40
3. Alle modellen behalve GBJ100: vullen tot het oliepeil
ongeveer gelijk staat met de onderkant van de
olievulopening. Zie Figuur 5.
4. Uitsluitend GBJ100: Vul totdat het oliepeil ongeveer
75 mm [3 duim] onder de olievulopening staat. Zie
Figuur 6
.
CAUTION
NIET OVERVULLEN! Met de
plunjer volledig ingetrokken en de krik in verticale
stand, mag het oliepeil niet hoger zijn dan zoals
getoond in Fig. 5 of in Fig. 6 (voor zover van
toepassing voor uw krikmodel).
5. Installeer de olievul/ontluchtingsplug opnieuw.
6. Ontlucht zoals beschreven in Sectie 6.2.
6.2 Ontluchten
e volgende procedure moet worden uitgevoerd na
het olie bijvullen en als er een "sponzig" gevoel wordt
opgemerkt tijdens de werking van de krik.
Voor het ontluchten van de krik:
1. Met behulp van het rechthoekige uiteinde van de
pomphendel, draai de ontlastklep linksom om de klep
te openen (draai niet meer dan twee omwentelingen).
2. Plaats de pomphendel in de hendelmof. Gebruik de
hendel 6 tot 8 slagen.
3. Met behulp van het rechthoekige uiteinde van de
pomphendel, draai de ontlastklep rechtsom tot de
klep volledig is gesloten.
4. laats de pomphendel in de hendelmof. Bedien de
hendel tot de plunjer volledig is uitgestuurd (maximale
slag).
5. Bedien de krik door 5 tot 6 extra pomphendelslagen.
6. Met behulp van het rechthoekige uiteinde van de
pomphendel, draai de ontlastklep linksom om de klep
te openen (draai niet meer dan twee omwentelingen).
7. Duw de plunjer helemaal naar beneden totdat deze
volledig is ingetrokken.
8. Met behulp van het rechthoekige uiteinde van de
pomphendel, draai de ontlastklep rechtsom tot de
klep volledig is gesloten. Niet te vast draaien!
9.
Alle modellen, met uitzondering van GBJ100:
Duw de rubberen olievul/ontluchtingsplug met de
vingers opzij om eventuele opgesloten lucht te laten
ontsnappen.
10.Uitsluitend bij GB100: Draai de olievul/ ontluchtingsplug los
met 1 tot 2 omwentelingen om eventuele opgesloten
lucht te laten ontsnappen. Draai de plug vast na het
ontsnappen van de lucht
6.3 Inspectie
Inspecteer visueel de krik vóór elk gebruik. Stel de krik
buiten gebruik en neem corrigerende maatregelen als
één van de volgende problemen wordt waargenomen:
a. Gebarsten of beschadigde behuizing.
b. Overmatige slijtage, verbogen onderdelen of andere
schade.
c. Lekkende hydraulische vloeistof.
d. Gekerfde of beschadigd zuigerstang (plunjer).
e. Onjuiste werking van de verlengschroef.
f. Losse onderdelen.
g. Gewijzigde of aangepaste apparatuur.
Als de krik beschadigd is of op
enige wijze beschadigd lijkt en/of tekenen van slecht
functioneren vertoont, moet hij onmiddellijk buiten
gebruik worden gesteld. De krik moet buiten bedrijf
blijven tot hij is geïnspecteerd en gerepareerd door
een erkend Enerpac servicecentrum of een andere
gekwalificeerd hydraulisch servicepunt.
6.4 Periodiek onderhoud
Smeer grondig alle scharnierpennen en koppelingen
met smeerolie voordat de krik wordt gebruikt en na elke
10 in- en uitgaande plungerslagen. Zie Figuur 7.
Fig. 7 - Smering
OLIE
Controleer de plunjer regelmatig op tekenen van
corrosie. Reinig indien nodig en maak schoon met een
olie-verzadigde doek.
75 mm [3 inch]
Fig. 5 - Oliepeil, alle modellen
(m.u.v. GBJ100)
Fig. 6 - Oliepeil,Uitsluitend
GBJ100
Summary of Contents for GBJ Series
Page 85: ...WWW ENERPAC COM ...