28
5. Haal de drukontlastventielmontage (Item 58) aan tot 43-53
Nm.
Procedure voor de montage van het bovenste
handbediende ventiel
1. Plaats de plaat (item 11 fi guur 1D) en lager (item 12) in de
dop.
2. Plaats de o-ring (item 10) in de groef van de dop.
3.
Plaats de o-ring (item 15) en steunring (item 14) op
de stang (item 13). De o-ring wordt het dichtst bij het
schroefdraaduiteinde van de stang geplaatst.
4. Steek de rolpen (item 17) door het doorgaande gat in de
schijf (item 16). Plaats de stang (item 13) in de schijf langs
de vaste kant van de schijf. Lijn het doorgaande gat in de
stang uit ten opzichte van het doorgaande gat in de schijf, en
druk of hamer de rolpen in, tot zijvlak ligt ten opzichte van de
buitendiameter van de schijf.
5. Smeer de o-ring en steunring op de stang in met vet. Steek
de spoel en schijfmontage in de stuurventieldop (item 9).
6. Plaats de veren (item 22) in elk van de 3 gaten, behalve in het
gat aan de kant van de tank van de behuizing (item 23).
7. Alle modellen, behalve VM33M & VM43M: Monteer de
afdichting (item 18) met 2 reserve-ringen (item 19) en 1 o-ring
(item 20). De o-ring moet tussen de reserve-ringen worden
geplaatst.
8. Enkel modellen VM33M & VM43M: Monteer de afdichting
(item 84) met 1 reserve-ring (item 85) en 1 o-ring (item 86). De
o-ring moet onder de steunring worden geplaatst.
9.
Smeer de o-ringen en afdichtingen in. Plaats de
schraapafdichtingen met de hand in de behuizing (item 23).
10. Met behulp van een 5/32” zeskantsleutel plaatst u de
behuizing met twee schroeven (item 24) handvast op de
dop.
11. Plaats 4 o-ringen (item 25) op de behuizing.
12. Plaats de bovenste stuurventielmontage op het verdeelstuk
of op het borgventielblok door gebruik te maken van 4
inbusschroeven (item 7, fi guur 1A & 1B). Aanhalen tot 38-46
Nm.
13. Plaats de veer (item 6, fi guur 1D) in het gat in de stuurventieldop
(item 9). Plaats de kogel (item 5) op de veer.
14. Alle modellen, behalve VM33M & VM43M: Zet de schijf (item
4) met de scherpe rand omhoog op de stang, zodat zij op de
kogel rust. Zet de hendel (item 3) op de stang;
15. Enkel modellen VM33M & VM43M: Plaats de hendeldop
(item 66), hefboom (item 67), en de knop (item 68) als geheel
op de stang.
16. Plaats de ring (item 2) op de stang. Smeer Loctite 222 op de
schroefdraad van de schroef (item 1) en draai deze met de
hand vast.
Procedure enkel voor borgventielblokken:
1. Plaats een nieuwe kogel (item 35, fi guren 2 & 3) op de zitting
(item 39), onder druk (55 bar met een 10-tons pers of 110
bar met een 5-tons pers). Voer twee montages uit voor een
4-wegs blok, of slechts een enkel voor een 3-wegs blok. Leg
deze delen terzijde.
2. Plaats een o-ring (item 36) en een steunring (item 37) op elke
zitting en smeer ze in met vet. Leg deze delen terzijde.
3. Plaats een pakking (item 32) en een o-ring (item 33) op elke
plug (item 31) Leg deze delen terzijde.
4. Smeer de boring in het stuurventielblok (item 43) in met olie.
5. Enkel op 3-wegs blokken: Plaats het geheel van de zitting
los (items 36, 37 & 39, zonder kogel) in één uiteinde van de
boring Gebruik het speciale gereedschap AT100479. Plaats
de kogel (item 35) of de veer (item 34) niet langs dit einde. Zie
fi guur 2.
6. Enkel op 4-wegs blokken: Plaats de eerste zittingmontages
(items 36, 37 & 39) in elk einde van de boring, met de
kogel (item 35) naar boven gericht. Gebruik het speciale
gereedschap AT100479. Zie fi guur 3.
7. Enkel op 4-wegs blokken: Dompel een veer (item 34, fi guur
4) in vet en plaats haar in de plug (item 31).
8. Schroef de plugmontage (items 31-33 en item 34, indien
gebruikt) in de opening van de boring langs hetzelfde einde
waarin de zitting werd aangebracht. Aanhalen tot 115-129
Nm.
9. Draai het stuurventielblok (item 43, fi guren 2 & 3) zodat het
tegenovergestelde einde van de boring naar boven is gericht.
Smeer de boring in met olie.
10. Monteer de zuiger (item 42) met de o-ring (item 41) en twee
steunringen (item 40). Plaats het zuigergeheel (items 40-42)
in de boring. Gebruik het speciale gereedschap AT100479-1.
11. Plaats de tweede zittingmontages (items 36, 37 & 39) in de
boring, met de kogel (item 35) naar boven gericht. Gebruik
het speciale gereedschap AT100479.
12. Dompel de veer (item 34) in het vet en monteer deze in de
plug (item 31).
13. Schroef de plugmontages (items 31-33) met de veer (item 34)
in de opening van de boring. Aanhalen tot 115-129 Nm.
14. Zet de o-ringen (item 26, fi guur 1B) op het verdeelstuk (item
27).
Afstelling drukontlastventiel
Het stuurventielgeheel is uitgerust met een door de gebruiker
instelbaar drukontlastventiel. Stel de druk als volgt in:
Enkel VM33, VM33M, VM43 en VM43M
1.
Plaats een 0-1000 bar manometer in de “A”-poort (zie Figuur
10).
2. Enkel VM43 & VM43M: Plaats een 3/8” pijpplug op de "B"-
poort en haal deze aan tot 33 Nm.
3.
Draai de borgmoer van het ontlastventiel los om de instelling
van de instelschroef mogelijk te maken.
4. Zet de hendel van het controleventiel in de neutrale (“3”)
stand. Zie Figuur 11 voor stuurventielstanden voor VM33 en
VM43. Zie Figuur 12 voor stuurventielstanden voor VM33M
en VM43M.
5. Start de pomp en laat de olie opwarmen.
6.
Zet de hendel van het controlestuurventiel in de voorwaartse
(“1”) stand. Laat de druk opbouwen.
7. Om de druk te verhogen: Draai de instelschroef van het
ontlastventiel LANGZAAM in de richting van de klok tot de
druk zich instelt op het gewenste niveau.
OPMERKING: Een interne terugslagklep in het verdeelstuk
zal voorkomen dat de druk wegvalt wanneer de instelschroef
tegen de richting van de klok wordt ingedraaid. Om de
insteldruk te verlagen, volgt u de procedure in stappen 8a
tot en met 8e.
Summary of Contents for VM33
Page 55: ...55 ...