TM
41
Installatie- Bedrijfs- & Onderhoudshandleiding ELQ
DOC.55.EDN Rev: E
Oktober 2012
5
stuursignalen aansluiten
De ELQ-aandrijving heeft een klemmenbehuizing
met een stekerverbinding voor stuursignalen. Alle
stuursignalen kunnen op de aansluitpunten in deze
behuizing worden aangesloten. Bij onderhoud of
vervanging van de afsluiter-/aandrijvingseenheid,
kan deze behuizing van de ELQ-aandrijving worden
losgekoppeld en aan een andere aandrijving worden
gekoppeld. U hoeft dan niet de hele besturingsbe-
drading opnieuw aan te sluiten.
opmerking
-
Sluit alle optionele onderdelen correct aan,
alvorens de voedingsspanning aan te sluiten
(zie aanwijzingen optionele onderdelen).
-
Gebruik en monteer kabelwartels zoals voor
-
geschreven door nationale of locale wetge-
ving.
-
Als beschermingsgraad IP65, IP67 of NE
-
MA4X vereist is, dan moeten de electrische
ingangen worden voorzien van wartels of
blindpluggen die gelijkwaardig of hoger zijn.
ATEX Installatie instructies
Zie hoofdstuk 1.2 en 1.3 voor gebruik van
de drukvaste (Ex db) ELQ aandrijvingen in
ATEX geclassificeerde gevaarlijke gebieden.
Waarschuwing
Klemmenbehuizing moet elektronisch geïso-
leerd worden, alvorens met demonteren te
beginnen.
5.1
“Open” en “dicht” stuursignalen
aansluiten
Door een 24 V DC signaal op terminal 1 en 3 gaat de
aandrijving open. Door een signaal op terminal 2 en
3 gaat de aandrijving dicht.
Geen signaal (of een signaal op beide), de aandrij
-
ving stopt.
1
10
8
7
5
6
4
3
2
9
20
19
18
17
15
16
14
13
12
26
37
36
33
32
30
31
29
28
27
34
25
22
24
23
21
35
11
TX
24 V DC
+
-
5.0.1 K
lemmenbehuizing
5.1.1 “Open” en “dicht” stuursignalen aansluiten
Open
Dicht