33
34
GEBRUIKSAANWIJZING
HM120N MIXERSET
Beste Klant,
Om schade te voorkomen door verkeerd gebruik lees eerst de gebruiksaanwijzing goed door
. V
olg altijd de
veiligheidsinstructies. W
anneer dit apparaat doorgegeven wordt aan een ander persoon zorg dan dat de
gebruiksaanwijzing aanwezig is.
OPBOUW
1.
Motoreenheid
2.
Uitwerptoets
EJECT
3.
Snelheidsschakelaar
4.
TURBO
-toets
5.
Handgreep
6.
Netsnoer met netstekker
7.
V
e
iligheidstap hier inbrengen
8.
3 veiligheidstappen
9.
Kipmechanisme
10.
Staander
11
.
Draaischijf
12.
Roerkom
13.
Openingen voor kloppers resp. kneedhaken
14.
Schaal
15.
Bevestigingen voor kloppers resp. kneedhaken
16.
Kloppers
17.
Kneedhaken
18.
Metalen schijf
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•
Een verkeerd gebruik of een onjuiste behandeling kan tot storingen van het apparaat en verwondingen
bij de gebruiker leiden.
•
Het apparaat mag enkel voor de voorziene doeleinden gebruikt worden. Bij een onjuist gebruik, of bij
een verkeerde hantering wordt geen aansprakelijkheid voor eventueel optredende schade aanvaard.
•
Gelieve voor de aansluiting op het net te controleren of het stroomtype en de netspanning
overeenkomen met de desbetref
fende gegevens op het typeplaatje van het apparaat.
•
Het apparaat en de netstekker niet in water of andere vloeistof
fen onderdompelen.
Als het apparaat toch
ooit in het water terechtkomt, onmiddellijk de stekker uittrekken en het apparaat bij een vakman laten
controleren alvorens het opnieuw te gebruiken.
Anders bestaat levensgevaar wegens het risico van
een elektrische schok.
•
Probeer nooit zelf om de behuizing te openen!
•
Steek niet met voorwerpen in de binnenkant van de behuizing.
•
Gebruik het apparaat niet als u natte handen heeft, op een vochtige vloer of als het apparaat nat is.
•
De netstekker nooit met natte of vochtige handen aanraken.
•
De netkabel en de netstekker regelmatig op eventuele beschadigingen controleren. Bij beschadigingen
moeten de netkabel en de netstekker door een hersteller
, resp. een bevoegde technische dienst
vervangen worden om gevaar te vermijden.
•
Het apparaat niet in gebruik nemen als de netkabel of de netstekker schade vertonen, of als op het
apparaat op de grond gevallen is, of op een andere manier beschadigd werd. In dergelijke gevallen
moet het apparaat ter controle en eventuele herstelling naar een bevoegde technische dienst gebracht
worden.
•
P
orbeer nooit om het apparaat zelf te herstellen.
U zou het gevaar lopen een elektrische schok te krijgen!
•
De netkabel niet over scherpe kanten latenB hangen en uit de buurt houden van verhitte voorwerpen en
open vlammen.
T
rek de kabel enkel aan de stekker uit het stopcontact.
•
De inbouw van een verliesstroomschakelaar met een nominale afvalstroom van niet meer dan 30 mA
in
de huisinstallatie biedt een bijkomende bescherming. V
raag raad aan uw elektro-installateur
.
•
Leg de kabel en de eventueel benodigde verlengkabel zodanig dat men er niet ongewild aan kan
trekken of erover kan vallen.
NL
NL
12
3
4
5
6
7
10
9
11
12
13
14
15
8
17
18
16
•
A
ls een verlengkabel gebruikt wordt, moet deze voor het overeenkomstig vermogen geschikt zijn.
Anders
kan het tot een oververhitting van de kabel en/of stekker komen.
•
D
it apparaat is noch voor commercieel gebruik, noch voor gebruik in openlucht geschikt.
•
Laat het apparaat tijdens het gebruik nooit onbewaakt achter
.
•
Kinderen kunnen de gevaren die in de verkeerde omgang met elektro-toestellen schuilen niet
herkennen.
Laat elektrische huishoudelijke apparatuur daarom nooit zonder toezicht door kinderen gebruiken.
•
T
rek de netstekker uit het stopcontact als het apparaat niet in gebruik is en voor elke reiniging.
•
Opgelet!
Het apparaat staat onder stroom zolang het op het stroomnet aangesloten is.
•
S
chakel het apparaat uit voordat u de stekker uit het stopcontact trekt.
•
Het apparaat mag enkel gebruikt worden voor de doeleinden waarvoor het voorzien is.
•
Er mogen enkel onderdelen van de fabrikant of van zijn plaatselijke verdeler gebruikt worden.
•
Het apparaat nooit aan het netsnoer dragen.
BIJZONDERE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•
Gebruik geen toebehoren dat niet met het toestel meegeleverd werd!
•
Het toestel voldoende laten afkoelen voordat u het opbergt.
•
De motoreenheid in water
, deeg of andere vloeistof
fen dompelen.
Een elektrische schok kan
levensgevaarlijk zijn!
•
Het toestel niet boven verhitte kookplaten of boven open vlammen gebruiken.
•
Opgelet, gevaar van verwondingen!
Grijp nooit in de kloppers of kneedhaken terwijl ze in werking zijn!
•
Zorg ervoor dat uw kleding, uw haar en het netsnoer van het toestel zelf tijdens het gebruik niet in
aanraking komen met de kloppers of de kneedhaken.
•
Het toestel eerst uitschakelen voordat u enig toebehoren vervangt!
•
Het toestel mag niet langer dan 3 minuten ononderbroken gebruikt worden. V
oordat u het toestel verder
gebruikt, moet u het minstens 10 minuten laten afkoelen.
•
De motor wordt erg sterk belast als zeer dikke mengsels gekneed of geroerd moeten worden.
•
Steek nooit vorken, messen of gelijksoortige voorwerpen in de draaiende staven.
VOOR DE EERSTE INGEBRUIKNEMING
•
Alle verpakkingsmaterialen verwijderen.
•
Het toestel voor het eerste gebruik reinigen (zie
REINIGING EN ONDERHOUD
).
BEDIENING
•
Kloppers:
De kloppers (16) zijn geschikt om bv
. eiwit en slagroom stijf te kloppen, alsook voor het
omroeren van cakedeeg, puree, vleesvullingen, pudding en appelmoes.
•
Kneedhaken:
De kneedhaken (17) zijn geschikt voor het kneden van zwaardere degen, zoals bv
. gistdeeg.
•
Manueel roeren en kneden:
De handmixer met één hand vasthouden en de kloppers (16) resp. de
kneedhaak (17) in de bevestigingen (15) aan de onderkant van het apparaat bevestigen:
Aan de uiteinden van de kloppers (16) resp. de kneedhaken (17) bevinden zich kleine haakjes. Deze
moeten rechtstreeks in de uitsparingen van het apparaat ingebracht worden. De kloppers (16) resp. de
kneedhaken (17) in het apparaat schuiven tot ze hoorbaar vastklikken.
•
Opmerking:
Bij gebruik van de kneedhaken (17) moet de kneedhaak (17) met de metalen schijf (18) in
de linker bevestiging (15) ingebracht worden!
•
De snelheidsschakelaar (3) op stand
0
zetten. De netstekker (6) in een geschikt stopcontact steken.
•
De kloppers (16) resp. de kneedhaken (17) in een te bewerken mengsel houden.
•
Het apparaat met behulp van de snelheidsschakelaar (3) inschakelen. Kloppers (16) resp. kneedhaken (17)
beginnen te draaien. Begin op snelheidsstand
1
om te vermijden dat de ingrediënten in het rond spatten.
Zodra de ingrediënten grof vermengd zijn, kan met de snelheidsschakelaar (3) ook een hogere snelheidsstand
van
2 - 5
ingesteld worden. De snelheid kan tijdens het gebruik op gelijk welk moment aangepast worden:
Snelheidsstand
Kloppers/deeghaken
Stand 0:
Apparaat uitgeschakeld
Stand 1:
Mengen van vloeistof
fen
Stand 2:
Soepen, sauzen, puddingen
Stand 3:
Boter
, suikermengsels, instant-deegsoorten, lichte deegsoorten
Stand 4 &
Eierdeeg, zandtaartdeeg, gehakt, zuurdeeg, gistdeeg
Stand 5:
Eiwit, slagroom, aardappelpuree.
NL
NL