samen
met de brander geleverd.
Door verschuiven van buizensteun
2
op
de branderbuis kan de insteekdiepte van
de menginrichting worden aangepast
aan de afmetingen van de
verbrandingsruimte. De insteekdiepte
blijft ongewijzigd bij het in- en uitbouwen.
Via de buishouder
2
wordt de brander
aan de aansluitflens en dus aan de ketel
bevestigd. De verbrandingsruimte wordt
hierdoor dicht afgesloten.
Inbouwen:
• Aansluitflens
3
met schroeven
4
aan
de ketel bevestigen.
• Buizensteun
2
op branderbuis
monteren en met schroef
1
bevestigen. Schroef
1
met een
aanspanmoment van max. 6 Nm
vastdraaien.
• Brander enigszins draaien, in de flens
invoeren en met schroef
5
bevestigen.
Uitbouwen:
• Schroef
5
losdraaien.
• Brander uitdraaien en uit de flens
trekken.
Gasverzorging
De diameter van de gasleidingen moet
dusdanig worden gekozen, dat de
drukverliezen niet meer dan 5% van de
netdruk bedragen.
Montage van het gasblok
• De doppen op
A
,
B
en
C
verwijderen.
• Controleren of ringafdichting
J1
aanwezig is en correct op de flens
C
ligt.
• Gasblok rechts of links bevestigen (zie
hieronder voor andere
inbouwstanden).
• Gaskogelkraan voor het gasblok
installeren.
Aanwijzing
Er moet voldoende plaats worden
voorzien om bij de verschillende
instelpunten te kunnen komen. De
gasverzorgingsleiding moet grondig
worden ontlucht. Alle verbindingen
moeten worden gecontroleerd op
dichtheid.