218
3.4.2 ACCU-INSPECTIE
Controleer de accu volgens de aanwijzingen in de handleiding van de fabrikant.
3.4.3 DE BRANDSTOFTANK VULLEN
Om veiligheidsredenen wordt de maaier getransporteerd zonder brandstof, de tank moet worden gevuld
voordat u de motor voor de eerste keer start. Afhankelijk van het ontwerp van de machine bevindt de
brandstoftank zich of onder de motorkap of in het linker spatscherm en kan de tank
7,5 liter
bevat
een (
typen met container onder de motorkap
) of
13 (15) liter
(
typen met container onder het
spatscherm
) brandstof bevatten.
- Gebruik alleen benzine met het octaangehalte dat in de motorhandleiding staat vermeld.
Defecten die worden veroorzaakt door een verkeerde brandstof vallen niet door de garantie!
- Vul de tank alleen als de motor is uitgeschakeld en is afgekoeld. Vul de tank in een goed
geventileerde ruimte.
- Wanneer u met brandstof aan het werk bent, mag u niet roken of open vuur gebruiken.
- Gebruik voor het vullen van de tank een speciaal voor brandstoffen bedoelde trechter.
- Mors vooral geen brandstof bij het vullen van de tank. Brandstof die is gemorst kan zeer
gemakkelijk vlam vatten. Veeg eventuele gemorste brandstof geheel op.
- Sla brandstof op buiten het bereik van kinderen.
Vulproces:
Verwijder de dop van de brandstoftank. Draai de dop langzaam los, want
de tank kan benzinedampen onder druk bevatten.
Plaats de trechter in de vulopening en giet de brandstof uit een jerrycan.
Veeg na het vullen van de tank altijd de dop en de omgeving van de
vulopening altijd schoon. U kunt het brandstofniveau aflezen aan de
strepen.
Wij bevelen aan de tank zelf regelmatig te reinigen, omdat verontreinigingen
in de brandstof kunnen leiden tot motorstoringen.
3.4.4 DE BANDENSPANNING CONTROLEREN
Controleer de bandenspanning voordat u de machine gaat gebruiken.
De luchtdruk in de voor- en achterbanden moet liggen in het bereik
van
80 - 140 kPa
. Het verschil tussen de banden onderling mag
± 10 KPa
zijn.
Overschrijd niet de maximale druk die gemarkeerd is op de banden die worden gebruikt.
3.4.5 DE OLIE IN HET HYDRAULISCH CIRCUIT CONTROLEREN (alleen op de AJ102
4x4 machine)
Uw machine wordt geleverd met een volledig bedrijfsklaar en ontlucht systeem en met equalisatiecontainer
die is gevuld met de juiste hoeveelheid olie. Het olieniveau kan dalen tijdens het transport.
Op de machine van het type
AJ102 4x4
bevindt de expansietank zich onder de stoel
3.4.5
). Op
andere machines bevindt de expansietank zich in de buurt van de transmissie (
6.3.16
).
Controleer het oliepeil en let erop dat het zich tussen de twee meetstrepen van de peilstok op de
afsluiter bevindt. Voeg, als dat nodig is, de vereiste hoeveelheid olie van het opgegeven type toe.
Summary of Contents for EF106J Starjet
Page 2: ...2 1 2 1 3 1 1 3 2a ...
Page 3: ...3 1 3 2b 1 3 2c 1 3 2d ...
Page 4: ...4 3 1 3 3 1a 3 3 1b ...
Page 5: ...5 3 3 1c 3 3 1d 3 3 2a ...
Page 6: ...6 3 3 2b 3 3 2c 3 3 2d ...
Page 7: ...7 3 3 2e 3 3 2f 3 3 2g ...
Page 8: ...8 3 3 2h 3 3 2i ...
Page 9: ...9 3 3 2j 3 3 2k ...
Page 10: ...10 3 3 2l 3 3 2m 3 3 2n ...
Page 11: ...11 3 3 2o 3 4 5 ...
Page 12: ...12 3 4 6 4 1a ...
Page 13: ...13 4 1b 4 2 1a ...
Page 14: ...14 4 2 1b 5 6a 5 6b 6 2 2 ...
Page 15: ...15 6 3 3a 6 3 3b 6 3 6a 6 3 6b 6 3 7a ...
Page 16: ...16 6 3 7b 6 3 7c 6 3 7d ...
Page 17: ...17 6 3 7e 6 3 8 6 3 9a 6 3 9b ...
Page 18: ...18 6 3 9c 6 3 10a 6 3 10b 6 3 10c ...
Page 19: ...19 6 3 10d 6 3 10e 6 3 10f 6 3 11 ...
Page 20: ...20 6 3 12a 6 3 12b 6 3 14 ...
Page 21: ...21 6 4 ...
Page 341: ...341 ...
Page 342: ...342 ...
Page 343: ...343 ...