26
NEDERLANDS
Grijp bij het op- of afwikkelen van de
persluchtslang niet tussen de handkruk
en de transportgreep.
A
Gevaar door onvoldoende vei-
ligheidsuitrusting!
Draag oordoppen.
Draag een veiligheidsbril.
Draag een stofmasker bij werkzaamhe-
den waarbij stof vrijkomt of bij ontwikke-
ling van nevels die de gezondheid kun-
nen schaden.
Draag aangepaste werkkledij. Bij werk-
zaamheden buiten zijn antislipschoenen
aanbevolen.
A
Gevaar door gebreken aan het
elektrische toestel!
Zorg dat het elektrische toestel evenals
het toebehoren goed onderhouden wor-
den. Neem hierbij de onderhoudsvoor-
schriften in acht.
Controleer het elektrische toestel voor
elk gebruik op eventuele beschadigin-
gen: de correcte werking van veilig-
heidsinrichtingen en licht beschadigde
delen moet worden gecontroleerd. Con-
troleer of de scharnierende onderdelen
correct functioneren en niet klemmen.
Alle onderdelen moeten correct gemon-
teerd zijn en aan alle voorwaarden vol-
doen om een feilloze bediening van het
elektrische toestel te garanderen.
Laat beschadigde beveiligingen of
onderdelen deskundig en door een
gekwalificeerde vakman herstellen of
vervangen. Laat beschadigde schake-
laars in een reparatiedienst vervangen.
Gebruik dit elektrische toestel niet, wan-
neer u de schakelaar niet kan in- en uit-
schakelen.
Zorg ervoor dat er zich geen oliën of vet-
ten op de handgrepen bevinden en dat
deze droog blijven.
3.3
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsklep
De veiligheidsklep
onder veerdruk
bevindt zich aan de hoofdschakelaar. De
veiligheidsklep wordt geactiveerd bij
overschrijding van de maximaal toegela-
ten druk.
4.1
Netaansluiting
B
Gevaar! Elektrische spanning
Gebruik de machine uitsluitend
in een droge omgeving.
Sluit de machine enkel aan op een
stroombron die voldoet aan de onder-
staande voorwaarden:
−
de stopcontacten zijn reglemen-
tair geïnstalleerd, geaard en
goedgekeurd;
−
zekering conform de technische
gegevens.
Het snoer moet zo gelegd worden dat
de schaafwerkzaamheden niet
bemoeilijkt worden, en dat het snoer
niet beschadigd kan worden.
Controleer steeds of de machine uit-
geschakeld is, alvorens de stekker in
het stopcontact te steken.
B
Draairichting controleren!
Afhankelijk van de fasenbeleg-
ging is het mogelijk dat de motor in
de verkeerde richting draait. Dit kan
een beschadiging van de machine tot
gevolg hebben. Controleer daarom na
het aansluiten telkens de draairich-
ting, de riemschijf van de compressor
moet in de richting van de pijl (op het
riembeschermrooster) draaien.
Als de draairichting fout is, moeten
de fasen aan de netstekker worden
verwisseld:
1.
Trek de stekker uit het stopcon-
tact.
2.
Verwissel de fasen met behulp
van een schroevendraaier zoals
getoond op de afbeelding.
−
Druk de schakelaar (19) een
beetje in.
−
Draai de schakelaar 180 °.
3.
Steek de netstekker opnieuw in
de contactdoos.
Bescherm het snoer tegen hitte en
bijtende scheikundige (vloei)stoffen,
en zorg dat het snoer niet beschadigd
kan worden door scherpe voorwer-
pen.
Als verlengsnoer mag uitsluitend
gebruik gemaakt worden van een
snoer met voldoende doorsnede (zie
"Technische gegevens").
Schakel de machine uit met de hoofd-
schakelaar en niet door de netstekker
uit het stopcontact te trekken.
Na beëindiging van de werkzaamhe-
den trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
4.2
Perslucht genereren
1.
Sluit de persluchtslang aan op de
compressor. Afhankelijk van de toe-
passing zijn er twee aansluitingen
beschikbaar:
−
Persluchtaansluiting voor gere-
gelde, gefilterde perslucht
.
−
Persluchtaansluiting voor onge-
regelde, ongefilterde perslucht
.
2.
Schakel het apparaat in
wacht tot de maximale keteldruk
bereikt is (de compressor schakelt
uit).
De keteldruk kunt u van de
keteldrukmeter
afgelezen.
AUTO
O OFF
18
4.
Bediening
19
20
21
AUTO
O OFF
22