242
7. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Voer nooit onderhoud uit als u niet de juiste kwalificatie en uitrusting hebt. Onderstaande handelingen
kunnen worden uitgevoerd door de gebruiker. Wanneer andere dan de hier getoonde servicewerkzaamheden
door de gebruiker worden uitgevoerd, zal de garantie komen te vervallen. De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die het gevolg is van slecht uitgevoerd of verboden servicewerkzaamheden.
Probleem
Oplossing
De machine maait
ongelijkmatig
Verwijder aangekoekt, gemaaid gras van de onderzijde van het maaimechanisme.
Controleer dat de messen scherp en niet vervormd zijn.
Controleer dat de messen goed vast zitten.
Controleer de hoogteafstelling van het maaimechanisme. (
6.3.7
). Pas de afstelling aan,
als deze niet goed is.
Controleer de spanning van de riemen (
6.3.8
en
6.3.9
). Pas de spanning aan, als dat nodig
is.
Controleer de as van de messen. Vervang de as als deze beschadigd is of overmatig ingesleten.
Er blijft een strook
ongemaaid tussen de
messenrotors.
Controleer de lagers op beschadigingen. Repareer of vervang de lagers, als dat nodig is.
Wanneer u dik gras of gras met een extreem nat oppervlak maait, kan een ongemaaide
strook achterblijven. De rijsnelheid moet overeenkomen met de voor de maaicondities juiste
versnelling. De motor moet draaien met de gashendel volledig open.
Controleer dat de messen scherp en niet vervormd zijn. Vervang de messen, als dat nodig is.
Het maaimechanisme
trekt stukken gras uit
het gazon
Controleer de spanning van de riemen (
6.3.8
en
6.3.9
). Pas de spanning aan, als dat nodig
is.
Controleer de lagers op beschadigingen. Repareer of vervang de lagers, als dat nodig is.
Controleer de maaihoogte en stel deze af, als dat nodig is. Op oneffen terrein worden vaak
stukken gras losgetrokken.
Controleer of de messen vervormd zijn. Vervang de messen, als dat nodig is.
Het maaimechanisme
werpt het gras niet uit
Verwijder aangekoekt, gemaaid gras van de onderzijde van het maaimechanisme. Onder
natte omstandigheden kunnen de afvoerbuis en de afvoeropening aan de onderzijde van het
maaimechanisme verstopt raken met gras. Maai geen nat gras.
De rijsnelheid moet overeenkomen met de juiste versnelling voor de maaicondities. De motor
moet draaien met de gashendel volledig open. Wanneer u lang gras maait, maai dan eerst
op een aangepaste hoogte en daarna pas op de normale hoogte. Houd u aan de informatie in
hoofdstuk
5.5.3.
Controleer de spanning van de riemen (
6.3.8
en
6.3.9
). Pas de spanning aan, als dat nodig
is.
Controleer, vooral na het vervangen van de messen, dat het mes goed is geïnstalleerd.
De aandrijfriem van
het maaimechanisme
stopt tijdens het
werken
De aandrijfriem van het maaimechanisme kan beschadigd raken wanneer de riem tijdens het
werken uit de poelie springt. Als de aandrijfriem nadat u de volgende stappen hebt uitgevoerd,
nog steeds uit de poelie springt, moet de riem worden vervangen.
Controleer de spanning van de riem (
6.3.8
). Pas de spanning aan, als dat nodig is.
Controleer de riemgeleider.
Controleer de maaihoogte en stel deze af, als dat nodig is.
Controleer of de riem wordt tegengehouden door een voorwerp. Verwijder het voorwerp, als
dat zo is.
Controleer nogmaals alle poelies. Een verbogen of gebroken poelie kan problemen veroorzaken.
Vervang de poelie, als dat nodig is.
Controleer de binnenzijde van de poelie op de motor. Als de poelie ruw is of gescheurd, moet
de poelie worden vervangen.
Controleer het spanmechanisme op ingesleten onderdelen en vervang deze, als dat nodig is.
De aandrijfriem van
het maaimechanisme
slipt
Als het gras te hoog is of nat, kan de aandrijfriem van het maaimechanisme slippen. Controleer
de riem op slijtage. Vervang de riem, als dat nodig is.
Controleer de spanning van de riem (
6.3.8
). Pas de spanning aan, als dat nodig is.
Controleer de spanveer van het spanmechanisme van de maairiem. Vervang de veer als deze
uitgerekt of beschadigd is.
De aandrijfriem van
het maaimechanisme
slijt uitzonderlijk hard
Controleer alle delen van de poeliegeleider. Controleer of de beweging van de riem wordt
belemmerd door een voorwerp. Verwijder het voorwerp, als dat zo is.
Controleer de poelies en vervang ze als ze beschadigd zijn.
Controleer de maaihoogte en stel deze af, als dat nodig is.
Controleer de spanning van de riem (
6.3.8
). Pas de spanning aan, als dat nodig is.
Zet de messen in
beweging
Controleer de riem op slijtage of beschadiging. Vervang de riem, als dat nodig is. Span de riem
aan, als deze te los is.
Controleer de veer van het spanmechanisme. Vervang de veer als deze gebroken of beschadigd
is.
Controleer of de riem wordt tegengehouden door een voorwerp. Verwijder het voorwerp, als
dat zo is.
Summary of Contents for EF106J Starjet
Page 2: ...2 1 2 1 3 1 1 3 2a ...
Page 3: ...3 1 3 2b 1 3 2c 1 3 2d ...
Page 4: ...4 3 1 3 3 1a 3 3 1b ...
Page 5: ...5 3 3 1c 3 3 1d 3 3 2a ...
Page 6: ...6 3 3 2b 3 3 2c 3 3 2d ...
Page 7: ...7 3 3 2e 3 3 2f 3 3 2g ...
Page 8: ...8 3 3 2h 3 3 2i ...
Page 9: ...9 3 3 2j 3 3 2k ...
Page 10: ...10 3 3 2l 3 3 2m 3 3 2n ...
Page 11: ...11 3 3 2o 3 4 5 ...
Page 12: ...12 3 4 6 4 1a ...
Page 13: ...13 4 1b 4 2 1a ...
Page 14: ...14 4 2 1b 5 6a 5 6b 6 2 2 ...
Page 15: ...15 6 3 3a 6 3 3b 6 3 6a 6 3 6b 6 3 7a ...
Page 16: ...16 6 3 7b 6 3 7c 6 3 7d ...
Page 17: ...17 6 3 7e 6 3 8 6 3 9a 6 3 9b ...
Page 18: ...18 6 3 9c 6 3 10a 6 3 10b 6 3 10c ...
Page 19: ...19 6 3 10d 6 3 10e 6 3 10f 6 3 11 ...
Page 20: ...20 6 3 12a 6 3 12b 6 3 14 ...
Page 21: ...21 6 4 ...
Page 341: ...341 ...
Page 342: ...342 ...
Page 343: ...343 ...