24
25
storing veroorzaken. In dit geval, voor fotocellen met een AC-voeding,
kunnen twee sets aangesloten worden in synchronisatie-mode om
storing te verhinderen. Zie fig. G en de instellingen van Sync jumper.
4. Indien de kabelingang aan de achterzijde wordt gebruikt, moet de
PG-wartel vervangen worden met het blinde kapje. Zie fig. F en J.
5. Plaats de fotocellen zoals aangegeven in fig E. Om de installatie van
de kabels te vergemakkelijken, kun je de sensorprint losmaken van de
behuizing met een schroevendraaier. Zie fig K
6. Verbind de fotocellen met het bedienpaneel zoals in fig C, indien één
set fotocellen wordt gebruikt.
7. Lijn de lenzen uit volgens deze richtlijnen:
a. Uitlijning m.b.v. de laser uitlijntool voor ET-8060.
Schakel de laser aan en plaats deze in de lenshouder van de
zender. Lijn de laser uit naar de lens van de ontvanger. Een
uitlijning met een nauwkeurigheid van +/- 0.5° is voldoende.
Afstand tussen fotocellen
Uitlijning max. diameter
6 m
Ø 0,1 m
12 m
Ø 0,2 m
30 m
Ø 0,5 m
60 m
Ø 1,0 m
b. Uitlijning m.b.v. Align Out-uitgang:
Plaats de jumper voor het uitlijnen op positie 2 en plaats de
testkabel voor ET-8060 op de Align Out. Verbind de testkabel met
een voltmeter. Lijn de lenzen van zender en ontvanger op elkaar uit
totdat de maximale spanning wordt bereikt. Na het uitlijnen, plaats
de jumper terug op positie 1 (fig I).
c. Uitlijning m.b.v. de knipperende gele LED:
Plaats de jumper voor het uitlijnen op positie 2. De gele LED kan
gebruikt worden voor het uitlijnen van fotocellen tot op een afstand
van 6 meter. Stel de lenzen van zender en ontvanger bij totdat
de gele LED zeer snel knippert of continu oplicht. Indien de groene
LED oplicht, is de signaalsterkte hoger dan 4. Plaats de jumper
terug op positie 1 na het uitlijnen.
Testen
De fotocellen moeten getest worden na de installatie om te bevestigen dat
ze correct functioneren.
1. Controleer dat de fotocellen werden geïnstalleerd volgens de
instructies in deze handleiding.
2. Sluit de voeding aan op zender en ontvanger en controleer dat er
geen obstakels de straal hinderen. De gele LED is aan.
Gele LED
Omschrijving
Actie
Aan
Uitgelijnd
Geen actie vereist
Uit
Niet uitgelijnd
Obstakel verwijderen
3. Zodra de fotocellen uitgelijnd zijn en er geen obstakels de lichtstraal
hinderen, kan de functie getest worden d.m.v. het passeren van de
lichtstraal met een cilinder van 50 mm.
Eerst dicht bij de zender, vervolgens bij de ontvanger en tenslotte in
het midden. Controleer dat de gele LED en de relais-uitgang
schakelen bij de passage van de cilinder.
4. Controleer de correcte werking van de fotocellen met een testobject
van 700x300x200 mm zoals opgegeven in richtlijn EN12445
(EN12445 wordt samengevoegd met de komende revisie EN12453).
Bestemde architectuur voor een categorie 2 veiligheidsensor EN13849-1
”TE”
Test
uitrusting
Besturing
overzicht
i
m
i
m
”O”
Uitgang
”OTE”
TE-
Uitgang
”I”
ET-8060..
Fotocel
"L"
Logica
NEDERLANDS