• De filters schoon zijn en correct zijn ge-
plaatst.
• De sproeiarmen niet zijn verstopt.
• De positie van de items in de mandjes
correct is.
• Het programma van toepassing is op
het type lading en de mate van bevui-
ling.
• De juiste hoeveelheid afwasmiddel is
gebruikt.
• Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde af-
wastabletten gebruikt).
• De dop van het zoutreservoir goed
dicht zit.
8.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en trek
de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
Vuile filters en verstopte sproeiar-
men verminderen de wasresulta-
ten.
Controleer regelmatig de filters en
reinig deze zo nodig.
8.1
De filters reinigen
C
A
B
1.
Draai het filter (
A
) linksom en verwijder
het.
A1
A2
2.
Haal om het filter (
A
) te demonteren,
(
A1
) en (
A2
) uit elkaar.
3.
Verwijder het filter (
B
).
4.
Reinig de filters met water.
5.
Zorg er voordat u het filter (
B
) terug-
plaatst voor dat er geen etensresten
of vuil in en rond de rand van de op-
vangbak zit.
54 www.electrolux.com