gebruik
gebruik
V.2.0
V.2.0
128
129
Aanbevolen temperaturen
Instelling van het
koelcompartiment
Instelling van het
vriescompartiment
Uitleg
+4°C
-18°C
Bij deze temperaturen blijven de
voedingswaren goed behouden. Wij
bevelen u aan de temperaturen in te stellen
op 4 °C en -18 °C voor een normaal en
dagelijks gebruik.
+4°C
-20 °C, -22 °C
of -24 °C
Deze instellingen worden aanbevolen bij
omgevingstemperaturen boven de 30 °C.
+4°C
Snelvriezen
Deze instelling wordt gebruikt wanneer u
voedingswaren voor korte tijd wilt invriezen.
Het apparaat gaat weer normaal werken
zodra het proces is voltooid.
+2°C
-18 °C of kouder
Wanneer u vindt dat het koelcompartiment
niet koud genoeg is vanwege hitte of
vanwege het veelvuldig openen en sluiten
van de deuren.
Snel-
koelen
-18 °C of kouder
Deze instelling wordt gebruikt wanneer
het koelcompartiment vol is of wanneer
u voedingswaren snel wilt koelen. De
snelkoelfunctie moet enkele uren voordat u
de voedingswaren in het apparaat plaatst,
worden ingeschakeld.
Koudste zone van het koelcompartiment
•
Het symbool
geeft de plaats aan van de koudste zone van uw koelkast, waarvan de
temperatuur lager is dan of gelijk is aan 4 °C. Deze zone bevindt zich aan de onderkant
het koelcompartiment van het apparaat, zoals getoond op pagina 130.
•
Aangezien de glasplaten uitneembaar zijn, moet de plaat die de koude zone afbakent zich
altijd ter hoogte van de sticker bevinden om de temperatuur in deze zone te garanderen.
Temperatuuraanduiding
•
Controleer voor een goede bewaring van de levensmiddelen in uw koelkast en met
name in de koudste zone of in de stip de aanduiding “OK” aangegeven wordt. Als “OK”
niet wordt aangegeven, is de gemiddelde temperatuur van de zone te hoog. U dient de
temperatuur van de koelkast in te stellen op een hogere stand.
Onjuiste instelling
Juiste instelling
•
Wacht na elke wijziging tot de temperatuur in het apparaat zich gestabiliseerd heeft
alvorens zo nodig over te gaan tot een nieuwe instelling. Wijzig de temperatuur geleidelijk
en wacht minstens 12 uur alvorens over te gaan tot een nieuwe controle en eventueel een
nieuwe wijziging.
•
Na het apparaat gevuld te hebben met verse levensmiddelen of nadat de deur meermaals
(of langdurig) geopend werd, is het normaal dat “OK” niet aangegeven wordt in de
temperatuuraanduiding; wacht minstens 12 uur alvorens de temperatuur al dan niet te
veranderen.
•
Controleer voor een goede bewaring van de
voedingswaren in het apparaat, en met name in de
koudste zone, of de temperatuuraanduiding “OK”
weergeeft. Als “OK” niet wordt aangegeven, is de
gemiddelde temperatuur van de zone te hoog. Zet de
thermostaat op een hogere stand.