Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De temperatuur in
het apparaat is te
koud.
De thermostaatknop staat
misschien niet goed.
Stel een hogere temperatuur
in.
De temperatuur in
het apparaat is te
warm.
De thermostaatknop staat
misschien niet goed.
Stel een koudere tempera-
tuur in.
De deur is niet goed geslo-
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
De temperatuur in de
vriezer is te warm.
Producten liggen te dicht
op elkaar.
Berg de producten zodanig
op dat er koude lucht kan
circuleren.
Er zijn grote hoeveelheden
voedsel tegelijk in de vrie-
zer geplaatst.
Leg kleinere hoeveelheden
voedsel tegelijk in de vriezer.
Het apparaat werkt
niet.
Het apparaat is uitgescha-
keld
Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Het apparaat krijgt geen
stroom. Er staat geen
spanning op het stopcon-
tact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat aan op het stop-
contact. Controleer de zeke-
ring. Neem contact op met
een gekwalificeerd elektri-
cien.
Het lampje brandt
niet.
Het lampje is stuk.
Zie 'Het lampje vervangen'.
De deur heeft te lang open-
gestaan.
Sluit de deur.
De deur komt tegen
het ventilatierooster
aan.
Het apparaat staat niet wa-
terpas.
Zie 'Waterpas zetten'.
De deur is niet goed
uitgelijnd.
Het apparaat staat niet wa-
terpas.
Zie 'Waterpas zetten'.
DEMO verschijnt op
het display
Het apparaat staat in de
demonstratiestand (DEMO).
Houd de toets Modus onge-
veer 10 seconden ingedrukt
tot een lange zoemer te ho-
ren is en de display kort uit-
gaat; het apparaat gaat
weer werken.
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit
merk.
NEDERLANDS
15