3.5
Het plaatsen van de deurplateaus
1
2
Om het bewaren van voedselverpakkin-
gen van verschillende afmetingen mogelijk
te maken, kunnen de schappen op ver-
schillende hoogtes worden geplaatst.
Om deze aanpassingen uit te voeren,
gaat u als volgt te werk:
trek het schap geleidelijk in de richting van
de pijlen totdat het los komt en plaats het
schap op een andere gewenste hoogte
terug.
Verwijder het onderste deurschap
niet om een goede luchtcirculatie
te garanderen.
4.
AANWIJZINGEN EN TIPS
4.1
Energie besparen
• Open de deur van de koelkast of de
vriezer niet te dikwijls.
• Laat de deur van de koelkast of de vrie-
zer niet langer dan nodig open staan.
• Als het apparaat permanent in werking
is en er zich rijm aan de interne achter-
wand vormt, zijn dit mogelijke oorza-
ken:
– De temperatuurknop staat in de laag-
ste stand.
– De kamertemperatuur is te hoog.
– Het apparaat zit te vol.
Stel de temperatuurknop in op een ho-
gere stand. De automatische ontdooi-
functie start en het energieverbruik
daalt.
4.2
Koeling
• Zet geen warm voedsel in de koelkast.
Wacht tot het is afgekoeld.
• Plaats geen dampende vloeistoffen in
de koelkast.
• Doe alle voeding met een sterke smaak
of geur in vershouddozen.
• Zorg ervoor dat er lucht rond het voed-
sel kan circuleren.
• Doe alle soorten vlees in vershoudzak-
jes. Plaats ze op het glazen rooster net
boven de groentenlade. Bewaar vlees
niet langer dan 2 dagen in de koelkast.
• Dek bereid voedsel en koude gerechten
af en plaats ze op een van de roosters.
• Was fruit en groenten en bewaar ze in
de groentenlade.
• Bewaar boter en kaas in de speciale
luchtdichte vakken, aluminiumfolie of
vershoudzakjes.
• Zorg ervoor dat melkflessen gesloten
zijn en bewaar ze in het flessenrek in de
deur van het apparaat.
• Bewaar in de koelkast geen bananen,
aardappelen, uien en look zonder ver-
pakking.
NEDERLANDS
7